De Bruit dwalend bij de voorde

17 februari 2010 om 00:00 Nieuws

AMERSFOORT - Velen hebben de ervaring dat de voorbereiding van een vakantie meer plezier brengt dan de vakantie zelf. Een soortgelijke ervaring levert Amersfoorts nieuwste geschiedenisboek. Het verscheen in 2009 onder de naam “Bruit van d’ Eem” (naar Vondel). Jaren is gewacht op dit standaardwerk. Het zou ons de werken van Van Bemmel (1760) en Van Rootselaar (1878) doen vergeten. Helaas wint ook hier de voorpret. In ieder geval wat betreft de eerste eeuwen van de beschreven stadsgeschiedenis. Uit die eeuwen zijn weinig schriftelijke bronnen overgebleven. Dat maakt dat stuk geschiedenis zo spannend. De leemten moeten we invullen met algemene informatie uit die tijd, vergelijking met andere plaatsen en met onze verbeelding. Soms slaan we daarbij de plank mis. Of er zijn meerdere visies mogelijk. Over de eerste eeuwen valt dus veel te schrijven. Maar die eeuwen komen er in de ‘Bruit’ bekaaid af.

Door de gekozen opzet is het niet eenvoudig om een goed zicht te krijgen op een bepaald onderwerp. Zo komen de Heren van Amersfoort die de bisschop van Utrecht dienen op diverse plaatsen aan de orde. En niet altijd is de informatie gelijkluidend. Van Bemmel noemt als oudste oorkonde die uit 1119 waarin ene Diederick als heer van Amersfoort optreedt. De ‘Bruit’ noemt de oorkonde niet eens, laat staan dat men hem bespreekt. Slechts wie de moeite neemt de verwijzingen, in het andere deel, na te lezen komt erachter dat de oorkonde als ‘verdacht’ is aangemerkt. Het predikaat ‘verdacht’ is voor oorkondes waarvan het niet uit te sluiten valt, dat ze vervalst zijn. In dit geval verwijst men naar het Oorkondeboek van Utrecht uit 1920. Daarin de kanttekening dat het mogelijk ‘een 17e eeuwse vervalsing met genealogische bedoelingen’ is. In de oorkonde schenkt Diederick goederen aan zijn dochter. Hij doet dat ‘ten Zutphensen rechte’. Het ligt dus voor de hand dat de originele oorkonde in Zutphen is gedeponeerd. In het oorkondeboek van Gelre en Zutphen staat inderdaad dezelfde oorkonde in vrijwel gelijke bewoordingen. En ditmaal zonder de aantekening dat de oorkonde ‘verdacht’ is ! Veel oormerken als ‘verdacht’ en ‘vervalsing’ zijn volslagen ten onrechte gegeven door de Duitse prof. O. Oppermann en zijn volgelingen. Hij is in het begin van de vorige eeuw in dienst van de Universiteit Utrecht. Gelukkig zijn de meeste aantekeningen van deze heren in de laatste decennia teruggedraaid. Het is de ‘Bruit’ ontgaan.

De bisschopshof in Amersfoort stelt men in de ‘Bruit’ voor als een boerderij. Het vormt het agrarische middelpunt van de omgeving. De schrijvers stellen de boerderij voor als een buitenhuisje (pied-à-terre) van de bisschop van Utrecht. Ze geven aan dat de boerderij er in ieder geval in 1196 staat. Maar in diezelfde jaren (1190-1200) laten ze de bouw beginnen van de toren van de bijbehorende kapel. Dezelfde stenen toren die nog steeds de Sint Joriskerk siert. Een toren bouwt men ter voltooiing van een kapel of kerk. En in die jaren zijn stenen gebouwen zeldzaam. Maar bij de toren van het kapelletje bij de houten boerderij zijn kosten noch moeite gespaard. De toren heeft zijden van 7½ x 8 meter, is 20 meter hoog en de muren zijn 2 tot 2½ meter dik ! Wie de schrijvers volgt ziet een knots van een stenen toren bij een houten boerderij. In de ‘Bruit’ staan geen vraagtekens.

De buitenwereld lijkt geen invloed te hebben op de eerste eeuwen van Amersfoorts geschiedenis. Maar vraagtekens zijn ook daarbij op hun plaats. In het midden van de 11e eeuw verovert de graaf van Gelre de Veluwe op de bisschop. Het begin van oorlogshandelingen die met tussenpozen duren tot rond 1500. De eerste oorlog begint rond 1080. Er treedt een wapenstilstand in als de paus (1095) oproept tot de eerste kruistocht. Direct na die tocht laaien de gevechten om en op de Veluwe weer op. De Eemvallei is grensgebied. Geen omgeving om een boerderij als tweede huisje neer te zetten. En zeker niet op de gekozen locatie, daar waar de belangrijkste route tussen oost en west Nederland, over de Langestraat, de Vallei kruist. De boerderij staat op een steenworp afstand, op het terrein van de huidige Sint Joriskerk. Kortom een politieke en militair-strategische locatie. Een vestiging die de bisschop niet laat leiden door een agrarische zetbaas met een beperkt mandaat. Op die post heeft hij een krachtig leider nodig, die ook het zwaard hanteert en zelfstandig optreedt. Vanuit de versterkte bisschopshof bestuurt hij uiteraard het gebied en int hij tienden (belastingen). Geen tweede huisje om te relaxen, maar een werkplek. De bisschop komt er voor zaken, die hij ter plaatse in oorkonden vast legt.

In Amersfoort zijn er geen dwazen (lees amateurs) die de wijzen (professionals) scherp houden door stimulerende vragen te stellen. In Amersfoort is publiceren voorbehouden aan de beroeps. Misschien moeten de Amersfoortse liefhebbers eens nadenken over de mogelijkheid hun eigen weg te gaan. Bijvoorbeeld een historische kring, waar de vrijheid van meningsuiting ook voor hen geldt. Toch is er ook een teken van hoop van professionele zijde. De stadsarcheoloog, mevrouw Francien Snieder, heeft aangegeven wel een deel 0 te willen schrijven over de periode tot het jaar 1000. Dat boek krijgt een meerwaarde als ze die periode oprekt tot en met de middeleeuwen of in ieder geval tot 1259. De amateurs die bij het Archeologische Centrum werken, zijn vast bereidt zich volledig in te zetten. De ‘Bruit’ staat, na het lezen van zo’n 200 blz., in de boekenkast. Van Bemmel blijft onder handbereik.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie