Amersfoortse Femke Bol wint op 400 meter

AMERSFOORT (ANP) De Amersfoortse atlete Femke Bol heeft bij de NK indooratletiek haar favorietenrol met verve waargemaakt. Ze won in het Omnisport van Apeldoorn met groot machtsvertoon de titel op 400 meter. Haar winnende tijd van 50,64 was opnieuw een Nederlands record.

Het was al de vierde keer dat de 20-jarige Bol deze winter het record verbeterde. Ze begon dit seizoen met 50,96 in Wenen en liep toen het 23 jaar oude record van Ester Goossens, dat op 51,82 stond, uit de boeken. Daarna volgden recordtijden van 50,81 in Metz en 50,66 in Torun. Met 50,64 is ze de op twee na snelste vrouw van de wereld dit jaar op deze afstand.
Bol onttroonde Lieke Klaver als indoorkampioene. Maar haar 22-jarige hartsvriendin liep wel naar het zilver in een dik persoonlijk record van 51,21. Het brons was voor Marit Dopheide met 53,17.

,,Het overweldigt me een beetje”, zei Bol na haar vierde recordrace. ,,Ik hoop niet dat het gaat wennen. Ik had niet per se verwacht dat ik weer een Nederlands record zou lopen, want ik voelde me wat moe. Woensdag liep ik nog in Torun en de terugreis was best lang.”
Toch koos ze voor een gewaagde taktiek. ,,Ik opende harder dan ik normaal doe, want ik weet dat Lieke altijd de eerste 200 meter sneller is en ik wilde niet dat het gat naar haar te groot zou worden. Het laatste deel van de race ging ik wel helemaal stuk, maar die tijd vergoedt dan alles. Ik geniet er heel erg van.”

Bol reist af als topkandidate voor het goud op de EK indoor over een kleine twee weken in het Poolse Torun. ,De uitdaging is om steeds harder te lopen tegen sterkere meiden, dus ik kijk ernaar uit. Ik zal best iets nerveuzer zijn omdat ik de favoriet ben, maar ik kan vertrouwen op mezelf. Ik maak voor iedere race een plan voor elke 50 meter en als ik dat goed uitvoer, komt er een goed resultaat uit.”
Klaver was bijna net zo blij als Bol. ,,Die tijd van 51,21 is echt megagoed. Ik heb me er ook mee gekwalificeerd voor de Olympische Spelen, dus mooier kan bijna niet. Ik open inderdaad heel snel, maar dat is voor mij de enige manier om het goed te doen. Ik moet de eerste 300 meter hard en efficiënt lopen en hopen op die ene keer dat Femke er op de laatste 100 meter niet overheen komt.”