Reparatie aan een steen op de Bloemendalse Poort.

30 juli 2008 om 00:00 Nieuws
Samen opschilderen van grafsteen vanUriel Birnbaum op begraafplaats Soesterweg. Dominee Kees Sybrandi en rabbijn Simon Evers. AMERSFOORT - Van 21 juli tot 25 juli verrichtte een groep van de Stichting ‘Boete en Verzoening’ werkzaamheden aan de joodse begraafplaatsen in Amersfoort. Door de gemeente Amersfoort wordt het gras van de begraafplaats Bloemendaalse Poort onderhouden. Maar voor de wildgroei van klimop en andere woekeraars komt ook Eemfors handen te kort. Daarnaast worden de ruim 250 jaar oude grafstenen door schimmels, algen en mos bedreigd en moeten de stenen gereinigd worden met een speciale hogedrukspuit. De joodse gemeenschap zelf mist door de uitroeiing in de Tweede Wereldoorlog een hele generatie die zo’n karwei op zich had kunnen nemen. De kleine gemeenschap nu bestaat voor een deel uit oude mensen. De actieve leden hebben hun handen al vol aan het laten voortbestaan van de gemeenschap en zijn door de werkdruk overbelast. Daarom werd het aanbod van de Stichting om de begraafplaatsen op te knappen met beide handen aangegrepen. Op de Soesterweg heeft niet zo zeer de ‘groenterreur’ toegeslagen, alswel dat de stenen door de luchtverontreiniging zodanig zijn aangetast dat de tekst in vele gevallen nauwelijks meer te lezen valt. Door zo’n 30 mensen van ‘Boete en Verzoening’ worden de teksten met kwastjes en een soort stempelkussen, gedoopt in speciaal zwartsel, weer leesbaar gemaakt. Wat is de motivatie van deze groep mensen die een week van hun vakantie hieraan besteden. Dat wordt verduidelijkt door Beata, die haar woonplaats Haarlem een week lang voor Amersfoort verruild heeft om in weer en wind op de begraafplaats te werken. ’s Avonds trekt ze met de hele groep naar camping Woensberg in Huizen om er te eten en te slapen. Zelfs het eten wordt door enkele leden van de Stichting zelf klaargemaakt ,,Ik ben opgegroeid in een gelovig gezin dat was aangesloten bij het Leger des Heils. Hoewel zijzelf altijd gelovig is gebleven, deed ze er weinig mee. Ook ging ze niet meer zo vaak naar de kerk. Maar dat veranderde toen haar jongste zoon met een meisje thuis kwam, van wie de vader eiste dat hij met haar mee naar de kerk zou gaan.” Deze handreiking greep Beata meteen ook voor zichzelf aan en ze begeleidde haar zoon naar de Gereformeerde Kerk vlakbij haar huis. En daar gebeurde het dat ze haar hart opende voor God. Midden in de dienst drong de tekst van het lied dat ze zong tot haar door: De Heer heeft mij gezien en onverwacht werd ik opnieuw geboren en getogen. ,,Dat lied vertolkte precies wat er toen met mij gebeurde. Ik kwam in aanraking met het vurig brandende hart van God. Het leek op liefde op het eerste gezicht. Als je verliefd bent op iemand, wil je die persoon graag goed leren kennen”, zo legt Beata uit. ,,Ik wilde God goed leren kennen, maar hoe moest ik dat aanpakken. De Bijbel had ik al zo vaak gelezen, dat was niet helemaal wat ik wilde. Ik besloot me aan te melden bij de bijbelstudie groep van die kerk. Degene die de leiding daarvan had, was heel nauw betrokken bij de Stichting Boete en Verzoening. Die persoon hield van het joodse volk en ging naar Rusland en Israël om ten bate van de joden aldaar te werken. Ik werd overal mee naar toe genomen en zo kwam ik in aanraking met dominee Kees Sybrandi, oprichter en geestelijk leider van de Stichting, waar ik veel geestelijk voedsel en onderwijs kreeg. In Jesaja 57:14 staat: ‘Verhoogt, verhoogt, bereidt de weg. Verwijdert de struikelblokken van de weg van Mijn volk.’ In mij groeide ook het verlangen om de struikelblokken, die in de loop der eeuwen tegen de joden waren opgeworpen, te helpen verwijderen.” Vanaf 2002 werkt Beata mee en voelt daarbij een diepe verbondenheid met God en het joodse volk, maar zeker ook met de andere leden van de groep die allemaal even bevlogen zijn. ,,Het lijkt erop dat het de wil is van de Hemelse Vader dat ik en ook de anderen meewerken aan dit project. Ik persoonlijk, ervaar dit als een geschenk.” Sinds 1985 zijn er door teams van 15 tot meer dan 60 mensen herstelwerkzaamheden aan begraafplaatsen uitgevoerd. Maar zeker ook een bijzondere ervaring was de opvang van joodse getuigen in processen tegen oorlogsmisdadigers in Nederland en Duitsland. In de weekenden werden deze getuigen, van wie alle ellende tijdens de rechtszittingen weer naar boven was gekomen, door de autoriteiten aan hun lot over gelaten, hoewel ze ver van huis en hun familie waren. Door hen de hand toe te steken, groeide er een vertrouwen dat door alle terechte achterdocht van joodse zijde niet meer mogelijk leek. Het sterkte de groep om op deze weg door te gaan. Niet evangeliseren, maar daadwerkelijk een hand uitsteken en hopen dat die ander de hand zal aannemen. Bij een gezamenlijke maaltijd in het gebouw van de joodse gemeente Amersfoort werden veel woorden van vertrouwen uitgewisseld en was er een levendige discussie tussen dominee Sybrandi en de Amersfoortse rabbijnen mogelijk. ‘We werken niet aan dode stenen, maar aan levende harten’
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie