Cataloguswoning contra zelfbouw
1 mei 2013 om 00:00 CultuurKavelpaspoorten, wenswonen, collectief particulier opdrachtgeverschap, het zijn allemaal begrippen die opduiken als het gaat om consumentgericht wonen. Hoe geven we de burger meer invloed op de manier hoe ze wonen en hoe spelen partijen, zoals gemeente, projectontwikkelaar, stedenbouw, bouwer daar op in?
Voor veel gemeenten en ook voor Amersfoort is dit een zeer relevant en actueel onderwerp, zeker in het licht van de haperende economie waarin naar nieuwe wegen wordt gezocht.
De ingezakte woningbouwmarkt leidt ertoe dat partijen nadenken over nieuwe woonconcepten. Aannemers kennen al sinds lang sinds lang kant en klare woonconcepten, bekend als ‘cataloguswoningen’. Maar dit zijn lang niet altijd kwalitatief hoogstaande ontwerpen en het resultaat is dat er vaak overal hetzelfde wordt gebouwd. In deze tijd van recessie, is het nog één van de weinige werkbare concepten. Maar willen we wel dat alles overal op elkaar gaat lijken?
Mensen, plekken en ook de stad vragen misschien wel om specifiekere woningen en niet alles hetzelfde op iedere plek. Het schort daar tot nu toe vaak aan. In 2000 lanceerde het Rijk in de nota ‘Mensen wensen wonen’. Daarin werd nogal optimistisch omschreven dat particulieren in 2005 een derde van de productie voor hun rekening zouden nemen. De crisis heeft dat optimisme echter behoorlijk getemperd. Alles ligt een beetje stil en het lijkt er ook op dat mensen vaak niet op de ‘sores’ van het zelf ontwikkelen zitten te wachten. Men wil gewoon een huis dat past bij hun behoefte en sfeer, om het even wie dat huis bouwt. En daarbij, ontwikkelen is immers een vak, dat niet iedereen in de vingers heeft. Hoe moet het dan wel? Hoe zorgen we dat er meer ‘gebiedseigen’ wordt gebouwd, passend bij de stad of de plek waar men woont en passend bij de persoon? Architecten, maar ook professionele partijen komen steeds vaker met eigentijdse alternatieven, zoals de woonkubus van Onix, vanuit een open-source benadering, maar ook woningconcepten met veel vrijheid en keuzemogelijkheden en zelfbouw-oplossingen.
Een andere weg is het ontwikkelen van nieuwe stijlen: uitgaande van de plek en de specifieke kenmerken van die plek, de functies, maar ook de karakteristieke stijlkenmerken van het gebied, eigentijds vertaald. Maar in het algemeen wordt een stijl pas naderhand als stijl herkend. Hoe te voorzien in goede stedenbouw met een goede logistiek, flexibel in de tijd en met goede gevarieerde plattegronden? Moeten we los komen van de ‘beeldkwaliteitsplannen’? En heeft iemand dan nog de regie in de ruimtelijke ordening? Deze en andere vragen staan centraal tijdens het Architectuurcafé van 6 mei a.s.
Sprekers
De volgende sprekers zijn uigenodigd: Dick Laheij van Heijmans huismerk &wenswonen): Ferdi Buijsrogge van Lely vastgoed;; HeraldRoelevink van Dolte Stedenbouw en Hans Sparreboom van de gemeente Den Haag. Als moderator treedt op Daniel Nagel van Beaumont
Voorprogramma: project Wikaza door conceptontwikkelaar en strateeg Berci Florian
De bijeenkomst wordt gehouden bij ZEEP architecten aan de Kleine Koppel 31, 3812 PG Amersfoort. Het begintijdstip is 20.00 uur en de toegang is gratis
Meer informatie: Johanna van der Werff E j.vanderwerff@fasade.nl
