33 Jaar carnavalsoptocht maakt dat Hoogland trots is op het Zandkruuersgat

18 februari 2009 om 00:00 Nieuws

Omdat 33 een speciaal carnavalsgetal is: 3 x 11, scharen we ons op een natte, winderige avond rond de kachel in de gezellige huiskamer van Ap van de Wetering, raadslid Eemschuumers en verantwoordelijk voor de publiciteit, om te praten over verleden, heden en toekomst van de carnavalsoptocht. Hij heeft daartoe uitgenodigd: Riek Schoonderbeek en Anton Smink, vertegenwoordigers van buurtschap Mgr. Van de Weteringstraat en al 33 jaar betrokken bij de optocht. Voorts Ries van Middelaar en René van Valkengoed van buurtschap Zevenhuizen, ook een buurtschap die nog nooit verstek heeft laten gaan, Reinier van Valkenhoef, oprichter (met bakker Gert van den Hoven) van de optocht en Taco Tolsma, voorzitter van De Eemschuumers en Hoofd Optocht.

HOOGLAND - Zondagmiddag 22 februari staan in Hoogland weer enkele tienduizenden mensen langs de route te wachten tot de wijd en zijd vermaarde carnavalsoptocht langs komt. Al 33 jaar wordt dit evenement georganiseerd door De Eemschuumers, die na 22 jaar een door de prinsen bedacht motto als handvat aanboden aan de deelnemers. Een Grote Beestenboel is dit jaar het motto, en er zullen wel heel wat beesten in allerlei uitvoeringen voorbijtrekken. door Atty Davidse

Van Valkenhoef herinnert zich nog goed hoe het allemaal begon: ,,Met carnaval reden we altijd met een tot boot omgebouwde vrachtauto door Hoogland en hielden daarmee een kroegentocht. Veel mensen volgden ons dan en toen Gert vroeg of ik mee wilde doen om een echte optocht te organiseren, heb ik ja gezegd. We schreven de buurtschappen aan met de vraag of zij de kar wilden trekken. We speelden ze een beetje tegen elkaar uit, en omdat ze niet voor elkaar onder wilden doen hadden we op de carnavalszondag 18 groepen en een aantal korpsen. Maar het regende, het stormde, het was spannend, ik was ziek van de stress. Toch besloten we: we gaan door! De wind ging liggen, het werd droog en het werd een heel leuke optocht. Elk jaar groeide het aantal deelnemers, na 9 jaar was er een dipje, we zijn toen weer de boer opgegaan en daarna bleef het constant.’’

De herinneringen vliegen over en weer, er worden ervaringen uitgewisseld over het gebruik van materialen. Riek Schoonderbeek houdt van het werken met papier-maché, waarmee je je lekker kunt uitleven. Nadelen: als het koud is droogt het nauwelijks, en het kan er zo glad uitzien. Anton Smink vertelt lachend dat zij eertijds een experiment uitvoerden naar aanleiding van André van Duins lied: Ik heb grote bloemkolen. Gips zou men gebruiken. De bloemkolen werden dus in gips gegoten, dat ging prima en zag er goed uit, maar toen ze op de wagen geplant moesten worden, waren ze nauwelijks te tillen.

Tolsma verklapt dat ze voor de wagen van De Eemschuumers dit jaar voor het eerst piepschuim gebruiken. Zoals hij het vertelt klinkt het behoorlijk professioneel: zagen, modelleren, strijken, spuiten.

Riek Schoonderbeek blikt wat weemoedig terug op ‘vroeger’. ,,Aan de voorbereidingen deed de hele buurt mee, oude en jonge mensen. Het was zo gezellig. De vrouwen namen hun naaimachines mee en dan gingen we met zijn allen de kleding naaien. Nu naait iedereen thuis zelf. De band was toen sterker. Ja, de tijden veranderen’’. De anderen beamen dit, maar zijn realistisch. Men heeft het drukker. Vroeger liep je eerder even bij iemand het erf op of maakte op het land een praatje. Nu zit je meer op de tractor en komt het er vaak niet van. Toch hechten zij veel waarde aan de uitvloeisels van het samen werken aan de carnavalsoptocht, waardoor veel buurtfeesten en zomerbarbecues ontstaan. Na de optocht wordt er gezamenlijk Chinees gegeten, vertelt Riek Schoonderbeek genietend.

Wat is buurtschap Mgr. Van de Weteringstraat erg bijgebleven? Terwijl Anton Smink lachend luistert vertelt Riek: ,,We zouden voor de optocht een buurtbus bouwen en daarbij is Anton bijna zijn hand kwijtgeraakt. Toen hadden we helemaal geen zin meer natuurlijk, maar zijn vrouw kwam uit het ziekenhuis en zei snikkend: Anton wil dat jullie doorgaan. Nou, toen zijn we gegaan als oliebol’’. Met Sminks hand is het goed gekomen, slechts enkele littekens herinneren aan dit bizarre ongeluk.

Buurtschap Zevenhuizen begon 33 jaar geleden met een behoorlijk grote groep mensen. Inmiddels zijn er nogal wat bewoners weggetrokken en nieuwe bewoners van buitenaf doen niet altijd mee. De jongeren hebben wel wat plaatsen ingevuld, maar ook Zevenhuizen merkt het: iedereen is drukker. Toch lukt het allemaal wel. Er wordt een briefje aan de deelnemers gestuurd om bij elkaar te komen en een thema te bedenken. De eerste keer draait dat meestal nergens op uit, zo is de ervaring van Van Middelaar en Van Valkengoed. Maar het is wel gezellig, en ook wel nodig, want de tweede keer is er na een paar borreltjes en pilsjes vaak ineens een goed idee. Zij proberen altijd een onderwerp te verzinnen dat dubbelzinnig is, bijvoorbeeld: Dat slaat als een tang op een varken. Een tang kan een tang zijn, maar ook een oude vrouw. Politiek speelt geen rol. Het moet carnavalesk zijn. Ook maken zij geen tekening, maar het idee moet wel maakbaar zijn. Hoewel alles in overleg gebeurt, is er meestal wel 1 persoon die het overzicht houdt.

Met veel plezier kijken zij terug op hun wagen: Trammelant in Smallingerland, een verwijzing naar twee burgemeesters die naar Zwolle gingen om daar dames van lichte zeden te bezoeken. Op de wagen was een huisje gebouwd waar buurtbewoonsters achter de ramen zaten en de burgemeesters zaten ‘op de wip’. Daarmee vielen ze in de prijzen. Toch stellen alle aanwezigen dat het hun daar niet omgaat, het geld is echter welkom voor de bouwkosten voor het volgende jaar.

,,Als je nu naar de jongerengroepen kijkt, daar zit goud tussen’’, merkt Van Valkenhoef op. ,,Die jongens groeien op in het digitale tijdperk, maken een website en hebben gedeeltelijk de buurtschappen overgenomen’’.

Ap: ,,Jongeren in Hoogland bouwen zo fanatiek omdat ze niet op zoek zijn naar het commerciële, maar zelf willen organiseren. Het zijn kinderen van de vijftigers, ze gaan gewoon door. Tot een jaar of 14 doen de kinderen mee met hun ouders, maar daarna beginnen ze zelf te bouwen en mogen daarbij de schuren van sympathisanten gebruiken.’’.

Tolsma benadrukt nog even de eisen: geen drankgebruik, geen reclame zodat iedereen financieel gelijke kansen heeft en geen rommelige wagens. Hierdoor ziet de optocht er mooi en verzorgd uit. ,,Als Carnavalsstichting De Eemschuumers organiseer je de optocht, maar zonder deelnemers en publiek ben je niks’’, zegt hij. ,, Als je al die mensen langs de kant ziet staan, geeft dat een enorme kick. Het leeft echt in Hoogland, de route wordt zonder morren autovrij gemaakt, er wordt leuk versierd, maar vooral ’s morgens, bij het opstellen van de optocht, voel je: Nu is Hoogland weer Hoogland’’.

En alle aanwezigen beamen dat Hoogland trots kan zijn op het Zandkruuersgat.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie