Een gedicht over de Keistad

1 april 2009 om 00:00 Nieuws

In 1946 verhuisde Marjan Gies van Twente naar Amersfoort en is, op een kleine pauze in Leusden na, nooit meer weggegaan uit de Keistad. Het mooiste aan Amersfoort vindt hij dat de binnenstad zo goed bewaard is gebleven. ,,Behalve de schreeuwende logo’s van de winkels, zijn de gevels nog prachtig. En vergeet ook de poorten zoals de Monnikendam niet.” Maar niet alleen de binnenkant van de stad vindt hij mooi, ook de buitenkant. ,,Je bent vanuit de stad zo in het bos. De ligging is prachtig.” Dat sommige mensen klagen dat Amersfoort een klein provinciestadje is, vindt hij onzin. ,,Ik denk dat Amersfoort een bruisende stad is. Er is altijd al veel te doen geweest.”

Marjan Gies schrijft een ‘Ode aan Amersfoort’ VERMEERKWARTIER - Iets minder dan 50 jaar geleden schreef Marjan Gies (89) het gedicht ‘Ode aan Amersfoort’ voor een collega die afscheid nam. ,,Hij was gek op Amersfoort en ik werd gevraagd om een woordje te doen. Ik schreef toen onder andere dit gedicht,” vertelt Gies. Het enige wat hij nu hoefde te doen om het gedicht ‘up to date’ te maken, was het woord zevenhonderd in zevenhonderdvijftig veranderen.

door Anke Henni

Ode aan Amersfoort is niet het eerste gedicht dat meneer Gies over de stad schreef, al is het wel een van de weinigen. ,,Meestal schrijf ik wat meer filosofische gedichten, maar ik ben op het moment bezig met een gedicht over de grootste Amersfoorter aller tijden. Dat gedicht gaat eigenlijk over Jacob van Campen, Piet Mondriaan, Everard Meyster, Armando, Johan van Oldenbarnevelt en de Onze Lieve Vrouwe Toren.” Volgens Gies is Van Oldenbarnevelt de grootste Amersfoorter aller tijden. Daar heeft hij ook op gestemd in verband met de verkiezing van de grootste Amersfoorter aller tijden. ,,Maar in het gedicht dat ik nu schrijf, krijgt dat een andere wending.”

Ondanks dat hij slechtziend is, redt meneer Gies zich nog aardig met pen en papier. In zijn woonkamer staat een soort computerscherm met drie grote knoppen. Als hij zijn papiertje onder het apparaat legt, wordt het beeld geprojecteerd op het scherm. ,,Met de knoppen kan ik in- en uitzoomen. Op het scherm kan ik dan zien wat ik schrijf.”

Hoewel hij dichten erg leuk vindt, gaat het niet vanzelf. ,,Ze zeggen wel eens dat dichten bestaat uit één procent inspiratie en 99 procent transpiratie,” vertelt hij lachend. ,,Soms heb ik een idee en wil ik er een gedicht over schrijven, maar duurt het heel lang voordat het gedicht compleet is.” Hoe lang hij meestal met een gedicht bezig is, kan hij niet zeggen. ,,Dat verschilt heel erg. Het ene gedicht is langer dan het andere en bovendien heb ik soms meer inspiratie dan op andere dagen.”

Meneer Gies weet nog niet precies wat hij tijdens het feest Amersfoort 750 gaat doen. ,,Tijdens Amersfoort 700 ben ik wel naar de optocht gaan kijken en naar bijeenkomsten in de Markthal geweest. Nu weet ik het nog niet, maar ik heb het programmaboekje ook nog niet goed bekeken.” Bovendien denkt Gies dat hij het feest Amersfoort 700 misschien wel leuker vond dan Amersfoort 750. ,,Het was toen veel eenvoudiger. Er was een grote optocht van mensen die in middeleeuwse klederdracht liepen. Amersfoort was toen echt nog een provinciestadje.” Vooral de Keifeesten die in die tijd ieder jaar gehouden werden, vond meneer Gies erg leuk. ,,Ik ging daar graag naartoe. Bovendien was Amersfoort in die tijd zo klein dat iedereen elkaar leek te kennen. Dat maakte het extra gezellig.”

u Het is niet precies duidelijk wat de juiste spelwijze is van de achternaam van Johan van Oldenbarnevelt. De meeste instellingen gebruiken een -t aan het einde, alhoewel in het Rijksmuseum de ‘Origineele handtekening van Johan van Oldenbarneveld’ te bewonderen valt. Hij schreef het zelf dus met een -d. Sommige mensen beweren echter dat de juiste spelwijze Johan van Oldenbarneveldt is. Met -dt dus. Omdat met een -t de meest voorkomende vorm is, hanteert de Stad Amersfoort die schrijfwijze.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie