Deze graffito op één van de gebouwen van het Sinaï Centrum is van A. Horn.

25 april 2008 om 00:00 Nieuws
Op 30 juni 1958 werd de eerste steen voor de gebouwen gelegd door Karel Lansberg. AMERSFOORT - De dag dat ik mijn moeder als alzheimerpatiënte naar het Sinaï Centrum moest brengen, was een vreselijke dag. Niet alleen omdat ze voorgoed uit de familiekring weg moest, maar ook de beladen plek waar deze inrichting gevestigd was, deed haar opname geen goed. Ze was bang voor de rammelende sleutels, waarmee alle deuren achter haar op slot werden gedaan. Het deed haar denken aan de oorlog, waarbij ze, voor haar eigen veiligheid, opgesloten zat tussen vier muren. In de verte hoorden we het schieten vanaf het oefenterrein Leusderheide en zeer nabij was het voormalige Kamp Amersfoort, waar mijn mans vader gevangen werd gehouden. Later zou ik bij een jubileum van het Sinaï Centrum aan een oudere man, die belangstellend naar mijn functioneren daar vroeg, zeggen: ‘Wie deze instelling op deze plek heeft gevestigd, is niet goed wijs’. Ik weet nu pas hoe ik hem daarmee gekwetst moet hebben, want deze man was de beroemde psychiater Armand Sunier, onder wiens leiding als geneesheer-directeur een kliniek werd opgezet die volledig aan de moderne eisen van de psychiatrie voldeed. Het streven was om het grootste deel van de opgenomen patiënten door medicamenteuze en psychotherapeutische behandelingen na circa drie maanden te kunnen ontslaan. Hij wilde af van ‘chronische’ patiënten die aan inrichtingsfixatie leden. Hij verwachtte snelle doorstroming, zodat nieuwe joodse patiënten uit de samenleving konden worden opgenomen op de afdelingen met de namen Jacques Lobstein en Jan Kat, waarmee beide geneesheren van het Apeldoornsche Bosch werden geëerd. Helaas gold dat niet voor de afdeling waar mijn moeder terechtkwam, de afdeling voor demente bejaarden met de naam Beth haCarmel, genoemd naar het laaggebergte in Noord-Israël en ook niet voor de afdeling voor de zwakzinnigenzorg Beth haTabor, de berg waar de profetes Debora samen met legeroverste Barak een overwinning behaalde op de krijgsheer Sisera (zie bijbelboek Richteren). Bij de naoorlogse heroprichting van de joods psychiatrische zorg wilde men absoluut niet meer de naam ‘Het Apeldoornsche Bosch’ gebruiken. Het Sinaïgebergte waar ruim 3000 jaar geleden de Tien Geboden aan het joodse volk waren gegeven, was een goede plaatsvervanger, want het verhaal gaat dat daarbij alle aanwezige zieken werden genezen. De naam paste ook goed bij de geaccidenteerde ligging van de Laan 1914 op de Amersfoortse Berg. Op 30 juni 1958 werd de eerste steen gelegd door Karel Lansberg, bestuurslid van het ‘Centraal Israëlietisch Krankzinnigengesticht’ en het enige lid van het vooroorlogse dagelijkse bestuur die de jaren ’40-‘45 had overleefd. Op 5 september 1960 werd de Sinaï Kliniek in kleine kring ingewijd en op 18 oktober van dat jaar werd het officieel door Koningin Juliana geopend. Ze stak daarbij een koperen lamp aan, die als eeuwig brandend licht de nagedachtenis van de omgekomen patiënten en het verplegend personeel van het Apeldoornsche Bosch in herinnering houdt. In 1966 veranderde de naam van Sinaï kliniek in Sinaï Centrum. In 1968 werd Beth haCarmel geopend, want er was en is door de vergrijzing onder de joodse bevolking een stijgende behoefte aan geronto-psychiatrische opvang. In 1969 kreeg de inrichting de totale opleidingsbevoegdheid in het medisch specialisme psychiatrie voor zowel verplegenden als artsen. Op 1 juni 1975 werd de voorganger van de joodse gemeente Amersfoort, rabbijn Binyomin Jacobs als geestelijke raadsman aangesteld. In een eerder interview vertelde hij dat de hele psychiatrie toen een gesloten medisch gebeuren was, waarbinnen iedere buitenstaander als vijand werd gezien. Pas toen hij in contact kwam met de ‘Vereniging voor Geestelijken in de Psychiatrie’ kreeg hij de kracht om door te gaan en een aparte Dienst Geestelijke Verzorging in het Sinaï Centrum op te richten. Doordat zijn werkterrein bijna geheel joods Nederland omvat, kent hij de noden van joden in alle uithoeken van het land. Omdat het Sinaï Centrum het enige joods psychiatrische ziekenhuis in Europa is, zijn de contacten die rabbijn Jacobs vooral in België heeft, van groot belang voor opname van buitenlandse patiënten. Nog in 1968 konden de kinderen die tot dan toe nog in het oude Achisomog in Apeldoorn verpleegd werden, overgaan naar de jeugdafdeling van het Sinaï Centrum met de naam Beth haTabor. Deze was onderverdeeld in drie groepen jongeren, al naar gelang hun geestelijke stoornis: Arawa (wilg), Hadas (myrthe) of Tamar (dadelpalm). In 1971 kwam er als aanvulling op deze drie afdelingen aan de Leusderweg een gezinsvervangend tehuis, dat later naar de Balistraat verhuisde. Inmiddels zijn de kinderen van toen uitgegroeid tot volwassenen met een gemiddelde leeftijd van 48 jaar, die een heel andere verzorging nodig hebben. In het bijzondere, langwerpig ontworpen complex van architect L.H.P. Waterman zal niet meer worden gelachen en niet meer worden gehuild. De vele kamers, keukentjes, badkamers en zaaltjes waar sjabbat en joodse feestdagen werden gevierd, staan nu leeg. Bewoners van Arawa, Hadas en Tamar zijn inmiddels naar Amstelveen verhuisd. Het gezinsvervangend tehuis met de naam Etrog (paradijsappel) blijft in Amersfoort bestaan. Velen uit Amersfoort en omgeving hebben in de kleine verpleegunits carrière gemaakt en zijn tot dit jaar gebleven. Anderen hebben er maar kort gewerkt. Weinigen zijn meegegaan naar Amstelveen, omdat het reizen naar en van het westen bijna onmogelijk is geworden. De bewoners van de Sinaï zullen gemist worden; ze laten een grote leegte achter. Meer over dit onderwerp is te vinden op Internet en in het boek ‘Wie in tranen zaait’ samengesteld door R.G. Fuks-Mansveld en A. Sunier. Uitgeverij van Gorkum 1997. Ook zijn er artikelen te vinden op de internet pagina van archief Eemland onder het lemma kranten (Dagblad voor Amersfoort 17.09/19.10.1960) Psychiatrische Zorg in Het Apeldoornsche Bosch en het Sinaï Centrum deel III (slot)
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie