Levende Geschiedenis in de Mannenzaal

24 juli 2008 om 00:00 Nieuws

BINNENSTAD - Al meer dan 15 jaar is de mannenzaal in de maanden juli en augustus het toneel voor Levende Geschiedenis. Rolspelers maken het mogelijk dat bezoekers anno nu zich kunnen onderdompelen in het dagelijks leven van een verzorgingstehuis anno 1907. Wat vinden de gastelingen eigenlijk van hun dagelijks leven in dit gasthuis en wat houdt hen bezig? Tegenwoordig geeft een teringjuffrouw voorlichting over het voorkomen van tuberculose en leren kinderen een vak op school.

In de Mannenzaal is discussie ontstaan over de bestrijding van tering. Aan tuberculose, in de volksmond tering genoemd, stierven aan het begin van de 19e eeuw in Nederland jaarlijks zo'n 10.000 mensen. Gasteling Jacob Meys heeft van de teringjuffrouw gehoord dat hij, om niet ziek te worden, goed zijn handen moet wassen, niet op de grond moet spugen en een zakdoek moet gebruiken. Jacob weet niet zeker of hij dat moet geloven, de binnenmoeder is een paar maanden geleden overleden aan de tering en zij was altijd heel proper. De teringjuffrouw zegt ook dat ezelinnenmelk niet helpt. Jacob weet dat zo net nog niet.

Op het gebied van scholing verandert er rond de eeuwwisseling het een en ander. Meisjes kunnen nu naar school om een opleiding te volgen voor dienstbode. Ze leren dan koken, huishouden en naaiwerken. Ondermoeder Van de Biezenbosch staat er argwanend tegenover, het werk leer je toch het beste in de praktijk: ,,Als zulke meisjes hier worden aangenomen zal ik ze nog veel moeten leren. Ze moeten echt niet denken dat ze alles kunnen omdat ze op school hebben gezeten. Ik ben en blijf gewoon de ondermoeder en als ze een grote mond hebben dan sta ik meteen bij meneer Hartering die ze dan wel naar de regentessen zal sturen."

Een ambacht leren

Ook de gastelingen hebben vroeger allemaal een vak geleerd bij een werkgever. Maar sinds 1901 is er een ambachtsschool voor jongens in Amersfoort. Een achterneefje van Hendrik Jekel, Klaas, leert daar voor meubelmaker. Hendrik vindt het een goede zaak en hoopt dat Klaas z'n best doet. Misschien kan hij dan in de Mannenzaal de kapotte stoelen komen repareren. De regenten willen daar nu geen geld aan besteden, want volgends jaar verhuizen de mannen naar het nieuwe gasthuis en krijgen ze nieuwe meubels.

De Mannenzaal

Sinds het begin van 16e eeuw wonen er gastelingen in de mannenzaal van het Sint Pieters en Bloklandsgasthuis aan de Westsingel. Rond 1900 is het gasthuis zo sterk verouderd dat nieuwbouw de enige oplossing is voor betere woonomstandigheden. In 1907 gaat de slopershamer in het oude gebouw. Gelukkig realiseert een aantal mensen zich dat het Sint Pieters- en Bloklands Gasthuis het enige laatmiddeleeuwse gasthuis in Nederland is en grote historische waarde heeft. Toenmalig rijksbouwmeester Pierre Cuijpers zorgt ervoor dat de mannenzaal en de kapel gespaard worden.

Wanneer zijn de gastelingen in de mannenzaal te bezoeken?

Van dinsdag t/m vrijdag tussen 11.00 en 13.00 uur en tussen 14.00 en 16.30 uur. Op zaterdag en zondag van 13.00 tot 16.30 uur.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie