bezetter werd verzetsheld

29 april 2009 om 00:00 Nieuws

Gries is een voorstadje van Bolzano, de hoofdstad van Zuid-Tirol in Italië. Zuid-Tirol is in oorsprong een provincie van Oostenrijk, maar na de Eerste Wereldoorlog is het als ‘oorlogsbuit’ aan Italië toegevoegd. Officieel is het gebied tweetalig; 95 procent van de bewoners spreekt Duits, de rest Italiaans. In 1922 grijpt de fascist Mussolini in Italië de macht. Al snel besluit men dat Zuid-Tirol Italiaans moet worden. Het Duits wordt als taal geschrapt. De Duitstalige inwoners moeten zich aanpassen. Op diegenen die zich niet (willen) conformeren, oefent men druk uit om Italië te verlaten. Mogelijk is dat direct of indirect de reden waarom het jonge gezin Fürgler uit elkaar valt. In de jaren ‘30 zit Ignaz in een kinderhuis in Innsbruck en krijgt hij een opleiding tot schoenmaker.

Op 4 oktober 1920 krijgen Ignaz Fürgler en Maria Lettenbichler hun eerste kind. De ambtenaar van de burgerlijke stand in Gries noteert de voornamen Ignaz Karl, roepnaam Ignaz. Uiteraard is er vreugde rond dit nieuwe leven. Familieleden en bekenden komen langs, feliciteren de ouders en spreken de wens uit dat het kind een lang, gezond en voorspoedig leven tegemoet gaat. Men heeft de wereldoorlog achter de rug, er is vrede en een goede tijd ligt in het verschiet. Maar alles loopt anders. Het fascisme krijgt vaste voet in Europa, er komt een economische crisis en wat niemand voor mogelijk houdt: een tweede wereldoorlog. Hoe goed bedoeld ook de wensen aan de wieg zijn, ze komen niet uit. Het bestaan van Ignaz Fürgler wordt getekend door de tijd waarin hij leeft. Zijn leven eindigt al na 23 jaar door geweld. Tekst en samenstelling: Wulfred Hofland

In 1933 komt in Duitland Hitler aan de macht. Dat brengt ook in Oostenrijk onrust teweeg. Onder de bevolking krijgen de fascisten steeds meer aanhang. Als Hitler in maart 1938 Oostenrijk annexeert is het land een eenvoudige prooi. Dat geldt zeker voor jongens als Ignaz. Hij werkt als leerling-schoenmaker in een schoenmakerij en heeft het niet breed. En er is dienstplicht. Ignaz heeft weinig keus. Hij wil niets liever dan zijn armoedige bestaan de rug toekeren. Anderzijds voelt hij niets voor het leger en zeker niet voor een gevechtstaak aan het front.

In 1939 richt de SS in Wenen de Standarte ‘Der Führer’ op. Ignaz komt in contact met een SS-ronselaar. Die wijst hem op de taken van de SS (Schutsstaffel); bescherming van leiders en bewaking van kampen. Daarvoor is in 1933 de SS opgericht. In de kampen zitten dan vooral politieke tegenstanders van Hitler. Ignaz tekent bij ‘Der Führer’ en hoopt zo dienst aan het front te voorkomen. Maar dat pakt anders uit. De SS is de grootste overheidsorganisatie binnen nazi-Duitsland met vele diensten en vertakkingen. De SS-Standarte “Der Führer’ behoort tot de militaire tak die in de loop van de oorlog naam krijgt als militaire elite. De eenheid is goed geoefend, uitstekend uitgerust, gedisciplineerd. Tijdens de inval in Polen (september 1939) ligt de eenheid in Praag en komt niet ze in actie. De eerste oorlogservaringen doet ze op in mei 1940 aan de Grebbelinie. De brigade van Ignaz is toegevoegd aan de ‘207e Infanteriedivision’. Deze divisie heeft opdracht Oost-Nederland binnen te vallen, de IJssel over te steken en richting Amersfoort op te trekken. De SS-brigade fungeert als stoottroep bij de Grebbelinie. De eenheid van Ignaz betaalt daarvoor een hoge prijs. Van alle Duitsers die op de Grebbeberg sneuvelen is ruim de helft (136) van de SS-Standarte “Der Führer”. Na de Nederlandse capitulatie blijft de eenheid in Amersfoort. Daar ontmoet Ignaz Annie Pieters.

Na de oorlogsdagen van 1940 pakt ieder het gewone leven weer op. Er zijn nog geen tekorten, geen vervolgingen. De gevolgen van de bezetting lijken mee te vallen. Ook het uitgaansleven gaat gewoon door. Amersfoort was een garnizoensplaats en is dat ook nu. De plaats van de Nederlandse militairen is overgenomen door de Duitsers. Naast de bestaande uitgaansmogelijkheden komt er in sociëteit Amicitia een ‘‘ Wehrmachtheim’ waar soldaten een biertje drinken en dansavonden zijn.

Waar en hoe Annie Pieters en Ignaz Fürgler elkaar ontmoeten is niet bekend. Het klikt tussen beiden en van het een komt het ander. Uiteraard komt er een moment dat Annie thuis over haar vriend moet vertellen. Ze realiseert zich dat hij tot de bezetters behoort. Annie probeert de schade te beperken en vertelt dat Ignaz Oostenrijker is en uit Innsbruck komt. Je hoort vader en moeder Pieters denken: Gelukkig geen Duitser, maar een ‘gemütliche’ Tiroler. Als Ignaz komt kennismaken barst de bom. Op de drempel niet de verwachte Wehrmachtsoldaat, op de rechter kraagspiegel prijken de gehate runentekens, het symbool van de SS! Woedend zijn de ouders van Annie, het huis is te klein.

En toch... ondanks hun woede en afkeer laten ze hun dochter niet vallen. De storm gaat liggen en Ignaz krijgt zijn plek aan de Kapelweg. Hij dwingt in brede kring respect af en wordt een graag geziene gast. Dat vooral omdat Ignaz een andere mening blijkt te hebben dan men van een SS-er verwacht.

Tegen de jaarwisseling 1940/1941 blijkt de liefde tussen Ignaz en Annie vrucht te dragen. Voor de bevalling heeft de SS haar eigen richtlijnen en organisatie. Annie moet daarvoor naar Pernitz vlak bij Wenen. Het voormalige ziekenhuis Wienerwald is door de SS omgedoopt in ‘Heim Ostmarkt’ en onderdeel van het project voor een zuiver Arisch ras, Lebensborn. In juni 1941 bevalt Annie van een zoon. Direct doet zich een probleem voor. Welke naam voor haar zoon Annie ook noemt, alles wordt afgewezen. Het dient een duidelijk Arische naam te worden. Men wordt het na lang touwtrekken eens over Edie. Een naam afkomstig uit de Griekse mythologie en verklaart als het schild van Zeus.

Nog voor de geboorte van Edie opent Hitler de aanval (22 juni 1941) op Rusland, de operatie Barbarossa. Ignaz’ onderdeel wordt ingezet voor de Oekraïne en trekt naar Kiev. Ignaz hoort via de veldpost van de geboorte van zijn zoon en weet dat hij die pas bij een volgend verlof zal zien.

Dat verlof heeft Ignaz in de zomer van 1942. Dan trouwen Annie en Ignaz. Dat kan niet op het stadhuis. Voor soldaten van het bezettingsleger gelden aparte regels. Ze dienen te trouwen voor een Duitse ambtenaar. Amersfoort valt onder de Duitse burgerlijke stand van Amsterdam. Kort ervoor is Ignaz bevorderd tot SS-Sturmmann, vergelijkbaar met de rang van korporaal.

Terug in Kiev besluit Ignaz te deserteren. Hij verzamelt noodrantsoenen en organiseert valse papieren. Samen met een vriend gaat hij er vandoor. Hoewel naar de reden moet worden gegist, zijn er aanleidingen genoeg. Krijgt Ignaz een afkeer van het fascisme dat hem vanaf zijn geboorte achtervolgt? Voelt hij zich bedonderd door de ronselpraktijken van de SS? Heeft hij een afkeer van de gruwelen aan het front? Hoort hij van de verschrikkingen in Babi Yar bij Kiev waar een ‘Einsatzgruppe’ in twee dagen 35.000 joden vermoordt? Of zijn vrouw en kind in Amersfoort het motief? Waarschijnlijk spelen meerdere factoren een rol. In ieder geval is Ignaz bereid het enorme risico te nemen. Op ‘Fahnenflucht’ (desertie) staan de zwaarste straffen, zoals plaatsing in een strafbataljon of executie. Ondanks dat op gedeserteerde soldaten wordt gejaagd bereikt Ignaz Amersfoort. Zijn vriend niet, die sneuvelt onderweg. Een stuk van de route legt Ignaz af per trein, maar de vervalste papieren blijven een risico. Het grootste deel loopt hij daarom. Voor de veiligheid doet hij dat ‘s nachts en verkleed als vrouw. De noodrantsoenen die hij meenam zijn spoedig op en dat dwingt hem eten te stelen. De tocht duurt drie maanden, maar dan is hij ook in Amersfoort en ziet voor het eerst zijn zoon Edie. In eerste instantie blijft Ignaz bij zijn schoonouders, vrouw en kind aan de Kapelweg.

Uiteraard weet de omgeving van het huwelijk. En de legereenheid zal ongetwijfeld haar vermissing hebben doorgegeven aan de Duitsers in Amersfoort. De situatie in huize Pieters vraagt om problemen. Het gaat dan ook fout. Als de Duitsers hem komen arresteren moet Ignaz hals over kop vluchten. Hij raakt daarbij gewond en komt in het ziekenhuis terecht. ‘s Nachts halen Annie en haar vader hem daar weg en brengen ze hem onder bij een kennis aan het Borneoplein. Annie en haar vader worden de volgende dag gearresteerd en verhoord. Maar er zijn geen aanknopingspunten en beiden mogen naar huis.

In de tijd daarna verhuist Ignaz meerdere keren, en komt hij ook terecht bij Henk Bovee, lid van de verzetsgroep rond Henk van de Hoef. Ignaz wordt lid van deze verzetsgroep en neemt actief deel aan het verzet. Binnen het verzet noemt men hem bij zijn tweede voornaam Karl. Mogelijk omdat Ignaz in Nederland ongebruikelijk is. Karl of Karel is meer algemeen en een betere dekmantel. En als Karl gaat hij de Amersfoortse geschiedenis in. Met zijn militaire opleiding en ervaring is Karl een gewaardeerde versterking voor de verzetsgroep.

In het verzet levert ook Annie haar bijdrage. Niet alleen als koerierster. Bij een actie in het ‘Kriegslazaret’ aan de Hogeweg is zowel Karl als Annie van de partij. Dat Ignaz in een moeilijke situatie vekeeert ondervindt hij aan den lijve. Tijdens een actie raakt hij zwaar gewond en wordt hij gevangen. Onder strenge politiebewaking ligt hij nu in het ziekenhuis. De situatie is uitzichtloos; gedeserteerd als SS-er en opgepakt bij een verzetsactie. Medisch zal men hem oplappen, verhoren en dan rest slechts executie. Zijn makkers uit het verzet begrijpen het risico dat Karl loopt. Ze bevrijden hem, ondanks zijn zware wonden. Karl is te zwak om te lopen of te fietsen. Liggend in een handkar onder hout verstopt brengen ze hem naar de werkplaats van Henk Wassink in de Vijver. In het krullenhok van deze meubelmaker ligt hij redelijk comfortabel. De opgelopen wonden eisen verzorging. Elke dag komt de dokter, behalve op zondag. Dat valt in het stille straatje te veel op en brengt onnodige risico’s mee. Karl herstelt. Hij komt daarna nog wel bij Wassink thuis; voor een potje schaak.

Bij de overval op het distributiekantoor in Amersfoort op 11 februari 1944 is Karl eveneens betrokken. Ondanks de goede voorbereiding gaat het mis. Er wordt alarm geslagen en vanuit het naastgelegen politiebureau wordt het vuur geopend. De overvallers blazen de aftocht. Drie verzetsmensen raken gewond. Één wordt door zijn makkers afgevoerd, een ander is zwaar gewond, raakt in gevangenschap en verdwijnt in ‘Nacht und Nebel’. Karl, in politie-uniform, ontkomt ondanks zijn zware verwondingen. Hij vlucht een etenshuis binnen in de Scherbierstraat. Daar kruipt hij weg op zolder. Er is een oploopje dat door de gealarmeerde politie op afstand wordt gehouden. Dan verschijnt inspecteur Hafkamp. Zonder op versterking te wachten onderneemt deze actie. Niet om de zwaargewonde verzetsman te helpen, maar om hem ter plaatse te liquideren. Let wel: Hafkamp is een Nederlandse politieman en hoeft geen actie te ondernemen. En men kan niet anders weten dan dat er een gewonde politieman het pand is binnengegaan. Eerst laat Hafkamp een ladder plaatsen en kijkt hij door het zolderraam naar binnen. Er is niets te zien. Dan gaat Hafkamp naar binnen en schiet hij de zwaar gewonde verzetsman een kogel door het hart. Met zijn laatste zucht roept Karl om zijn zoon Edie.

Na de oorlog blijft Annie Pieters met haar zoon wonen aan de Kapelweg bij haar ouders. De naam Edie maakt plaats voor Ed en later staat er Eduard in zijn paspoort. Ed brengt zijn jeugd voor een groot deel in Amersfoort door. De dood van zijn vader is een voldongen feit waarmee hij opgroeit. Terugzien is geen optie. Nederland is bevrijd, ieder pakt de draad van het leven weer op en werkt richting toekomst. Elk jaar moet Ed naar de vreemdelingenpolitiem waar hij krijgt te horen dat hij weer een jaar mag blijven. Zijn moeder is wel Nederlandse, maar zijn vader kwam uit Oostenrijk, het land waar ook Ed geboren is. Pas als hij 12 is, wordt hij officieel Nederlander. Zijn moeder hertrouwt. Ed blijft de familienaam Furgler dragen, als eerbewijs aan zijn vader. Inmiddels is de ‘umlaut’ verdwenen en wordt de naam op zijn Hollands uitgesproken.

Na de oorlog spreekt men weinig meer over Ignaz, zoals de familie hem blijft noemen. Tenminste niet tegen Ed. Mogelijk wil men hem niet opzadelen met het trieste verleden. Achteraf betreurt hij het dat hij zo weinig over zijn vader weet en dat er zo weinig foto’s van hem over zijn. En toch zijn er de herinneringen, goede herinneringen, die in beide families worden doorgegeven. Want ondanks de complexe oorlogssituatie en de grote tegenstellingen zijn de kontakten met de families Pieters en Fürgler goed gebleven.

Als men in Ed’s jeugd op vakantie naar het zuiden gaat maakt men steevast een stop in Oostenrijk bij de broer van Ignaz, oom Jozeph. En wie bij de familie Pieters naar Ignaz vraagt krijgt een warm verhaal te horen.

Ed groeit op, trouwt, krijgt kinderen en kleinkinderen. Een kleinzoon, achterkleinzoon van Ignaz, draagt de naam Furgler verder. Daardoor krijgt ook de officiële naam van Ed, Eduard, extra glans. Werd Edie verklaard als ‘schild van Zeus’, Eduard staat voor ‘beschermer van het erfgoed’. Het erfgoed van Ignaz Karl Fürgler, een Amersfoortse verzetsheld.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie