Kunstverzamelaar Cees Kamerbeek organiseert expositie Joop van Kralingen

14 december 2011 om 00:00 Achtergrond

AMERSFOORT - Een toevallige ontmoeting met een kunstenaar uit een voorbije werkelijkheid leidde tot een unieke expositie in het Rietveldpaviljoen. Hoe het echtpaar Kamerbeek Joop van Kralingen in hun hart sloot.De lucht is vandaag precies zoals kunstenaars van de Haagse School van weleer ze graag zagen. Schilderachtige stapelwolken in alle soorten en maten. Felle zon, kletterende regen en een zwaar wolkendek. Ziehier het voortdurend veranderende decor waarin Cees Kamerbeek (65) zich bevindt.

Herma Klein Kranenberg

Met zijn rug naar het raam, gezeten in een comfortabele stoel met uitzicht op zijn favoriete kunstwerken van diezelfde Haagse School, koffie en sigaren binnen handbereik, vertelt Cees Kamerbeek ontspannen over zijn liefde voor de figuratieve (schilder)kunst. De grote ramen vormen een mooie omlijsting van dit levende schilderij. Zijn vrouw Jarmila (64) wijst naar buiten. ,,Dit weer is de reden dat wij de helft van het jaar in Zuid-Frankrijk vertoeven. Voor Cees’ gezondheid is het droge en warme klimaat ideaal. Hij gedijt beter in Tourrettes-sur-Loup aan de Côte d’Azur.” Cees Kamerbeek aanvullend: ,,De natuur heeft mij meer te bieden dan het chemische lab. De UV-straling verlicht mijn klachten, meer dan menig medicijn van de farmaceutische industrie.”

Druk waren ze de afgelopen weken met de voorbereidingen van een expositie over Joop van Kralingen (1916 - 2001). Deze van oorsprong Haagse kunstenaar woonde gedurende acht jaar in het Zuid-Franse Tourrettes. ‘Yop’, zoals hij door de dorpelingen liefkozend werd genoemd, beleefde in de jaren vijftig van de vorige eeuw gelukkige jaren in een kunstenaarskolonie. Vele beelden, mozaïeken, wandkleden, schilderijen en tekeningen getuigen hiervan. Zijn stijl kan omschreven worden als een vereenvoudigde vorm van classicisme.

Uitgerekend het pittoreske Tourrettes van ‘Yop’ was de plek waar het echtpaar Kamerbeek twaalf jaar geleden neerstreek nadat Cees zijn verzekeringsmaatschappij Kamerbeek had verkocht. De verkoop van zijn bedrijf was met pijn in het hart; een reumatische aandoening maakte het onmogelijk langer te werken. ,,Ik besloot de focus te leggen op een nieuw perspectief. Rondhangen op de golfbaan zat er niet in, net als sporten of in een bootje varen. Onwillekeurig richt je je pijlers dan op andere dingen. Op wat nog wél kan.”

Liefde voor kunst en wijn

Dat bleek genoeg voor een meer dan gevuld leven. Le troisième âge, zoals de Fransen het zo mooi formuleren, werd verrijkt met vele activiteiten. Op zijn eigen Chateau de Cremat transformeerde de voormalig verzekeringsman tot een gewaardeerd wijnboer. Verder is er die andere passie: het verzamelen van kunst. Ze streven er naar deze kunstschatten onder de aandacht te brengen bij een groter publiek. Het kasteel werd dankzij hun inspanningen een spil van cultureel en sociaal vertier. Concerten, opera’s, festivals en dorpsfeesten trekken jaarlijks ruim 25.000 bezoekers.

Er is een parallel te trekken tussen wijn en kunst, doceert Kamerbeek: ,,Wijnkenner ben je pas als je weet welke wijn je lekker vindt. Kunstkenner ben je als je van jezelf weet wat je mooi vindt.” Kortom, kennis is nuttig, het ware gevoel erbij is doorslaggevend. Ze zijn erin geslaagd dit ‘ware gevoel’ te volgen.’ De Kamerbeekcollectie wordt alom geroemd. Eerdere succesvolle exposities in onder andere Flehite liggen nog vers in het geheugen. Regelmatig geven ze schilderijen in bruikleen. Jarmila Kamerbeek lacht: ,,Zul je altijd zien. Willen ze net datgene wat we hier tijdelijk hebben hangen. Zijn de meisjes van Toorop weer weg.” Ze gebaart om zich heen. ,,Het is nu een ratjetoe.” Ik volg haar blik. Ratjetoe of niet, genoeg fraaie kunstwerken om letterlijk voor op mijn knietjes te gaan en met volle teugen van te genieten. Vanuit deze liefde voor de kunst kruiste de kunstenaar Joop van Kralingen hun pad.

Enthousiast doet Jarmila Kamerbeek uit de doeken hoe ze Van Kralingen op het spoor kwamen. ,,Bij toeval sprak ik een geïnteresseerde die informatie over de beeldbepalende kunstenaar Van Kralingen zocht. Hij verkeerde in de kringen der groten, met Chagall en Picasso. Geliefd bij de dorpelingen, ging hij zijn eigen bescheiden gang. In Tourrettes fluisterde een oud dametje in mijn oor hoe verliefd ze als vijftienjarige op Joop was. Ze vond hem een soort Viking!” Van Kralingen genoot volop van het mediterrane klimaat, liet zich inspireren door de prachtige natuur en werkte toegewijd aan zijn kunstwerken.

Bevlogen kunstenaar

Geen typische exponent van de uitbundige kunstenaar, geen bon vivant. De introverte Van Kralingen karakteriseerde zichzelf als een monnik: ,,Ik leef heel sober en alleen, zo voel ik mij gelukkig.” Volledige concentratie zocht hij voor zijn grote passie: de beeldhouwkunst. Jarmila Kamerbeek bladert in de catalogus en toont me een beeld, het hoofd licht gebogen onder monnikskap. ,,Deze monnik was eerst niet naar zijn zin. In een impuls gaf-ie een klap op de kop van het beeld. De klei zakte wat naar beneden. Hierdoor kreeg de monnik zijn typerende neergeslagen blik. Precies goed!” Perfectionistisch en gedreven, met oog voor detail en stilistisch sterk. ,,Dolgraag had ik hem ontmoet. Het hád gekund.”

In 1957 vestigde Van Kralingen zich weer in Nederland. Hij werd de stadsbeeldhouwer van Leiden. Diverse sculpturen van zijn hand zijn te vinden in de openbare ruimte; het Wilhelminapark in Oegstgeest, het Sweelinckplein in Den Haag en het Vuurtorenplein in Noordwijk.

Hoe hebben Jarmila en Cees elkaar leren kennen? Jarmila Kamerbeek: ,,In Noordwijk, vlak voor mijn eenentwintigste verjaardag. Het was de avond voordat ik voor langere tijd naar Frankrijk zou gaan. We raakten aan de praat op een terras.’ Het klikte meteen en Cees liet er geen gras over groeien. ,,Hij dacht natuurlijk dat ik de kuierlatten zou nemen naar Frankrijk.” Ze schatert bij de herinnering. Diezelfde zomer waren ze verloofd en anderhalf jaar later getrouwd.

Wat stond er in de catalogus over Van Kralingens verblijf in Noordwijk? Ik herlees het en sla spontaan aan het rekenen. In 1963 kreeg hij de opdracht voor het Vuurtorenplein. De feestelijke onthulling was in 1966. Het betekende zijn definitieve doorbraak. Noordwijk vormde dus voor zowel Joop als het prille stel Kamerbeek een belangrijk markeerpunt. Mijn fantasie slaat op hol bij de gedachte dat ze elkaar behalve in Tourrettes, ook in Noordwijk hadden kunnen treffen. Hun paden hebben zich verschillende keren ongemerkt gekruist. Dat het beeld aan het Vuurtorenplein een zonnegod verbeeldt (symbool voor het mediterrane?), komt daar nog eens bovenop. In het voorwoord van de catalogus schreef Jarmila ‘Het toeval bestaat niet’. Je zou het bijna gaan denken.

Wat trok Jarmila aan in Cees? ,,Hij was zo verfrissend. In mijn jeugd ben ik overladen met cultuur. Opera, musea, tentoonstellingen, ik werd ermee doodgegooid. Prachtig hoor, maar je wilt ook wel eens wat anders. Op weg naar Italië voor onze eerste vakantie samen, passeerden we het Ruhrgebied. Onwillekeurig koppelde ik de diverse steden aan museale toppers en beroemde kerken. Cees vertelde me over de sociaaleconomische omstandigheden van dit gebied. Heel interessant.” Cees Kamerbeek: ,,De sociaaleconomische revolutie hangt samen met de kunstgeschiedenis. Zonder spoorwegennet was Kandinsky nooit vanuit Moskou naar Parijs gekomen, waren Chagall, Leger en Matisse nooit aan de Côte-d’Azur beland.”

Een treffend voorbeeld van hoe het echtpaar elkaar over en weer weet te boeien. Hij liet haar met een bredere blik naar de werkelijkheid kijken, zij op haar beurt inspireerde hem bij het ontdekken van de schilderkunst. De kunstwerken die Jarmila erfde, van schilders van de Haagse School, vormden het startpunt van hun verzameling. Inmiddels is dit een representatief overzicht van de Nederlandse schilderkunst van 1850 tot 1950.

De vrouwen van Cees

Op de vraag hoe hun ‘droomtentoonstelling’ zou heten, antwoordt Jarmila Kamerbeek resoluut: ,,De vrouwen van Cees. Prachtige vrouwenportretten hebben we in onze verzameling. Een portretje van een jong meisje met karbonkels van ogen, zo sprekend. Of De Boerin van Jo Koster, met haar ruwe werkhanden en stugge blik. En niet te vergeten het tot mooiste naakt verkozen schilderij van Isaac Israëls, Sjaantje van Ingen.” Cees knikt instemmend, ietwat verlegen. ,,Je moet je kaders scheppen rond je verzamelgebied. Onbewust heb ik een ernstige voorkeur voor vrouwen.”

Geen toeval is het dus dat Jarmila Kamerbeek, de liefde van zijn leven, hem voor zijn 65e verjaardag de mascotte van de expositie schonk. Het meisjeskopje van Joop van Kralingen siert de voorkant van de catalogus. Op pagina 29 staan Joops laatste woorden opgetekend. Ze lijken te refereren aan de situatie van het echtpaar Kamerbeek. Ze zijn met hun gedeelde passie voor kunst en wijn gelukkig in Tourrettes, zoals dat ook voor Joop gold: ,,Ik ben waar ik wezen wil. (…) Proost!”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie