Het voormalige Museum Oud Amelisweerd.
Het voormalige Museum Oud Amelisweerd. BDU

College weer bestookt met vragen over MOA-debacle

30 april 2019 om 18:42 lokaal

AMERSFOORT De financiering van het opgeheven Museum Oud Amelisweerd verliep via allerlei duistere constructies. De gemeenteraad werd daarbij onvoldoende geïnformeerd.

Jeroen de Valk

Dit vermoedt Ben Stoelinga, raadslid namens Amersfoort2014. Stoelinga stuurde het college van burgemeester en wethouders een tweede serie vragen naar aanleiding van het faillissement van Museum Oud Amelisweerd (MOA), vorig jaar. Hij schrijft aan deze krant: ,,Tot en met augustus zullen om de veertien dagen in totaal zo'n driehonderd vragen worden gesteld.''

In deze tweede reeks vraagt Stoelinga of er geld voor de restauratie van de Elleboogkerk naar het Museum Oud Amelisweerd is gegaan. Het museum, waar werken van Armando werden geëxposeerd, ging in 2007 in vlammen op. Stoelinga berekent dat twee ton van de uitkering van de verzekering is overgebleven.

DOORSLUIZEN Ook wil hij weten wanneer en door wie werd besloten deze twee ton naar het MOA door te sluizen. Het zou enerzijds geen gek idee zijn - het MOA werd gezien als de opvolger van het museum in de Elleboogkerk - maar anderzijds: het gaat hier om geld dat voor een ander doel werd uitgekeerd.

Voorts stuitte Stoelinga op een aanzienlijk bedrag - één miljoen - dat door de Bankgiro Loterij werd overgemaakt voor de restauratie van de Elleboogkerk. Het geld werd door de museumkoepel Amersfoort in C naar het MOA doorgesluisd, zo schrijft Stoelinga. Heeft de museumkoepel hierover gesproken met het college? En kan dat wel, zomaar de bestemming wijzigen van een bijdrage?

GELDSCHIETERS Het raadslid komt ook met een lijst met meer fondsen en geldschieters: onder meer British American Tobacco, het KF Hein Fonds, de Vrede van Utrecht en het VSB Fonds. Zij hadden eveneens geïnvesteerd in de restauratie van de kerk. Is de lijst compleet? Welke bedragen werden er geschonken en waar zijn die gebleven?

Het stoort Stoelinga het meeste dat hij als raadslid onvoldoende zou zijn geïnformeerd. Dit ongenoegen ontstond al enkele jaren terug, toen hem signalen bereikte dat het MOA - een landhuis in Bunnik - weinig bezoekers trok. Na het faillissement deed het bureau Blue Yard een eerste onderzoek waaruit bleek dat het museum de rekeningen nooit had kunnen betalen, zelfs als het maximale aantal bezoekers werd bereikt.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie