Ingezonden: Besturen vraagt moed

25 januari 2013 om 00:00 Nieuws

Sinds anderhalve maand ligt het stadsbestuur lam. Iedereen kan daarover lezen in de media. Wie de coalitie van dichterbij volgt - en als coalitiepartij hebben wij dat uiteraard gedaan - weet dat die verlamming de laatste jaren langzaam is gegroeid. Er is dus meer nodig dan alleen een nieuw college, om dit op te lossen. De mentaliteit zal moeten veranderen, zowel binnen het college als bij de partijen in de raad. Deze column wil de bestaande situatie analyseren en mogelijke oplossingen aanreiken.

De diagnose

'Het politieke spel lijkt belangrijker te zijn geworden dan de beperkte bijdrage die de gemeente kan leveren aan de maatschappelijke opgaven van deze tijd.'

Dat zijn de woorden van Sebastiaan van 't Erve bij zijn vertrek als wethouder. Het politieke spel - op zich is er niets mis mee, integendeel zelfs. Maar zodra dit 'spel' de boventoon gaat voeren, is dat een belangrijke aanwijzing dat er iets mis is, een symptoom van een zieke politiek. Het politieke spel moet immers in balans zijn met andere factoren: de wil om binnen de coalitie aan de wensen van andere partijen te denken, de bereidheid om te stad te blijven besturen en het lef om compromissen te sluiten en te verdedigen. Als die factoren weg zijn, gaat het 'politieke spel' overheersen en wordt het iets negatiefs.

Nu was het in de coalitie niet allemaal kommer en kwel: de partijen deelden een visie op de stad, opgeschreven in het coalitieakkoord, en waren het op de meeste punten eens. Toch ontstond er langzaamaan op meer en meer punten twijfel en onenigheid. De drive om er samen (álle partijen) uit te komen werd steeds minder. De eerste slijtage trad op toen de huidige coalitie nog geen jaar bezig was: bij het Eemhuisdebacle in de zomer van 2011. Alle partijen waren het erover eens dat de verantwoordelijk wethouder moest opstappen. Maar de eerste barstjes kwamen over de vraag of er nog meer koppen moesten rollen.

Sinds medio 2011 lijkt het wantrouwen jegens het stadhuis en de verdeeldheid binnen de coalitie steeds groter geworden. Het gaat als volgt: de raad geeft het college een opdracht; het college voert die opdracht uit; vervolgens aarzelt de raad en is er ook onder coalitiepartijen geen consensus. Omdat de coalitie de voorstellen van het college en de uitkomsten van het onderzoek niet unaniem kunnen aanvaarden - en er dus geen raadsmeerderheid voor is - komt er een verzoek tot extra onderzoeken, second opinions of inspraakrondes; maar ook dat leidt niet tot een besluit. Steeds weer nieuwe opties komen op tafel en besluiten worden uitgesteld omdat geen enkele optie kan rekenen op een meerderheid. Gevolg: de raad verliest het vertrouwen in het college en het college raakt stuurloos door een besluiteloze raad. Een vicieuze cirkel.

We zagen de gevolgen van dit verschijnsel bij de discussies rondom de renovatie van het stadhuis en de westelijke ontsluiting. Ook in 2013 komen er onderwerpen op de agenda waarbij college en raad na diverse onderzoeken en debatten niet tot een besluit hebben durven komen. Denk aan de discussie over een nieuwe locatie voor de daklozenopvang. Niemand wil zo'n opvang in zijn achtertuin, diverse onderzoeken wijzen het Oliemolenkwartier aan als meest passende locatie, maar een besluit lijkt nog altijd ver weg.

Als de eensgezindheid is verbroken en de bereidheid om moeilijke besluiten te nemen tot een minimum is gereduceerd, gaat al snel het 'politieke spel' het beeld bepalen.

Het herstel

We hebben het hier over een probleem in de bestuurscultuur. Culturele factoren laten zich niet zo makkelijk beïnvloeden en wij willen ook niet pretenderen dat we dit wel eventjes gaan veranderen. Bovendien past ons een mea culpa: als coalitiepartner zijn wij medeverantwoordelijk voor de huidige situatie.

Omdat de coalitie leed onder een gebrek aan leiderschap en eenheid, is het wellicht goed om de zeven principes van goed leiderschap van Stephen Covey (1932-2012) onder de aandacht te brengen. Ook Bill Clinton nodigde Covey begin jaren negentig uit omdat hij diens principes wilde verwerken in zijn presidentschap. Voor Amersfoort kunnen zijn 'zeven principes' inspiratie geven.

De eerste drie principes zijn gericht op het versterken van de eigen onafhankelijke houding: 1) pro-actieve houding; 2) doelgerichte inzet en 3) prioriteiten stellen. Zowel college als raad zaten vaak klem, voelden zich belemmerd om tot effectief bestuur te komen. De bestuursstijl was reactief waar die proactief moet zijn: een coalitie die initiatief neemt en de durf heeft om verantwoordelijkheid te aanvaarden. Die scherp voor ogen heeft wat zijn doelen zijn en wat de waarden zijn die de diverse partijen binden. En een coalitie die weet welke prioriteiten zij wil stellen: wat is nu echt belangrijk in deze tijd, voor onze stad?

De volgende drie principes hebben te maken met samenwerking en wederzijdse afhankelijkheid. 4) streven naar gezamenlijk profijt (synergie); 5) aandacht voor andermans belangen (empathie) en 6) profijt uit verschillen halen. Drijf als coalitiepartij niet volledig je eigen zin door, ten koste van anderen, maar 'denk win-win'. Zorg dat alle partijen op zoveel mogelijk onderwerpen winst boeken bij het eindresultaat. Een uitruil van standpunten zoals Rutte en Samsom dat onlangs hebben gedaan, kan in dit kader dus problematisch zijn. Richt je aandacht op het begrijpen van anderen in plaats van ernaar te streven zelf begrepen te worden. En zoek in samenwerking een goede mix van de sterke punten van de diverse partijen, zodat het geheel meer is dan de som van de delen.

Het laatste principe luidt: 'houd de zaag scherp'. Anders gezegd: zorg dat er continue evaluatie is van de implementatie van de andere zes principes. Probeer het proces steeds te verbeteren. Neem rust en doe af en toe een stapje achteruit om het geheel te overzien. Daaraan ontbrak het in de vorige coalitie. We kwamen vooral bij elkaar in tijden van crisis. Maar binnen een coalitie is het van cruciaal belang om de onderlinge sfeer goed te houden en ook in tijden van rust telkens weer te bekijken of de principes waarop de samenwerking is gebaseerd, nog steeds helder voor ogen staan.

In al hun eenvoud kunnen de zeven principes van Covey ons stadsbestuur helpen om haar chronische zwakte te overwinnen. Het is geen wondermiddel, maar kan zeker handvatten bieden om de negatieve spiraal te doorbreken en de verhoudingen te verbeteren. We hopen dat de volgende coalitie hier beter naar luistert. Zo kunnen we verder tot 2014, maar leggen we ook een goede basis voor samenwerking na de verkiezingen.

Simone Kennedy, Gert Hunink, Remco van Mulligen

ChristenUnie Amersfoort

(Deze tekst is als column gepubliceerd op de website van ChristenUnie Amersfoort)

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie