‘Zwarte scholen geen groot probleem’

27 oktober 2010 om 00:00 Achtergrond

Voor het onderzoek zijn 56 basisscholen onderzocht. Tweederde van de Amersfoortse kinderen bezoekt een basisschool in de buurt. Het merendeel van de Amersfoortse basisscholen is een goede afspiegeling van de omgeving. Acht basisscholen zijn zwart, 38 zijn er wit en tien zijn er gemengd. Zwarte scholen in Amersfoort zijn scholen met 50 procent of meer allochtone kinderen; Witte scholen zijn scholen met 20 procent of minder allochtone leerlingen en gemengde scholen zijn scholen waar 20 tot 50 procent van de leerlingen allochtoon is. Van de 16.000 Amersfoortse basisschoolleerlingen gaan er 12.400 naar een witte school, 2.200 leerlingen gaan er naar een gemengde school en 1400 leerlingen bezoeken een zwarte school.

AMERSFOORT - De gemeente heeft een onderzoek laten uitvoeren naar zwarte en witte basisscholen. Met de informatie uit dit onderzoek wil de gemeente het gesprek aangaan met schoolbesturen en gericht beleid gaan voeren. ,,Ik constateer dat Amersfoort geen groot probleem heeft’’, zegt wethouder Ben Stoelinga na lezing van het rapport. Hij vindt niet dat de gemeente moet sturen in de vrije schoolkeuze van ouders. ,,Je komt dan aan de discussie over vrijheid van onderwijs.’’ door John Spijkerman

Per 1 januari 2010 telt Amersfoort 3500 niet-westerse kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar. In een groot deel van Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek is de meerderheid van de kinderen allochtoon. In Schuilenburg gaat het zelfs om twee van de drie kinderen. De meeste zwarte scholen in Amersfoort zijn openbare scholen en liggen in de ‘aandachtswijken’. In vergelijking met de vier grote steden in Nederland, zijn er relatief weinig zwarte scholen, maar de meeste zwarte scholen in Amersfoort zijn wel ‘te zwart’. Als een school ‘te zwart’ is, ligt het percentage allochtone leerlingen er twintig procent hoger dan in de wijk als geheel of als binnen een cirkel van 750 meter rond de school. Te zwarte scholen zijn de Bilalschool, de Albatros, de Vlindervallei locatie Van Galenstraat, de Wiekslag, zowel de locatie Pelikaanstaat als de Trekvogelweg, De Prins Willem Alexanderschool, locatie Randenbroek en ‘t Spectrum.

Het bestaan van te witte of te zwarte scholen in de wijk kan wijzen op segregatie wat weer kan leiden tot een tweedeling in de samenleving. Segregatie is het tegenovergestelde van integratie. In het rapport wordt aangegeven dat het belangrijk is dat kinderen van verschillende herkomst samen naar de basisschool gaan, met elkaar in contact komen en samen opgroeien. Contacten tussen bevolkingsgroepen en maatschappelijke participatie zouden van wezenlijk belang zijn voor zowel de inburgering en taalvaardigheid van allochtone groepen als voor de sociale cohesie, de verbinding tussen alle mensen in de stad. Aan het tegengaan van segregatie kan het onderwijs een belangrijke bijdrage leveren, staat er in het rapport.

Witte Vlucht

Een groot deel van de autochtone leerlingen in een zwarte wijk, een wijk waar meer dan 35 procent van de kinderen allochtoon is, gaat buiten de eigen wijk naar school. Volgens het rapport wijst dat op de zogenaamde ‘witte vlucht’. Autochtone ouders kiezen niet voor een school die dichterbij ligt omdat ze die te zwart vinden. Ze denken dat er op zwarte scholen slecht onderwijs wordt geboden en dat leerlingen er minder presteren. De vrije schoolkeuze is volgens het rapport de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van witte en zwarte scholen. Vooral hoogopgeleide ouders gaan rustig een paar straten verder als in hun ogen de buurtscholen te zwart zijn.

Een gemeente als Nijmegen denkt het ontstaan van witte en zwarte scholen tegen te kunnen gaan door één centraal meldpunt in te schakelen waar ouders hun kinderen aanmelden voor de basisschool. Dat betekent dat ouders zich niet meer rechtstreeks bij de school van hun keuze aanmelden. In Amersfoort zijn er wachtlijsten voor scholen die erg ‘populair’ zijn. Ouders melden hun kinderen vaak zo snel mogelijk aan om kans te maken. Autochtone ouders blijken beter met het huidige aanmeldingssysteem te kunnen omgaan dan allochtone ouders. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat een school als De Tafelronde aan de Schimmelpenninckkade voor meer dan 90 procent ‘wit’ is, waar een school als de Vlindervallei aan de Van Galenstraat, voor 80 of 90 procent ‘zwart’ is.

Wethouder Ben Stoelinga wil het onderzoek eerst met de scholen bespreken. Volgens de wethouder heeft ‘Amersfoort het goed voor elkaar’. Hij zegt niet bang te zijn voor een tweedeling in wijken. ,,Een zwarte school hoeft geen probleem te zijn.’’ Stoelinga wil ouders niet verplichten hun kinderen op een basisschool in de eigen wijk te doen. ,,De vraag is in hoeverre je als gemeente moet sturen. In Nijmegen wordt er heel erg gestuurd en is er een systeem van centrale aanmelding van leerlingen. In Amersfoort is de teneur dat we geen centrale aanmelding willen, maar dat we wel kijken hoe wachtlijsten voorkomen moeten worden. De vrijheid van onderwijs staat voor ons overeind. Wat je zou kunnen afspreken is dat ouders hun kinderen pas op een bepaalde leeftijd kunnen aanmelden, bijvoorbeeld in het jaar dat je drie wordt. Ik ga daarover in gesprek met de schoolbesturen.’’

Vanaf 2008 doet de gemeente mee aan het project Kleurrijke Scholen. Op een aantal te zwarte en te witte scholen voert de Stichting Kleurrijke Scholen een proef uit. Geprobeerd wordt om meer autochtone ouders ertoe te bewegen hun kind naar een zwarte school te sturen en meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een witte school te sturen. Op die manier moet een meer gemengde school ontstaan die een goede afspiegeling is van de wijk. Daardoor zouden er ook meer contacten ontstaan tussen allochtone en autochtone kinderen.

,,Het is het mooiste als scholen een afspiegeling zijn van de wijken,’’ vindt Stoelinga. ,,Dat is goed voor het omgaan met elkaar in de wijken, voor de sociale cohesie. Het is belangrijk dat kinderen in hun eigen wijk naar school gaan. Daar spelen ze en kunnen ze elkaar ontmoeten. We moeten voorkomen dat er een tweedeling ontstaat.’’ Stoelinga zegt dat ouders goede informatie moeten krijgen over scholen in de wijk, zodat ze een keuze maken die niet gebaseerd is op vooroordelen of verhalen. ,,Dat kan bijvoorbeeld via de AV-teams, via voorlichting of door ouders te bereiken via de BSO of de voorschoolse opvang.’’

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie