Oud-wethouder Arriën Kruyt: ‘Droomwethouder, daarmee was ik zeer vereerd’

De PvdA zit niet meer in het college. Een streep door uw rekening?

,,Ik was graag wethouder gebleven, ik heb deze functie met ontzettend veel plezier en genoegen uitgeoefend. Maar ik zag al een paar jaar geleden dat de PvdA landelijk veel terrein verloor en dat heeft altijd plaatselijke gevolgen. Wat me wel heeft verrast is dat de PvdA geheel buiten het nieuwe college is gevallen. Het vorige college heeft de stad goed en degelijk bestuurd. Het voelt nu alsof VVD, GroenLinks en het CDA de PvdA hebben omgeruild voor BPA en D66. Van de BPA had ik dat wel verwacht, maar van onze voormalige coalitiepartners niet. Daarin ben ik wel teleurgesteld, ja.”

Wat vond u het leukste aan het wethouderschap?

,,Het contact met al die groepen mensen in de stad: mensen die te maken hebben met armoedebestrijding, met kunstenaars, bewoners van Nieuwland en Hoogland waarvan ik wijkwethouder was en verder contacten met ministers, gedeputeerden en heel veel bedrijven. Dat heb ik allemaal als buitengewoon boeiend en inspirerend ervaren en zal ik ook gaan missen. Ik zal altijd mensen blijven ontmoeten, maar deze positie is uniek.”

Waarvoor maakt u zich sterk?

,,Vier jaar geleden was de relatie met de Provincie Utrecht slecht. Ik heb vrijwel direct contact gelegd met enkele gedeputeerden en heb ze uitgenodigd om de stad te bekijken. Ook heb ik alle mogelijke bijeenkomsten van de provincie bezocht: de liefde moet van twee kanten komen. Dat heeft de gemeente miljoenen opgeleverd aan subsidies. Nog belangrijker is dat de provincie nu goed meewerkt op het gebied van ruimtelijke ordening.”

,,Ook het Huis van de Watersport leek aanvankelijk een vastgelopen dossier. We moesten niet alleen onderhandelen met de provincie, maar ook met het waterschap en het ziekenhuis. Ik kon gedeputeerde Krol ervan overtuigen dat we een goed integraal plan hadden voor het hele gebied. Ja, straks mag iemand anders het lintje doorknippen, maar ik weet wat ik bestuurlijk heb gedaan..”

Met wat voor gevoel kijkt u terug?

,,Ik ben buitengewoon tevreden. Vier jaar geleden wisten we bijvoorbeeld niks van glasvezel. Nu is Amersfoort de eerste 100.000-plus gemeente die over drie jaar in elk huis en elk bedrijf glasvezel heeft. Daarmee zetten we ons qua werkgelegenheid en economische positie enorm op de kaart. En ronduit apetrots ben ik dat we in 2008 en 2009 de beste sociale dienst van Nederland zijn geworden.”

Een van de projecten die niet is gelukt, is de kunstijsbaan.

,,Dat is een grote teleurstelling. Het is zuur omdat er heel veel tijd en energie in is gestoken. Maar in deze tijd van economische crisis zit het er niet in: je krijgt de gebiedsontwikkeling niet rond en je vindt geen bedrijven die willen investeren. “

Uw aanvankelijke populariteit leek gaandeweg wat te kantelen. Hoe heeft u dat ervaren?

,,Het is lastig je eigen imago te beoordelen. Ik weet dat ik binnen de sportverenigingen erg goed lag. Binnen de gemeenteraad was dat verdeeld. De BPA was oppositie en mag natuurlijk wat lullig tegen me doen. Maar ik vind dat die partij af toe te ver ging, dat er sprake was van stemmingmakerij. Daarentegen lag ik bij de SP heel goed. Die partij noemde me de droomwethouder. Daarmee was ik zeer vereerd.”

Ook binnen culturele instellingen werd gemord over uw beleid.

,,Culturele instellingen zijn nooit tevreden. Je betaalt altijd te weinig, je doet het nooit goed genoeg. Als wethouder weet je dat de keuze voor bijvoorbeeld meer toneel, ten koste gaat van bijvoorbeeld meer muziek. Ik heb heel bewust gekozen voor meer mogelijkheden voor de jeugd. Eenderde van de inwoners van de stad is onder de 24 jaar. Ik denk dat we er in geslaagd zijn meer jongeren bij cultuur te betrekken. Kijk naar prachtige initiatieven als Gluren bij de Buren, de Kultjurloop en wat er allemaal op de Wagenwerkplaats en bij Scholen in de Kunst gebeurt.”

Wat gaat u nu doen?

,,Ik ga weer terug naar mijn oude vak van interim-manager. Dat heb ik 14 jaar lang met heel veel plezier gedaan. Verder ga ik op verzoek van de PvdA cursussen geven aan beginnende raadsleden en wethouders. Voor de rest zal het loslaten zijn en beseffen dat ik geen bestuurlijke verantwoordelijkheid meer heb.”