‘Zo’n doorleefd gebouw, daarvan kan ik echt genieten’

2 maart 2011 om 00:00 Achtergrond

Joke Sickmann, symbool van de Stichting Industrieel Erfgoed in de stad Amersfoort (Siësta) en ‘redster’ van industrieel erfgoed in het Soesterkwartier in de Keistad, fietst op een koude wintermorgen rond op het terrein van de Wagenwerkplaats. Ze zwaait naar werklieden, maakt hier en daar een praatje en wijst de verschillende voormalige NS-gebouwen aan. De rolbaan van het wisselspoor is begroeid met gras en onkruid. Een van de pronkstukken is de Veerensmeederij, voorheen de plek waar in grote hitte veren werden gesmeed voor de treinen, nu een plaats waar culturele activiteiten worden ontplooid. Het gebouw ernaast, de voormalige Wielendraaierij, wordt gereed gemaakt als onderkomen voor de CliniClowns. Na de rondleiding nestelen we ons in de grote, onverwarmde hal waar in de toekomst Circus Amersfoort zetelt. Vol bouwmaterialen, met in een hoekje een tafel, wat stoelen en een waterkoker.

SOESTERKWARTIER - ,,De Wagenwerkplaats is niet mijn enige passie. In mij zit een basispassie waar de Wagenwerkplaats een antwoord op geeft. Het springt eruit, maar het komt uit iets anders voort.’’ Wat drijft Joke Sickmann bij haar inzet voor het behoud van het industrieel erfgoed in Amersfoort?

door Herma Klein Kranenberg

Met handschoenen aan, gezeten op naar eigen zeggen de warmste stoel die er is, serveert Joke hete oploskoffie. De koekjes die ik meegenomen heb, worden gretig begroet. ,,Ik ben dol op zoetigheid. Mijn vader was banketbakker, dus ik zat letterlijk en figuurlijk te smullen van zijn werk.” Levendig verhaalt Joke hoe ze, op haar tenen staand om het goed te kunnen zien, als meisje eindeloos zat toe te kijken hoe haar vader bezig was in zijn werkplaats.

,,De klutsmachine, prachtig apparaat was dat. Mijn vader hield van mooie gebakjes en chocolaatjes. Het etaleren van de lekkernijen was belangrijk. Met Sinterklaas mocht ik meehelpen om marsepeinen figuurtjes te maken. Door de aanpak van mijn vader, de zorgvuldigheid en de toewijding waarmee hij zijn gebakjes verzorgde, heb ik leren waarderen hoe dingen eruit zien. Het klinkt heel plechtig, maar het is in de bakkerij van mijn vader dat ik heb leren kijken. Niet alleen het functionele van iets ervaren, maar ook in welke vorm het is gegoten.’’

,,Zoetigheid als gebak en marsepein, hoe dol ik er ook op ben, is natuurlijk heel vergankelijk. Vergelijk dat eens met een stenen gebouw met een geschiedenis van jaren! De functie van zo’n pand, oog hebben voor hoe het is gebouwd en wat de geschiedenis ervan is. Dat heeft altijd mijn belangstelling gehad. De basis van die interesse ligt in de bakkerij van mijn vader. Daar heb ik mijn oog voor het goede, het ware en het schone ontwikkeld.’’

,,Toen mijn dochter en ik begin jaren negentig in het Soesterkwartier kwamen wonen, heb ik die houding ook aangenomen ten opzichte van de wijk. Wat voor mensen wonen er, waar en hoe werken ze? Hoe ziet hun leefomgeving eruit? Wat is hun gemeenschappelijke geschiedenis? Dat zijn vragen die ik me vanzelfsprekend stel. Door die levenshouding komt er van alles op mijn pad.’’

,,Ik heb het in me om in mijn eentje ergens aan te beginnen. Als ik iets zie dat ik heel belangrijk vind, dan neem ik initiatief. Niet afwachten of er goede voorwaarden zijn, maar hup, ermee aan de gang. In die zin ben ik wel een actie-typetje. Die eigenschap kwam me vroeger als sociaal cultureel werkster zeer van pas. Eenmaal met de VUT ging dat gewoon door natuurlijk. Zo zat ik indertijd in het wijkbeheerteam. In een erg mooi gebouw tegenover de wijkwinkel zat een groot winkelbedrijf dat werd gesloten. Ik vreesde dat het pand zou worden gesloopt. Zonde, dacht ik, maar het leek wel alsof ik de enige was. Ik verdiepte me erin en ontdekte dat er een belangrijke relatie was met het Soesterkwartier. Daarmee zocht ik de publiciteit. Het pand bleef overeind. Nu staat het op de gemeentelijke monumentenlijst. Als het nodig is om als mediaboegbeeld te fungeren, in de krant of op televisie, dan sta ik er. Ik ben een mediafreak. Niet voor mezelf, maar voor het goede doel. Zogezegd een functionele mediafreak.’’

,,Daarna werd ik benaderd mee te helpen om de portierswoning aan de Soesterweg in Amersfoort te behouden. Helaas konden we niet voorkomen dat die werd gesloopt. Ik dacht: Zoiets laat ik niet nog een keer gebeuren. Dat is niet helemaal gelukt; het pakhuis Het Spijker aan de Eem is ook afgebroken. Alles wat we daarna hebben aangepakt, lukte. Het lijkt erop dat we precies op het juiste moment in beweging zijn gekomen. Genoeg draagkracht konden we vinden om het publiek en de politiek te doen beseffen dat het de moeite waard is oude dingen te behouden. In acht jaar tijd zijn we nu een stichting met aanzien in de stad. En dat is heus niet alleen aan Joke Sickmann te danken hoor”, relativeert ze haar aandeel in het geheel.

Feit is dat Joke Sickmann zich sterk maakt voor het behoud van industrieel erfgoed. Ze richtte zelfs een stichting hiervoor op toen bleek dat de kans daarmee groter werd om gebouwen te behouden. ,,De Wagenwerkplaats van de NS was een onbekend gebied. Afgesloten, je kon er niet komen. Als je iets niet kent, ontrekt het zich aan je aandacht.” Het bleek een terrein vol verborgen schatten. ,,Wat voor werkplaats was dit van de NS? Wat gebeurde daar aan werkzaamheden? Wat is de relatie met de mensen die in deze wijk wonen? Ik wilde het allemaal weten. Die passie voor de Wagenwerkplaats is op een bepaalde manier, en nu klink ik wel een beetje melodramatisch, ook een zoektocht naar mijzelf.”

,,Kenmerkend voor mij is naast doorzettingsvermogen, een zekere springerigheid. Ik hop vrij makkelijk naar iets anders over. Mijn reactie op het voorstel van mijn dochter in Amersfoort te gaan wonen, was: ach, waarom niet? Dat is typerend voor hoe ik in het leven sta. Basis is mijn brede interesse en intense behoefte aan kennis. Behoefte aan verdieping van de plek waar ik ben. Vreemd genoeg ga ik nauwelijks op vakantie. Als ik ergens een tijdje ben, wil ik er niet meer weg. Ik hecht me ontzettend, ik verdiep me op de plek waar ik woon en identificeer me ermee.”

Het Soesterkwartier spint garen bij de springerige doorzetster. Hier staat een enorm potentieel aan gebouwen bij elkaar. Bewust is gekozen voor de ontwikkeling van een cultureel hart in dit historische gebied. De verbinding met het Soesterkwartier heeft daarbij Joke’s speciale aandacht. Ze wil dat de bewoners trots kunnen zijn op dit stukje van hun wijk, dat het bijdraagt aan een positieve uitstraling. Hierin komt haar ervaring vanuit haar eerdere werk als sociaal-cultureel werkster tot uiting. Ze weet hoe belangrijk het is dat mensen zich verbonden voelen met hun wijk en de activiteiten aldaar. ,,Dit gebouw weerspiegelt de geschiedenis van wat vroeger is gebeurd. Prachtig als zo’n pand die belevenissen van vroeger als het ware uitademt en uitstraalt. Zo’n doorleefd gebouw, daar kan ik echt van genieten. Het is mooi als de geschiedenis erdoorheen schemert.”

Een zekere weemoedigheid maakt zich soms van Joke meester. Om iets te behouden, moeten ook concessies worden gedaan. ,,Vergane glorie en oude, vervallen gebouwen, het klinkt ietwat morbide, maar het heeft voor mij ook een zekere schoonheid. Indertijd was de Wagenwerkplaats helemaal verlaten, er woekerde onkruid en het terrein had een nogal woeste uitstraling. Nu wordt het opgepoetst en opgeknapt. Braaf gemaakt bijna, zo zou je het kunnen noemen. Daarmee verliest het iets van de aantrekkelijkheid. Je moet oppassen dat het te veel een museumachtig iets wordt. Tegelijkertijd maak ik mij hard voor behoud en daarmee restauratie van de rolbanen. Het wisselspoor is verroest en behoorlijk aangetast door de tijd. Tot nu toe is er nog geen draagvlak om dit te restaureren. Het zou een prachtig project zijn voor het onderwijs. Onderhoud door scholieren.’’

Onlangs is een straatje op het terrein van de Wagenwerkplaats naar Joke vernoemd: ‘de Joke Sickmannpassage’. Ben ik stiekem wel trots op. Mijn kleinzoon van dertien was erbij. Mooi vond ik dat. Zo ziet hij dat het leven niet een monotoon gebeuren is, maar uit hoogte- en dieptepunten bestaat. En vooral: dat als je wat doet, je ook het verschil kunt maken. Belangrijk dat mijn kleinzoon dat ziet en ervaart.’’

De dochter van een Amsterdamse banketbakker, opgevoed met het goede, het ware en het schone, ruimt na het gesprek de boel netjes aan kant. Het restant van de meegebrachte koekjes legt ze bij wijze van kleine attentie bij de waterkoker. ‘Voor degenen die na ons komen.’ Als een vergankelijke erfenis van wat zich in de Wagenwerkplaats, op zomaar een koude maandagochtend, heeft afgespeeld. De Wagenwerkplaats - dankzij Joke’s inspanningen behouden; voor de generaties die na ons komen.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie