Midden jaren '80 wist De Amerhorst ternauwernood te ontsnappen aan sluiting.
Midden jaren '80 wist De Amerhorst ternauwernood te ontsnappen aan sluiting. Koos van Noppen

Geschiedenis van De Amerhorst

17 februari 2021 om 11:19

'Hyper-moderne' flat met eigenzinnige glazen erkertjes

Koos van Noppen

PREMIUM Binnenkort gaat de sloopkogel tegen verzorgingshuis ‘De Amerhorst'. Het moet plaatsmaken voor nieuwe appartementencomplexen. Inwoners van het Leusderkwartier maken bezwaar tegen de geplande hoogbouw en willen inspraak. Aan de zijlijn van het gekrakeel werpen we een blik in de geschiedenis van de ooit ‘hypermoderne' flat met de eigenzinnige glazen erkertjes. De terugblik illustreert de ontwikkeling die zich in de afgelopen halve eeuw in de wereld van gepensioneerden heeft voltrokken.


De eerste bewoners waren vitale 65-plussers. Als ze al geen autootje voor de deur hadden, dan toch zeker een fiets in de schuur. De initiatiefnemers van ‘De Amerhorst' spraken bewust niet over een ‘bejaardenhuis', dat vonden ze te stigmatiserend. Het was een ‘woon- en verzorgingscentrum’, voor een prinsheerlijke oude dag. Al in het midden van de jaren ’50 werd er over de bouw van het huis vergaderd. Er was een schreeuwende behoefte aan. Eén van de bestuursleden van het eerste uur sprak over ‘wantoestanden’: ouders die noodgedwongen bij hun kinderen moesten inwonen, met als gevolg dat ze hun (klein)kinderen terroriseerden. Of, dat kwam ook voor, ze werden opgeborgen op een zolderkamertje. Het woonoord zou ook soelaas moeten bieden voor de ongetrouwde dames, die ergens in de stad op een gehuurde kamer woonden.


Ze kookten op een klein gasstelletje. Er waren al wel centra voor ‘ouden van dagen’ in de stad’, zoals het St. Pieters en Bloklands Gasthuis, De Lichtenberg, en het St. Joseph Gesticht, georganiseerd langs de lijnen van de toenmalige verzuilde maatschappij. De gereformeerden en christelijk-gereformeerden zouden samen ‘De Amerhorst’ neerzetten.


EIGENZINNIG Zes woonlagen zou het pand krijgen, wat in die jaren in Amersfoort nog niet veel voorkwam. Architect ir. Jan Grijpma voorzag het ontwerp van allerlei sprekende details. Zo mochten de gangen in het gebouw beslist geen tunnelachtige-ziekenhuis-uitstraling krijgen. Hij liet ze daarom taps toelopen. ‘Ze suggereren een ruimtelijkheid, met de zitjes als lichtend einddoel.’ De glazen erkertjes, de eigenzinnige uitbouwtjes van de woonkamers doorbraken op speelse wijze de gevel en bodenuitzicht op de stad. Elke kamer was uitgerust met toilet, een ongekende luxe in die tijd. De bovenste verdieping was gereserveerd voor een ziekenboeg en de huisvesting van de alleenstaande directrice, mevrouw Rooze, (‘tante Martha’) en de helft van de 22 medewerkers. Wel zo praktisch, als zich ’s nachts of in het weekend iets voordeed.


LEEFGEMEENSCHAP De bewoners van het eerste uur zouden tegenwoordig ‘actieve senioren' worden genoemd. Wie niets mankeerde kreeg voorrang bij de toekenning één van de 119 plaatsen. Illustratief was de uitspraak van een oud-bestuurslid: ,,Met een hele groep van onze bekenden uit Amersfoort dachten we met vreugde aan later, om dan met elkaar gezellig in De Amerhorst te gaan wonen." Bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd kon je er terecht, met een gezondheidsverklaring en toestemming van bestuur en directie. De animo voor een plek in het huis was groot, er was een lange wachtlijst. Maar de urgentie was niet vergelijkbaar met die van tegenwoordig.


De bewoners vormden een actieve leefgemeenschap; ze staken graag een handje uit in de keuken of bij de postbezorging. Er was een bloeiend cultureel leven; muziekgezelschappen kwamen er optreden, er was een zangkoor van bewoners en personeelsleden. Wekelijks ging een groep naar het sportfondsenbad; gymnastiek, handwerken, sjoelen, schaken, biljarten, de agenda was goed gevuld. Op gezette tijden werd een modehuis uitgenodigd om een kledingverkoop te organiseren. Een enkele keer gingen bewoners van ‘De Amerhorst’ samen met die van ‘Nijenstede’ een week op vakantie aan de Zeeuwse kust. Conciërge Van Bruxvoort was manusje van alles. Of er nu een schilderijtje moest worden opgehangen, een nieuwe garage gemetseld of een boekenkast getimmerd, hij regelde het.


INDICATIESTELLING In de beginjaren lag de gemiddelde leeftijd rond de zeventig jaar; in 1972 steeg die naar 79. In 1984 lag die al op 83. De indicatiestelling deed haar intrede. Samen met de stijging van de gemiddelde leeftijd vergde die steeds intensievere hulp en zorg. En in tijden van straffe bezuinigingen betekende dat onvermijdelijk verhoging van de werkdruk. De noodzaak om vrijwilligers in te schakelen nam toe; ook al bestond daarmee het risico dat werkgelegenheid werd aangetast, de directie had nauwelijks keus. Overigens was een enkele oproep al voldoende om tientallen hulpkrachten te mobiliseren.

w        Lees meer over de geschiedenis van De Amerhorst op De Stad Amersfoort.nl Premium.


De tekst is gebaseerd op het jubileumboek dat Koos Nieuwenhuis en Koos van Noppen in 2004 publiceerden bij het veertigjarig bestaan van ‘De Amerhorst'.



Midden jaren '80 wist ‘De Amerhorst' ternauwernood te ontsnappen aan een sluiting, door ook zorg te gaan bieden aan (hoogbejaarde) bewoners uit omliggende wijken en door de bouw van een complex aanleunwoningen. ‘De Amerrank' verrees en ‘De Amerhorst' onderging een forse renovatie. Een nieuw hoofdstuk werd geschreven met de bouw van de Bosrand. Het pand tegenover de ingang van ‘De Amerhorst' bestaat uit een mix van koop- en sociale huurappartementen. Ook hier was de animo groot: van de bijna 200 gegadigden woonde 80% in de omliggende wijken.


[WOESTEIGEN Nog even en dan is het moederhuis definitief geschiedenis. ‘De Amerhorst’ hadden ze het pand genoemd, na veel wikken en wegen. ‘Een hoge, veilige plaats (horst) ter hoogte van de Amer (Eem), de rivier waar Amersfoort zijn naam aan ontleend’. Oud-gemeentearchivaris dr. J. Hovy, één van de latere bewoners, had als alternatief geopperd: ‘Waterda(e)l’; zo heette het 17 e -eeuwse landgoed ten zuiden van de Bosweg, ooit aangelegd door Everard Meyster. Inmiddels draagt het straatje achter ‘De Amerhorst’, waar een kerk en school aan liggen, die naam. Hoe hoog of laag het nieuwe appartementencomplex ook wordt, het kan wellicht ‘Woesteigen’ gaan heten. Zo heette namelijk het gebied met de ‘woeste gronden’ ten zuiden van de stad in de middeleeuwen. Goed geschikt voor de bijen- en schapenteelt, plaggensteken, etc. De naam leeft nog voort in de Woestijgerweg. Het moet lang een toepasselijke term zijn geweest, want, zoals een bewoner van het eerste uur zich herinnerde: ‘Voordat ‘De Amerhorst’ hier stond, fietste ik hier graag langs, op weg naar den Treek. Deze omgeving was elke morgen een feest voor de hazen.’