Nachtlicht: De schilders van het nieuwe licht (1880-1940)

13 april 2011 om 00:00 Cultuur

De uitvinding en verbreiding van gas- en later elektrisch licht in de tweede helft van die eeuw kan beschouwd worden als een ware maatschappelijke revolutie. Waar voorheen de nacht het domein was van lieden die zich in de schemerzone van het bestaan ophielden, leidde de gestage verlichting van de openbare ruimte tot een verlenging van het betrekkelijk veilige en toegankelijke leven overdag naar de avond en de nacht.

Het is in een tijd waarin steeds vaker sprake is van ‘lichtvervuiling’ nauwelijks meer voorstelbaar, maar tot ver in de negentiende eeuw was er nog nauwelijks sprake van toepassing van kunstlicht in het dagelijks leven. door Onno Maurer

Die ‘revolutie’ vond natuurlijk niet overal en tegelijkertijd plaats. Het is niet verrassend dat het eerste kunstlicht werd toegepast in de grote steden. De Kalverstraat in Amsterdam was de eerste Nederlandse winkelstraat die van kunstlicht werd voorzien en daardoor ‘s avonds een ware, spankelende (licht)attractie werd.

Nieuw licht, nieuwe schilderkunst

Deze ‘lumineuze’ veranderingen bleven ook onder schilders niet onopgemerkt. Het nachtelijke lichtspektakel in de steden was voor vooruitstrevende schilders een bijzonder aantrekkelijk visueel fenomeen. Al eeuwenlang waren schilders geïnteresseerd in de weergave van licht bij avond. Het betrof dan echter de verbeelding van een scene bij kaarslicht of een (kamp)vuurtje. Populair waren lange tijd ook ‘nocturnes’, nachtelijke landschappen bij maanlicht. In de 17e eeuw was Aert van der Neer in dat genre gespecialiseerd en in de negentiende eeuw Johan Bartold Jongkind. Onze Amersfoortse ‘zoon’ Engelbert L’hoëst schilderde, lang na de uitvinding van het kunstlicht, nog in de jaren zeventig maannachten boven zee tijdens zijn Portugese jaren.

Eind negentiende eeuw verschoof onder schilders de aandacht voor natuurlijk licht naar de uitbeelding van de bijzondere picturale effecten van het nieuwe licht: gas- en elektrisch licht. Schilders als Isaac Israëls, George Hendrik Breitner, Jan Sluijters, Piet van de Hem en Leo Gestel trokken er ‘s avonds en ‘s nachts op uit om het nachtleven, dat zich dankzij het ‘nieuwe licht’ had ontwikkeld, vast te leggen.

Het gevolg was een ‘nieuwe schilderkunst’, want de waarneming van lichttintelingen, -spiegelingen en kleurexplosies werd in een snel en vlot handschrift vastgelegd. Snelheid van schilderen was geboden, want de lichtsituatie in de dynamische dans- en drinkgelegenheden of op nachtelijke pleinen en straten was geen twee tellen hetzelfde.

Technische innovaties

Technische ontwikkelingen, zoals de toepassing van gas- en elektrisch licht, waren altijd van invloed op de beeldcultuur en daarmee het verloop van de kunstgeschiedenis. Gas- en elektrisch licht verleidde schilders om het nachtelijke uitgaansleven in steden als Amsterdam, Parijs en Berlijn rond de vorige eeuwwisseling te gaan vastleggen. In onze tijd is het de digitale revolutie (nieuwe media, mobiele telefoons) die bepaalt op welke manieren kunstenaars zich uitdrukken.

Museum Flehite laat met de tentoonstelling Nachtlicht de indrukwekkende artistieke gevolgen zien van de intrede van het licht ruim een eeuw geleden in het stedelijk leven.

Tot 27 juni kunt u genieten van deze spannende ‘schilderkunst van de nacht’.

u Museum Flehite

Westsingel 50, Amersfoort

www.museumflehite.nl

033-2471100

Geopend: di-vr: 11.00 - 17.00 u en za-zo 12.00 - 17.00 u

Gesloten: 1e Paasdag, Koninginnedag, Hemelvaartdag, 1e Pinksterdag

14/4, 12/5 en 9/6 Lopende Lezing over Nachtlicht door Sity Fokkema (opgeven bij Museum Flehite; kosten: € 7,50).

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie