VVD wil eerlijke toetsing voor opwaardering sportfaciliteiten

Deze raadsperiode heeft Amersfoort extra geïnvesteerd in sportvoorzieningen op basis van de lengte van de wachtlijst die een sportvereniging heeft. De VVD pleit voor heldere en duidelijk toetsbare criteria en heeft dit ingebracht bij de bijeenkomst van de Amersfoortse Sportfederatie op donderdag 6 februari.

Sportverenigingen zonder wachtlijsten komen met het huidige beleid niet snel in aanmerking voor financiering voor het opwaarderen van de accommodatie. Zeker niet als de vereniging niet in staat is om tweederde deel van de kosten zelf te dragen, waarbij de gemeente tot maximaal eendere deel bijdraagt (1/3-regeling sport). „De criteria voor opwaarderen zijn scheef en dienen tegen het licht te worden gehouden, daarnaast moet in beeld worden gebracht welke sportfaciliteiten aan opwaardering toe zijn, zodat er een duidelijke keuze kan worden gemaakt” aldus voormalig hockey international en kandidaat raadslid Maarten Flikkema (nr 3 op de VVD kandidatenlijst) die 6 februari namens de VVD aanwezig was. De VVD streeft naar heldere en duidelijk toetsbare criteria zoals speelintensiteit en bezetting.

Steeds vaker komt ter sprake dat sportverenigingen zich maatschappelijk moeten inzetten, door bijvoorbeeld hun accommodatie open te stellen voor sociale initiatieven. Het kan volgens de VVD niet zo zijn dat dit argument mee gaat tellen in het doen van investeringen vanuit het sportbudget. „Moet een accommodatie aangepast worden voor het faciliteren van sociale initiatieven, dan zal het benodigde geld uit een van de sociale budgetten moeten komen. Het budget voor sport in de Amersfoortse begroting is klein, we kunnen hier dus niet ook wensen vanuit de sociale hoek faciliteren” aldus Maarten Flikkema.

Flikkema geeft aan zich na de verkiezingen in te willen zetten voor een eerlijkere verdeling van de gelden tussen de sportverenigingen om noodzakelijk onderhoud uit te voeren. Deze verdeling zal moeten gebeuren op basis van meetbare criteria zoals slijtage van de voorzieningen en niet op basis van moeilijk meetbare criteria zoals maatschappelijk belang.