Interview met Johan Heesters: ‘Alles wat achter je ligt, kun je niet meer veranderen’

9 januari 2008 om 00:00 Nieuws

AMERSFOORT - Een langgekoesterde wens staat op uitkomen. Uitgerekend in zijn geboortestad Amersfoort zal de 104-jarige operettezanger en acteur Johannes Heesters voor het eerst sinds meer dan 40 jaar weer optreden in Nederland. Alle kaarten voor het concert op 16 februari in Theater De Flint zijn inmiddels verkocht. Heesters geniet in Duitsland en Oostenrijk een ongekende sterrenstatus, maar in Nederland is hij minder geliefd. Verslaggever André van der Velde zocht hem op in zijn woning in het Beierse Starnberg, een paar dagen voordat de zanger bij een val enkele ribben zou breken. Hij sprak met hem over zijn herinneringen aan Amersfoort, de onrust die zijn geplande bezoek hier teweeg heeft gebracht, zijn gedwongen bezoek aan concentratiekamp Dachau en zijn niet aflatende levenslust. Dat de zanger zich bij het vervullen van zijn hartenwens niet zo snel zal laten tegenhouden door een paar gebroken ribben, past geheel bij zijn levensmotto.

door André van der Velde

U heeft een belangrijk deel van uw jeugd doorgebracht in Amersfoort. Denkt u vaak terug aan die tijd?

,,Ik heb nog veel herinneringen aan Amersfoort. Mijn vader had een grote winkel aan de Puntenburgerlaan waar van alles werd verkocht. Verder hadden we een grote wagen met twee paarden en twee keer per week gingen we daarmee naar de markten in de buurt van Amersfoort. Mijn drie broers gingen altijd mee, die zaten op de bok van de wagen en ik was de kleinste. Op de markt pakten we de spullen uit en werd zaken gedaan. Ook kan ik mij nog goed herinneren dat de pastoor van de kerk wilde dat mijn broer en ik in de katholieke kerk zouden zingen. Dat hebben we elke week gedaan, onder meer Ave Maria en Sanctus Benedictus. Mijn broer was de sopraan en ik de alt. De kerk was elke week stikvol en de pastoor zei bij wijze van grap ‘die jongens van Heesters brengen geld in het laatje’.”

Eigenlijk wilde u priester worden, maar u werd uiteindelijk zanger en acteur. Dat lijken twee totaal verschillende werelden.

(Enthousiast) ,,Elke zondag zaten we met de hele familie op de eerste rij in de kerk en ik vond het elke keer geweldig om de mis te beleven en te luisteren naar de preek van de pastoor, die altijd prachtige kleren aanhad. Ik zei toen tegen mijn moeder ,,dat is zo mooi, ik wil ook graag kapelaantje zijn.” Thuis heb ik toen mijn eigen altaar gebouwd en speelde daar met vriendjes, die ook altaren thuis hadden. Een van hen is later trouwens nog echt bisschop geworden, in Nederlandse Indië. Op de verjaardag van mijn vader en een broer, zij waren geboren op Eerste Kerstdag, zeiden de aanwezige gasten dat ik de mis moest lezen. Dat heb ik ook gedaan. Mijn moeder had een mooi gewaad voor mij gemaakt en ik zag er werkelijk eerste klas uit. Mijn twee andere broers waren de misdienaars en zongen de mis van Parosi. Vervolgens ging ik prediken: ,,Mijn dierbare, lieve mensen. Het is zo mooi om in mijn kerk zijn...” De aanwezigen lachten zich bijna dood, maar ik ging rustig door. ,,Dit is een arme kerk. Ik heb een tabernakel, een kelk, maar nog lang niet alles wat ik in de kerk nodig heb.” Toen gingen mijn ‘misdienaars’ de familie langs met een schoteltje om geld op te halen. Dat was mijn jeugd.”

,,Op gegeven een moment, ik was toen zestien, nam mijn vader me mee naar het theater. In de stadsschouwburg van Amsterdam werd de Gijsbreght van Aemstel gespeeld, een beroemd en klassiek stuk van Joost van den Vondel. Ik was daarvan heel erg onder de indruk. ,,Papa”, zei ik, ,,dat was heel erg mooi en ze zingen zo geweldig.” ,,Ja, jongen”, antwoordde hij, ,,het is ook prachtig. Tot nu toe ben je de kerk gewend, maar dit is nou theater.” Ik vroeg hem toen hoe men in het theater komt en acteur wordt en hij vertelde me dat je daarvoor een opleiding kunt volgen. Dat heb ik later ook gedaan.”

Heeft u een gelukkige kindertijd in Amersfoort gehad?

,,Ja, het was een gelukkige tijd. Voor mijn familie ook, totdat mijn vader plotseling erg ziek werd. Hij had tyfus gekregen. Hij was een sterke en knappe man, maar als gevolg van de ziekte was hij heel mager geworden en had hij al zijn haren verloren. De artsen zeiden toen dat we naar een andere, gezondere omgeving moesten gaan. Ook liepen de zaken niet meer goed omdat de winkel lang dicht was geweest. We verhuisden toen ik bijna 8 jaar was naar de gemeente Baarn, waar ook het paleis van de koningin stond. Daar heb ik ook iets heel bijzonders beleefd. Op een dag speelde ik bij paleis Soestdijk, toen een meisje een bal over het hek speelde. Ik heb de bal toen teruggespeeld. En dat vond ze zo leuk, dat we dat nog enkele malen hebben gedaan, totdat een van de medewerkers van het paleis haar meenam. Mijn moeder vertelde me later dat ik met prinses Juliana had gespeeld.”

Vorig jaar bezocht u na bijna 35 jaar uw geboortestad weer.

,,De laatste keer dat ik in Amersfoort was, was ter gelegenheid van mijn 70ste verjaardag. Mijn familie wilde vorig jaar opnieuw de stad bezoeken en mijn geboortehuis zien. ‘Jopie’ zeiden ze, ‘dat wordt geweldig, dan zien we je huis weer’. Maar ik hoefde niet zo nodig mee naar de Puntenburgerlaan. Ik kan dat toch allemaal niet meer zien, mijn ogen laten me in de steek. Dat is heel frustrerend. Bovendien vermoedde ik dat het huis toch al gesloopt zou zijn. Dat bleek ook zo te zijn.”

U maakte carrière in Nederland en ging in 1935 naar Wenen en een jaar later naar Duitsland. Daar groeide u ook uit tot een grote ster. Uw rol in 1938 van graaf Danilo in Die Lustige Witwe heeft u de complimenten op geleverd van Hitler. Hoe vaak heeft u hem ontmoet?

,,Eén keer. Tijdens de pauze van de première werd ik naar de loge van Hitler gebracht. Hij zei (Met theatrale stem): ,,U bent de beste Danilo die ik ooit heb gezien en dat is een compliment van het Duitse Rijk en dat ben ik.” (Droogjes) Ik heb hem bedankt en ben weggegaan om weer verder te spelen. Later vertelde men mij opgewonden dat hij weer bij een voorstelling was. Ik zei: ,,Nou en, laat hem.” Hij heeft de voorstelling in totaal zeven keer bezocht en ik had zoiets van ‘heeft hij soms niks beters te doen?’”

U werd in 1938 door propagandaminister Joseph Goebbels op het matje geroepen nadat u in Nederland met joden had opgetreden.

,,Ik was uitgenodigd door mijn vriend Fritz Hirsch. Hij had een Duitse operette in Amsterdam waarbij ook veel joden speelden. Toen ik terugkwam in Berlijn wilde Goebbels mij spreken. Hij verweet mij met joden te hebben opgetreden. Ik antwoordde dat ik altijd met joden heb gespeeld. ‘Maar u weet toch dat wij daartegen zijn?, zei hij. ‘Ja’, zei ik ‘maar wij Nederlanders niet.’” Daarna hoorde ik dat ik ontslagen was en dat ik niet meer als filmacteur mocht optreden. Dat bleek trouwens maar voor een korte periode.”

Goebbels probeerde u ook over te halen de Duitse nationaliteit aan te nemen. Heeft u dat ooit overwogen?

,,Hij zei: ,,U werkt hier, heeft hier uw publiek en verdient hier uw geld, waarom wilt u geen Duitser worden?” Ik heb hem gezegd dat ik Hollander ben en blijf. Ik zei: ,,Wat zou mijn koningin ervan zeggen als ik Duitser wordt? En wat zou meneer Hitler zeggen als u hem zou vertellen dat u Nederlander wordt?” Hij zei toen hoofdschuddend: ,,U en uw charme, u kunt gaan”.”

Nadat Duitsland in mei 1940 Nederland was binnengevallen, werd u gevangengenomen, zoals alle Nederlanders in Duitsland. U zat twee weken bij wijze van Schutzhaft in de Gestapogevangenis in Berlijn. Heeft u na uw vrijlating met de gedachte gespeeld Duitsland te ontvluchten?

,,Er was geen weg terug meer. Ik had hier carrière gemaakt, had hier mijn familie en wilde hier gewoon mijn werk blijven doen. En naar Nederland kon ik niet terug, dan had ik voor de NSB tendentieuze liedjes moeten zingen en propaganda moeten maken. In Duitsland kon ik dat omzeilen. Zo zorgde ik er ook voor dat mijn dochters niet lid werden van de Bund Deutscher Mädel, de tegenhanger van de Hitler Jugend. Ik stuurde ze naar een internationale school om te voorkomen dat ze met de Nazi-ideologie zouden worden opgevoed.”

In Nederland bent u in de jaren ‘70 omstreden geraakt omdat u in mei 1941 het concentratiekamp Dachau heeft bezocht en daar zou hebben opgetreden.

,,Ik werd onder dwang opgehaald door twee SS’ers en naar Dachau gebracht. Ik was daar ook niet alleen, maar met de solisten van een theatergezelschap. We werden daar rondgeleid en ik veinsde interesse. Maar ik heb daar nooit opgetreden. Er zijn daarom wel foto’s van het bezoek, maar verder niet. En ik heb ‘s avonds in het theater in München opgetreden, dat is een feit. De andere solisten hebben hoogstwaarschijnlijk wel opgetreden in Dachau, maar ik in elk geval niet.”

Hoe is het hardnekkige verhaal over een optreden in Dachau de wereld in gekomen?

,,Een journalist van De Telegraaf en een vroegere vriend van mij, Jules Huf, heeft in 1978 geschreven dat ik zou hebben opgetreden voor de SS en daarbij begeleid werd door kaalgeschoren Poolse dwangarbeiders. Dat was een persoonlijke wraakcampagne van hem en heeft niks met de feiten te maken. De media namen echter dat verhaal allemaal van elkaar over en het bleef vervolgens aan mij kleven. De fout die ik destijds heb gemaakt, is dat ik er niet op heb gereageerd. Ik had zoiets van ‘laat maar praten’ , maar daardoor is de sneeuwbal eigenlijk steeds groter geworden.”

Een groep antifascisten en oud-verzetsstrijders heeft aangekondigd uw concert in Amersfoort te willen verstoren. Hun verwijt is onder meer dat u tijdens de oorlogsjaren bent blijven doorzingen en daarvoor nooit uw excuses heeft aangeboden.

(Zuchtend) ,,Waarvoor zou ik mij hebben moeten verontschuldigen? Ik heb niks gedaan, ik was geen lid van de partij en heb nooit opgetreden voor de Nazi’s. Op een markt eind jaren ‘30 hield NSB-leider Mussert bijvoorbeeld een keer een toespraak. Ik werd door hem herkend. ‘Meneer Heesters, leuk dat u hier bent. Wilt u geen lid worden van onze partij?’ Ik antwoordde hem dat ik wel iets beters te doen had en geen nationaalsocialist ben en ben toen weggegaan.”

U heeft zich nooit laten inzetten voor het verheerlijken van de Nazidenkbeelden, zo heeft u - ondanks de druk die op u werd uitgeoefend - niet in propagandafilms gespeeld. Hoe bent u daarin geslaagd?

,,Dat vraag ik mij zelf ook wel eens af. Eigenlijk heb ik veel geluk gehad. Maar ze konden me ook niets doen: ik was een Nederlander en was geen lid van de partij. En ze hadden me nodig om de mooie films te maken over zingen en dansen, die het publiek wilde zien.”

Tijdens de discussie over uw optreden liet directeur Cees Biezeveld van Kamp Amersfoort weten niet positief te staan tegenover een bezoek van u aan het monument. Wat vindt u daarvan?

,,Een bezoek aan Kamp Amersfoort zou nu niet goed zijn. Het zou iets schijnheiligs hebben, omdat het dan zoiets wordt van: kijk mij eens, ik ga er naar toe. Ik heb de afgelopen decennia wel een bezoek gebracht aan de voormalige concentratiekampen van Dachau, Mauthausen en Theresienstadt. Dat was zonder pers en als privépersoon.”

U bent de oudste nog actieve artiest en staat al zo’n 90 jaar op de bühne. Wat is het geheim van uw enorme vitaliteit?

,,Het werk houdt mij vitaal en ik houd zielsveel van theater. Ik kijk ook niet naar het verleden, maar richt me op de toekomst. Want alles wat achter je ligt, kun je niet meer veranderen. En ik heb nog heel veel leuke dingen die ik wil doen, zoals het optreden in Amersfoort. Veel collega’s stoppen met hun werk op 60-jarige leeftijd en denken dat ze dan eindelijk vrij zijn, maar na een paar maanden hebben ze er spijt van en is het te laat om terug te keren. Ik heb nooit stil gezeten en dat is ook mijn devies: ‘altijd doorzetten’.”

Wat verwacht u van uw optreden in Amersfoort?

,,Ik heb altijd heimee naar Nederland gehouden en het is een hartenwens op te treden in mijn geboortestad. Wat ik erg jammer vind en wat me veel verdriet doet is dat het optreden in Amersfoort een politieke kwestie is geworden.”

Enkele Amersfoorters opperden onlangs het idee om in Amersfoort een straat of plein naar u te vernoemen.

(Glimlachend) ,,Dat zou geweldig zijn, maar een straat krijg je niet zo snel naar je vernoemd. Men is daarin heel streng. Ik geloof er daarom nog niet zo in.”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie