Skip Foss

1 december 2010 om 00:00 Achtergrond

Het is avond. Het Nederlands elftal speelt een EK-kwalificatiewedstrijd tegen Finland. Uitgerekend tijdens deze wedstrijd heb ik een afspraak met voetbaltalent en vaste speler op het pleintje, de elfjarige Skip Foss. Belangrijkste onderwerp? Voetbal natuurlijk! Zijn grote passie sinds Skip op tweejarige leeftijd ‘aan de bal’ kwam.

AMERSFOORT - Tegenover de ingang van park Randenbroek, op loopafstand van de binnenstad en deels omringd door het water van de Heiligenbergerbeek, ligt het buurtje De Kattekampen. In het hart van de buurt, daar waar een aantal straten uitmondt in een pleintje, staan prominent twee doelpalen. Herma Klein Kranenberg

De bal is rond…

Ballen genoeg in huize Foss. In de gauwigheid tel ik er zo’n stuk of tien. In alle kleuren en maten. Op zijn zolderkamer, in een mand in de huiskamer. Alles ademt voetbal. Eentje die eruit springt is een Ajaxbal vol handtekeningen van beroemde spelers uit het elftal van nu. Een deel hiervan speelt vanavond in het oranje shirt, op weg naar het EK van 2012 in de Oekraïne en Polen.

Zo kwam het dat we, gezeten aan de keukentafel van de familie Foss, met een schuin oog op de verrichtingen van Oranje, praten over de grote en kleine dingen in het leven van een elfjarige, maar toch vooral over dat intrigerende spelletje voetbal.

De sportiviteit van Skip zit in de genen verankerd. De vele sportschoenen in de gang getuigen hiervan. Vader Ron en moeder Loes lopen geregeld halve en hele marathons. Ron trapte in zijn jeugd een aardig balletje en ook Loes liet zich niet onbetuigd. Balvaardig als ze is, wist ze in de afgelopen buurtvoetbalcompetitie tegen het nabijgelegen wijkje de Luiaard zoonlief Skip te imponeren met een fraai stiftje. ,,Dat was een mooie actie. Jammer dat het penalty’s schieten wat minder ging”, zo luidt het droge commentaar van Skip.

Kijken naar wat beter kan, zo spreekt uit deze opmerking van Skip. Is dit naast de sportieve inslag ook iets wat hij al vroeg heeft meegekregen? Vaststaat dat de tijd die hij de afgelopen jaren doorbracht bij de jeugdselectie van Ajax, vormend heeft gewerkt. Skip speelde in de E3 en later in de E2. Met beide teams werd hij eerste in de competitie.

Harde leerschool

Voorop bij deze Amsterdamse topclub staat het streven om jezelf altijd te verbeteren. ‘Een harde leerschool, maar wel heel professioneel en gedreven’, zo karakteriseert Ron de aanpak van Ajax. ‘Een voorbeeld: drie trainers gaan in gesprek met zo’n jochie over aandachts- en verbeterpunten. Over hoe hij zijn techniek kan bijslijpen, maar ook hoe hij aan zijn persoonlijke presentatie kan werken. Dat vind ik nogal wat voor een acht- of negenjarige. Skip deed dit goed hoor, professioneel bijna, maar ik bekeek het soms wel met verbazing. Geen idee hoe het mij vergaan zou zijn als ik daar als knulletje had gezeten.’ Loes vult aan: ‘Wij als ouders mochten er bij zitten, maar alleen als toehoorder. Skip was met hen in gesprek, niet wij!’

Een ander veelzeggend aspect van de methode Ajax: Je bent er altijd, zonder gezeur over hoofdpijn, files, regen of ander ongemak. Afspraak is afspraak. Zelf zorgen voor je spullen. Dus geen ouders die je sporttas inpakken. Je tas draag je ook zelf! Zelfstandigheid en mondigheid, daarop ligt het accent. En op balvaardigheid natuurlijk.

Moeiteloos rollen de anekdotes over tafel. Over Simon Tahamata, Hyung Suk, Frank de Boer, de onvermijdelijke Sjakie Zwart (‘Die was er altijd!’ roepen ze in koor), Dennis Bergkamp als trainer van de E2 met wie Skip op de foto staat. Achteloos is het plaatje in de keuken aan de muur geprikt: Bergkamp!

Mijn hart gaat er sneller van kloppen. Dennis Bergkamp: dat was toch de bijna perfecte voetballer, technisch begaafd, zelfbewust op een vriendelijke manier en nog aardig om te zien ook? Met als enige minpuntje zijn vliegangst? The Non-Flying Dutchman was een van zijn vele bijnamen.

De familie is verrast door mijn onvermoede kennis en borduurt meteen voort op de verschillen in karakter zoals Ajax die ziet bij spelers.

In de optiek van Ajax zijn er dienende en leidende spelers. Bergkamp was zo’n dienende speler. Veel talent, intelligent, gedreven maar ook met een zekere bescheidenheid. Aan de andere kant van het spectrum zit de leidende speler: iemand als Johan Cruijff. Bergkamp had het in het begin van zijn jeugdopleiding niet altijd even gemakkelijk bij Ajax. Spelers zoals hij moeten zich toch leren profileren.

Ron: ,,Voor een Ajacied geldt: wanneer je het veld opgaat, doe je dat met de uitstraling alsof je met 1-0 voorstaat. Sommigen noemen dat arrogantie, anderen zien het als het uitspelen van je talent. Hoe dan ook, Ajax vraagt wat van je, meer dan alleen uitmuntende balvaardigheid.’

Amsterdam Arena

Skip: ,,Als kabouter begon ik bij Quick. Daarna bij de F-jes in de F11. Al snel stond ik in de spits. Het scoren ging wel lekker. Binnen no time zat ik in de F1. Van daaruit ben ik naar de club CJVV gegaan. Ook daar ging het snel. Er stonden wel eens scouts langs het veld. Die werden getipt natuurlijk. Toen dook er opeens een brief op met het Ajaxlogo op de voorkant. Ik was gescout door Ajax en mocht naar de Arena om te trainen. Super.”

Loes: ,,Het was eigenlijk puur toeval dat die brief van Ajax werd onderschept door de club. Als vrijwilliger bij CJVV verrichtte ik wat coördinerende taken. Een collegavrijwilliger van de ledenadministratie ontdekte toen de bewuste brief die nota bene verkeerd was geadresseerd. Het had maar een haartje gescheeld of we hadden ‘m nooit onder ogen gehad!”

Ron: ,,Zo’n eerste brief met het logo van Ajax erop. Fantastisch. We zeiden tegen elkaar: die bewaren we! Later wende het wel, al die post met het Ajaxlogo. Maar die eerste, die vergeet je nooit.”

Droom wordt waarheid

Skip: ,,Super vond ik het. Volgens mijn moeder zei ik: Mijn droom wordt waarheid. Zo voelde ik het ook wel. Al gingen de andere dingen gewoon door hoor. School, hier spelen bij het pleintje, spelen met mijn vrienden. Dat veranderde niet. Ik had alleen minder tijd omdat ik veel moest trainen en reizen. Dat gaf niet, ik kreeg er zoveel voor terug. Ik vond het mooi om in de Arena te trainen en zoveel mee te maken. Leuke toernooien, geweldige trainingen, alles was goed georganiseerd.”

Ron: ,,Tiptop was het geregeld. Alles doen ze om je als speler goed uit de verf te laten komen. Dat merk je alleen al aan de opbouw van de training. Bij veel clubs is het alleen maar voetballen, voetballen, voetballen.

Ajax pakt dit anders aan. Ze starten vaak met judo, gym of met een gedegen looptraining. In geval je geblesseerd bent, kun je op de hometrainer, zwemmen, naar de fysiotherapie. Kinderen krijgen voedingsadviezen en coaching op het gebied van persoonlijke vaardigheden. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is begeleiding voor.”

Uitgangspunt is het talent dat Ajax ziet. Waar vervolgens keihard op wordt getraind, is dit talent te benutten. Dat betekent oefenen, oefenen, oefenen. Op techniek, spelinzicht en tactiek. Op snelheid en scoren. Op persoonlijke effectiviteit en zelfbewustzijn. Net zolang totdat de ware Ajacied tevoorschijn komt. Een Cruijff, een Bergkamp, een Foss!

Skip lacht bescheiden een klein lachje. Tja, het zou prachtig zijn als dit zo zou gaan. Helaas is de situatie nu anders. Bezuinigingen bij Ajax, in combinatie met een streng selectiebeleid, leidden ertoe dat hij en een aantal van zijn teamgenoten moesten vertrekken.

Hij speelt nu weer bij CJVV. Er is nog altijd belangstelling van clubs uit de eredivisie voor de verrichtingen van de jonge Kattekamper. Vitesse bijvoorbeeld wilde hem graag inlijven. Dit zou wel ingrijpende veranderingen met zich meebrengen. In Arnhem gaan wonen, daar naar de middelbare school. Dat was voor nu een stap te ver.

Skip voetbalt lekker in de D1 bij CJVV. Hij scoort veel en graag, heeft het naar zijn zin. Laat zich inspireren door voetballers van het niveau Kaká en Messi. Zelf maakte hij zijn mooiste doelpunt tot nu toe tegen Zeeburgia. ,,Op mijn borst, zo uit de lucht, en toen in een keer met rechts in de hoek.” Wat de toekomst brengt? Hij ziet het wel. Wie weet wat zich ooit nog aandient.

Dennis Bergkamp begon, na een aarzelend begin als ventje van twaalf bij Ajax, uiteindelijk aan een ongekende triomftocht over de Europese velden.

Stel. Dat. Ooit. Skip Foss als Flying Dutchman sierlijk aan de bal, scoort. Weet dan dat hij op dit Amersfoortse pleintje is begonnen. Skip, met stip op één in De Kattekampen.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie