Joodse Willi Brill verzorgt voordracht
18 mei 2011 om 00:00 NieuwsWilli Brill is geboren op 21 september 1926 in Rotterdam en is er ook getogen. Ze komt uit een muzikaal gezin. Haar vader Samuel Brill was cellist en haar moeder violiste. ,,Wij, mijn ouders, mijn zus en ik zijn voor de oorlog naar Amsterdam verhuisd en hebben zodoende het bombardement van Rotterdam niet meegemaakt. Mijn grootouders spraken Nederlands, maar gebruikten wel veel Jiddische woorden en uitdrukkingen. Als kind heeft dat een diepe indruk op me gemaakt. Na de middelbare school ging ik naar de Theaterschool, waar ik me richtte op het zingen van Franse chansons, maar eigenlijk leek het me veel leuker om Jiddische liedjes te zingen. Maar Jiddische muziek was in die tijd in Nederland bijna niet te koop.’’
door Nechamah Mayer-Hirsch
Na de oorlog ontmoette ze Channa Milner, die zich in Nederland bezighield met het Jiddische lied en die beschikte over muziekboeken met Jiddische teksten, herinnert Willi zich. Er was een winkel in Den Haag die de boeken in Amerika bestelde en naar hier liet komen. Pas in de loop der jaren kon men in Nederland ook over een grote hoeveelheid Jiddische boeken beschikken. Uitgeverij Vassallucci begon in 1994 met een Jiddische reeks en de directeur, Oscar van Gelderen vroeg Willi om het eerste boek uit het Jiddisch te vertalen in het Nederlands. Dat werd Manke Fisjke van Mendele Moicher Sforiem, Mendele de Boekverkoper. Daarvoor had ze al een boek in verzen van Jitschok Katznelson vertaald. En een boek van de hier bekende Jiddische schrijven Sjolem Aleichem ‘Het leven een roman’. Binnen 7 jaar zijn er 13 boeken in Jiddische vertaling verschenen.
,,Bij het vertalen van gedichten moet je in de ziel van de dichter kruipen om in je eigen taal te kunnen zeggen wat hij in zijn taal wil zeggen’’, aldus Willy Brill.
Toen ik me in het begin van mijn studie Jiddisj verder wilde bekwamen trof ik in Den Haag een bijzondere leraar aan, Moshe Silbiger. Hij kwam uit Krakau. Hij heeft mij de basis van het Jiddisj, de grammatica geleerd. Omdat hij bovendien een chassidische jood was, werd ik tegelijkertijd ingewijd in het chassidisme. Dat sprak me geweldig aan.De diepere gronden van het bestaan word je in de Jiddische verhalen op een warme, liefdevolle wijze aangereikt.“ De literatuur van het Jiddisj is heel rijk. Daarom heeft de Stichting Jiddisj tien jaar geleden besloten een literair kwartaalblad uit te geven met de naam: Grine Medine (om het land groen te houden), waarin een rijke verscheidenheid aan fragmenten uit meesterwerken van oude en hedendaags schrijvers opgenomen wordt. Ook vinden essays, poëzie, foto’s, leven in sjtetls en wereldsteden en nieuws op het gebied van Jiddisj uit binnen- en buitenland er hun plaats in.Men hoeft er geen Jiddisj voor te kennen, want alle teksten worden in het Nederlands vertaald.
Bij de Jiddische schrijvers is de Nederlands-joodse filosoof Baruch de Spinoza heel populair. Zijn boek de Ethica is in het Jiddisj vertaald. De dichter Melech Ravitch bracht in 1918 een aparte dichtbundel met 20 gedichten over Spinoza uit, die Willy Brill vertaalde in het Nederlands en de titel meekreeg ‘Sprakeloos water; spiegel van de moderne Jiddische poëzie’.
Met het West-Jiddisj, zoals dat vroeger in Nederland werd gesproken, houdt de Stichting zich nauwelijks bezig.
Momenteel is Willy Brill bezig met de vertaling van de Jiddische bundel van de postmoderne dichter en toneelschrijver Michael Felsenbaum die in 1991 vanuit de Oekraïne naar Israël emigreerde. Hoewel hij geen Nederlands kent, heeft hij haar speciaal uitgekozen voor de vertaling van zijn 100 gedichten.
Op mijn vraag hoe ze het vele vertalen naast haar optredens voor elkaar kreeg, vertelt ze: ,,Ik had af en toe wel optredens, maar dat vertalen deed ik aan huis en gaf tegelijkertijd thuis les in Jiddisj aan kleine groepjes. Ik heb eveneens cursussen gegeven in Antwerpen, waarbij we vertaalden van het Nederlands naar het Jiddisj. Ook in Leiden aan het Studiecentrum heb ik les gegeven. Daar ben ik vorig jaar mee opgehouden. Ik heb zo’n beetje 17 tot 18 jaar cursussen gegeven. Nu bestudeer ik Jiddische literatuur samen met een klein groepje, maar geef geen les meer aan beginners.
Door de goede ondergrond die ik van Mosje kreeg,kon ik zelf verder gaan studeren. Ik heb een tijdje in Oxford gestudeerd en aan de Bar Ilan universiteit in Tel Aviv. Daarnaast ging ik twee jaar lang elk eerste weekend van de maand naar Parijs naar Itskhok Niborsky. De hele zondag doceerde hij Jiddische literatuur met achtergronden. We spraken daar de hele dag Jiddisj, ook onder elkaar. Daarna ging ik met de laatste trein terug naar Amsterdam. Ik was zo doortrokken van het Jiddisj dat ik in de trein zelfs aan de ober in die taal mijn bestelling deed, waarvan hij natuurlijk niets begreep. Toen ben ik les gaan geven aan beginners. Van lesgeven leer je nog meer. Ik had ook een clubje literatuur en ieder bereidde een bladzijde voor. Ik ga nog wel eens naar congressen of bezoek studieweken en daar spreek je de hele dag Jiddisj met elkaar.’’