De mirakelen van Maria van Amersfoort

28 oktober 2011 om 00:00 Nieuws

In de serie verhalen over de tentoonstelling Maria, idool van alle tijden, heeft Abe van der Veen (alias Abe de Verteller) ook nog een artikel geschreven. De expositie is nog tot en met 6 november te zien in Museum Flehite. Hierbij het artikel van Abe de Verteller

De tentoonstelling: 'Maria idool van alle tijden' is de best bezochte tentoonstelling ooit van Museum Flehite. Ter gelegenheid van deze tentoonstelling heb ik als 'wondermeester' vele wonderen van Maria van Amersfoort verteld. De meeste Amersfoorters hebben het eerste wonder wel eens gehoord; Het eenvoudige Mariabeeldje werd na een visioen door Margriet Ghisen in de gracht gevonden.

Weinigen zullen echter het vervolg kennen. Het eerste wonder was namelijk slechts de opmaat voor ontelbare mirakelen! Door te bidden tot Maria en bedevaart te beloven naar het Mariabeeldje van Amersfoort werden mensen genezen van hun kwalen of gered in de hoogste nood. Als er bij de belofte van bedevaart nog geen wonder gebeurde was het mogelijk dat het zou plaatsvinden bij het beeldje zelf.

In een mirakelboek zijn maar liefst 542 gebeurtenissen opgeschreven. Het grootste wonder dat er genoteerd is zal degene zijn waarin de klerk vermeld dat er zoveel kinderen verdronken zijn geweest en gered door Maria, dat het teveel was om allemaal op te schrijven. Het Amersfoort van de Late Middeleeuwen kan je zo vergelijken met het Lourdes van nu!

Laat ik hier enkele van de mooiste wonderen vertellen die hier ter stede rondom en in de Onze-lieve-Vrouwekerk gebeurd zijn:

In het jaar 1446 werd op de zondag voor Pinksteren de vrouwevaart gehouden. In een plechtige processie werd het nietige beeldje van Maria door de stad gedragen. Tijdens die dag mocht ieder de stad binnenkomen. Ook verdachte personen als zwervers, bedelaars en criminelen. Als er dan toch geweld gepleegd werd, dan werd er hard opgetreden. Nu was er een man die ruzie had zitten maken en een mes had getrokken. Er was bloed gevloeid en hij zat in de stadsgevangenis in de Dieventoren. Daar was hij in de boeien geslagen. Hij wist dat voor zijn misdaad de doodstraf gold. In zijn hoogste nood riep hij Maria aan. Hij viel op zijn knieën en bad vijf Weesgegroetjes. Toen hij het slot van zijn boeien beet pakte brak het spontaan open! Ook de deur van de cel bleek open en zo liep hij de gevangenis uit. Rechtstreeks van de gevangenis liep hij naar de Onze-Lieve-Vrouwekapel en offerde daar de zware ijzeren boeien. Deze werden boven het beeldje te pronk gehangen. De burgemeester zelf hoorde het verhaal en deze schold hem zijn straf kwijt ter wille van het mirakel.

In 1449 gebeurde het dat er een man moe van zijn werk thuis kwam. Zijn huis was donker en hun kind lag te huilen in de wieg. Zijn vrouw was weg en hij was des duivels! In het donker wachtte hij af tot zijn vrouw eindelijk thuis kwam. Hij kwam met een mes op haar af en zij vluchtte in pure angst en paniek. Zij rende dwars door de akkers en hij ging er woest schreeuwend achteraan. Ze klom over een heg en hij wou net hetzelfde doen, toen er een hand uitgestoken werd om hem over de heg te tillen. Hij pakte de hand beet en schrok zich een ongeluk, want het was de hand van de duivel! Deze begon op hem in te praten; maak je vrouw maar dood, sluit je bij mij aan en je zult altijd geld genoeg hebben! Ook al was hij woest op zijn vrouw, toch wilde hij met de duivel niets te maken hebben. Hij maakte rechtsomkeert en in de kroeg vertelde hij zijn verhaal aan zijn makkers. Echter op het moment dat hij de kan bier aan zijn mond zette drong de duivel bij hem binnen. Hij werd bezeten van de duivel! Hij sloeg zo wild om hem heen dat er zes mannen nodig waren om hem in bedwang te houden. Samen beloofden zij een bedevaart te doen naar Amersfoort. Nauwelijks was de man voor het beeld van Maria gebracht of de duivel vluchtte uit hem en hij kwam weer bij zinnen.

In 1491 was er een jongeman uit Amsterdam die zo ziek was in zijn beide benen dat hij alleen met krukken kon lopen. Uiteindelijk lukte zelfs dat niet meer, hij maakte een wagentje, waarmee vrienden hem door de straten van de stad konden slepen. Zo bedelde hij om aan de kost te komen. Hij liet zich door zijn vrienden helemaal van Amsterdam naar Amersfoort slepen in de hoop dat Maria hem voor haar beeldje zou genezen. Zo kwam hij de woensdag voor midzomer voor het beeld en bad tot Maria, maar er gebeurde niets. Toch gaf hij niet op! Hij bleef bij het beeld, hopende op een wonder en viel in slaap. Zijn makkers stieten hem aan; merk je al iets? Me dunkt dat ik mijn benen begin te voelen! Zij tilden hem op en al strompelende ging hij naar het altaar en offerde daar wat geld. Daarna liep hij - ondersteund door zijn vrienden - drie maal om de kerk. Elke keer ging het een beetje beter, tot hij bij de derde maal kon zeggen; makkers, ik kan lopen zonder jullie hulp. Hij heeft zijn karretje in de kerk laten staan als teken van de waarheid van het wonder.

In 1545 wordt het laatste wonder genoteerd; een duiveluitdrijving. Daarna is het stil. Eeuwen lang lijkt Maria Amersfoort te zijn vergeten. Haar kerk explodeert in 1787, het wonderbeeldje vergaat tot gruis en de bedevaart sterft een stille dood. Het mag wellicht een wonder heten dat anno 2011 duizenden mensen opnieuw naar Amersfoort reizen om Maria van Amersfoort te zien!

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie