‘Ik wil niet worden weggepest’

22 december 2010 om 00:00 Achtergrond

Toenemend antisemitisme is een actueel thema. Dat bleek onlangs nog toen Frits Bolkestein waarschuwde dat orthodoxe joden in Nederland geen toekomst hebben als er niets verandert. Bolkestein wees op het antisemitisme onder Marokkaanse Nederlanders. Opperrabbijn Jacobs vindt het belangrijk dat Bolkestein zijn uitspraken heeft gedaan. ,,Maar ik accepteer dat niet. Ik denk dat we ervoor moeten zorgen dat het niet die kant uitgaat. Ik wil niet worden weggepest. Ik ga weg als ik dat wil.’’

AMERSFOORT - De Joodse gemeenschap in Amersfoort werd dit jaar opgeschrikt door twee incidenten die wijzen op toenemend antisemitisme. In de nacht van maandag 31 mei op dinsdag 1 juni werd de synagoge aan de Drieringensteeg met verf besmeurd. In oktober werd er tot tweemaal met stenen gegooid naar het huis van opperrabbijn Binyomin Jacobs (61) in Schuilenburg. De incidenten leidden tot verontwaardiging en veel medeleven voor de Joodse gemeenschap en voor de opperrabbijn. door John Spijkerman

Nederland heeft twee opperrabbijnen, waarvan Binyomin Jacobs er één is. Zijn familie woont al eeuwenlang in Nederland. Jacobs woont al 36 jaar in Amersfoort. Eind 2008 werd hij benoemd tot opperrabbijn van het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR). Zijn functie lijkt op die van een bisschop binnen de katholieke kerk. De opperrabbijn is eindverantwoordelijk en geeft leiding aan de rabbijnen binnen het opperrabbinaat. Als opperrabbijn is Jacobs verantwoordelijk voor de helft van alle Joden in Nederland. De Joodse gemeenschap in Nederland bestaat uit 40.000 personen. ,,Globaal valt alles buiten Amsterdam er onder’’, legt hij uit. ,,Amsterdam heeft zijn eigen opperrabbijn, die woont in New York. Er wordt vaak een beroep op mij gedaan van mensen die geen lid zijn. Een Jood blijft altijd Jood, of je nu wel of niet naar de synagoge gaat. Ook Joodse mensen die veraf staan, voelen zich verbonden met het Jodendom.’’ Van de 40.000 Nederlandse Joden zijn er 10.000 lid van de Joodse gemeenschap. In Amersfoort zijn er zo’n 200 mensen lid van de Joodse gemeenschap.

Jacobs kreeg veel reacties na de bekladding van de synagoge en het stenenincident. Burgemeester Bolsius belde hem op en kwam langs. Ook burgemeester Van der Laan van Amsterdam en de burgemeester van Middelburg reageerden. Zijn huiskamer stond wekenlang vol met bloemen. Hij kwam ‘heel veel warmte’ tegen. Na het incident waarbij een steen door zijn ruit werd gegooid, hoorde hij dat een groep van zestig personen had aangeboden zijn huis in de gaten te houden. De groep wilde een maandrooster opstellen waarbij elk groepslid twee keer per maand ‘s avonds bij hem zou controleren. Alhoewel hij niet is ingegaan op het aanbod, vindt hij de betrokkenheid van de mensen geweldig. ,,Ik vind dat zo positief.’’ Bij zijn huis hangt inmiddels wel een camera en de deur wordt ook niet zomaar opengedaan. Bezoekers moeten zich melden via een intercom-systeem.

Met zijn kleren, zijn hoed en zijn baard is Jacobs herkenbaar als orthodoxe Jood. Van alle Joden in Nederland is slechts 0,2 procent net zo herkenbaar als hij. ,,Dat hoort bij de Chassidische stroming waar ik bij hoor. Het dragen van niet-orthodoxe kleding, neem ik niet in overweging. Een imam mag ook rondlopen zoals hij wil. Dat geldt ook voor een pastoor en bisschoppen. Waarom zou een Jood zich niet mogen manifesteren. Ik ga dat niet afschaffen omdat ik anders een steen naar mijn kop gegooid krijg. Als anderen daar aanstoot aan nemen hebben zij een probleem. Dan mogen we straks zeker ook geen synagoge hebben?’’

Opperrabbijn Jacobs ziet een toenemende polarisatie in de samenleving. ,,Vroeger werd ik nooit uitgescholden en werden bij mij nooit ramen ingegooid. Nu scheldt een jongetje van zes me uit voor ‘vuile kankerjood’.’’ In Vught hield Jacobs onlangs een toespraak ter herinnering aan Kindertransporten in de Tweede Wereldoorlog, vanuit Vught naar Westerbork. In het midden van zijn toespraak riep een voorbijganger heel hard: ‘Heil Hitler’.

,,Het zijn niet alleen Islamieten die zich aan antisemitisme schuldig maken,’’ meent Jacobs. ,,We moeten ook niet stigmatiserend spreken over ‘die Marokkanen’. Ik vind dat er moet worden opgetreden tegen iedere vorm van rassenhaat en discriminatie. Als we niks doen, lopen we de afgrond in’’, waarschuwt hij. ,,Dan mogen sommige culturen niet bestaan. De overheid moet daar wat tegen doen.’’ Dat kan vooral via het onderwijs gebeuren, denkt Jacobs. ,,Meerdere culturen kunnen naast elkaar en met elkaar bestaan. We moeten ervoor zorgen dat de rijkdom van de multiculturele samenleving wordt gekoesterd en uitgelegd. Multiculti betekent geen smeltkroes van religies en culturen. Iedereen heeft recht op het leven dat hij wil leven. Maar ik ben intolerant tegenover mensen die anderen niet tolereren. Ik ben niet bang. Ik wil niet bang zijn en dus ben ik het niet. Ik ben wel verdrietig dat het gebeurt en dat mensen intolerant zijn.’’ Jacobs merkt dat er andere Joden zijn die wel bang worden. ,,Dat zijn mensen die de oorlog hebben overleefd en na de oorlog alleen zijn teruggekomen. Die zien weer voor hun ogen afspelen, wat er in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw is gebeurd.’’

Uitingen van antisemitisme zijn vaak het werk van kinderen, denkt hij ,,Maar die kinderen horen dat thuis.’’ Jacobs vertelt het verhaal van een ander kind in de buurt dat bang was voor hem. Later hoorde hij wat er aan de hand was. ,,Dat kind wist zeker dat ik hem wilde ontvoeren. Het kind had gehoord dat Joden Islamitische kinderen ontvoeren vanwege hun organen en die dan weer gebruiken voor Joodse kinderen.’’ Een paar jaar geleden merkte Jacobs dat het schoolplein van een school in de buurt helemaal leegstroomde, als hij er langsliep. ,,Ik heb er met die school over gesproken en ze hebben er op school aandacht aan besteed. Daarna ging het beter.’’ Jacobs ziet een belangrijke taak weggelegd voor het onderwijs. ,,De inspectie op scholen zou er op toe moeten zien dat de multiculturele samenleving wordt uitgedragen. Het kan niet dat er op scholen bijvoorbeeld geen aandacht wordt besteed aan de Holocaust.’’

Het aantal Joden dat strikt religieus leeft in Nederland ligt rond de vijf procent, schat Jacobs. ,,In Nederland is weinig religieus leven. Als ze een echt religieus leven willen hebben, trekken ze weg. Naar Israël of naar Engeland. Jacobs vindt het belangrijk dat kleine Joodse gemeenschappen behouden blijven. ,,Die hebben een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van onze cultuur.’’ Belangrijk is een krachtige overheid die optreedt tegen uitingen van intolerantie en antisemitisme. ,,Dat is ook de boodschap van Bolkestein.’’

Jacobs denkt weleens aan wat zijn vader tegen hem zei over wat er in de Tweede Wereldoorlog met de Joden was gebeurd. ,,Toen ik jong was, zei hij: ‘Dit kan nooit meer gebeuren’. Twintig jaar geleden , zei mijn vader: ‘Wees alert, het kan weer gebeuren’ en vlak voordat hij overleed, zei hij: ‘Pas op, het gaat weer gebeuren’.’’

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie