Vijf jaar geëist voor Amersfoorters in overvalzaak

AMERSFOORT (JPU) - Vanwege twee overvallen op pompstations in Amersfoort en Soesterberg, hoorden twee Amersfoorters van 23 en 24 vandaag ieder vijf jaar celstraf tegen zich eisen voor de Utrechtse rechtbank.

Op 4 augustus liepen twee gemaskerde mannen het pompstation aan de Amsterdamseweg binnen. De baliemedewerker, die op dat moment alleen was, werd bedreigd met een mes en werd gedwongen de inhoud van de kassa en enkele sloffen sigaretten te overhandigen. Daarna gingen de overvallers ervandoor. Maar een getuige zag het kenteken van hun vluchtauto. Na een achtervolging wist de politie de auto in Hilversum tot stilstand te dwingen. De bestuurder bleek de 24-jarige Amersfoorter. Vanuit een politiehelikopter werd bovendien gezien dat een andere man tijdens de vlucht uit de wagen stapte en te voet verder vluchtte. Volgens de officier van justitie kon die man niemand anders zijn dan de 23-jarige verdachte

Zijn DNA werd niet alleen aangetroffen op kleding die in het bos was achtergelaten, maar ook op de lade van de kassa die de overvallers hadden aangepakt. De 24-jarige verdachte bekende woensdag zijn deelname aan de overval, maar de 23-jarige man beriep zich op zijn zwijgrecht.

Tegen de politie had de oudste verdachte gezegd dat hij de overval had gepleegd om nog één keer "iets leuks" te doen met zijn vrienden voor hij zich zou gaan verloven. De officier noemde die verklaring woensdag schokkend. Volgens de verdachte zelf had hij die uitspraak gedaan omdat hij zo onder stress stond door zijn aanhouding.

Beide Amersfoorters ontkenden dat zij eind juli een soortgelijke overval hadden gepleegd op het BP pompstation Vliegdorp in Soesterberg. Ze konden niet verklaren hoe het kwam dat zowel agenten als de ouders van de oudste verdachte hen herkenden op beelden van de beveiligingscamera's van het pompstation.

Daarop was te zien dat twee mannen met zonnebrillen op de medewerkster van het pompstation met een bijl bedreigden. Ze gingen ervandoor met de inhoud van de kassa en sloffen sigaretten.

De officier van justitie wees op de grote gevolgen die de overvallen hadden gehad op de slachtoffers, maar ook op hun collega's. Bij haar eis hield ze er rekening mee dat beide Amersfoorters eerder waren veroordeeld.

De rechtbank bleek het echter met advocate Esther van Elst eens dat er nader onderzoek moest worden gedaan naar de verstandelijke vermogens van de oudste verdachte. Volgens de reclassering zijn die mogelijk beperkt. Daarom hield de rechtbank de zaak tegen deze man aan tot januari.

In de zaak tegen de jongste verdachte doet de rechtbank uitspraak op 13 november.