Een foto uit 1935 van Nathan Hilversum afkomstig uit de familiecollectie.
Een foto uit 1935 van Nathan Hilversum afkomstig uit de familiecollectie. Archief Eemland

Nathan Hilversum verloor zes zonen, zes schoondochters en veertien kleinkinderen

8 mei 2020 om 07:30 Historie

AMERSFOORT Een bekende en opvallende stadsbewoner was hij, zowel in het voor- als naoorlogse Amersfoort: de joodse koopman Nathan Hilversum, altijd met een zwarte hoed op, die zich inzette voor joodse en niet-joodse bejaarden, voor marktkooplui en straatventers, voor de voetballende jeugd en koningsgezinden.

Channa Kalmann

Nathan Hilversum, geboren op 22-11-1873 in Amersfoort, kwam uit een groot gezin. Hij was de vijfde van elf kinderen, maar veel van die kinderen overleden al zeer jong. Hij groeide op in de Sint Jorisstraat. Zijn vader was koopman en had op hetzelfde adres een koffiehuis en logement waar mensen in gemeenschappelijke slaapruimtes konden overnachten. Nathans zus Mietje nam ‘De Welkombuis’ van haar vader over na diens overlijden. Op 22-jarige leeftijd trouwde Nathan met de joodse Jentje van der Horst. Van hun acht kinderen bleven alleen de zes zonen in leven. Meer dan tien jaar woonde het gezin in bij de ouders van Nathan in de Sint Jorisstraat, toen verhuisden ze naar de Mooierstraat, en later naar de Wolkerstraat (later Walikerstraat).

Dit is een ingekorte versie van een van de verhalen in het in 2019 verschenen boek 'Hun namen niet vergeten', geschreven door Channa Kalmann. Het boek bevat vijftien portretten van in de oorlog vermoorde joodse Amersfoorters en verzetsstrijders. Het boek is te koop bij boekhandel Veenendaal en bij de Algemene Boekhandel, of op de website van de uitgever, www.spitwerk.nl.

Na eerst zijn geluk beproefd te hebben in de lompenhandel en met de verkoop van paraplu’s en tweedehands goederen, richtte Nathan in 1924 de eerste stadsbusdienst van Amersfoort op, vanuit de Walikerstraat 54. De eerste Chevrolet-stadsautobus had kenteken L9228. Hij exploiteerde het bedrijf tot 1930. Zijn drie jongste zoons werkten als chauffeur voor hem. Maar de busonderneming leed jaar na jaar verlies, en zelfs met de 5000 gulden subsidie van de gemeente was zijn bedrijf niet meer te redden. Hij probeerde nog even een taxibedrijf, maar dat werd overgenomen door zijn zoon Emanuel, en Nathan ging terug naar zijn oude handel in tweedehands meubelen, kachels en fornuizen. Zijn hele familie handelde in het een of ander; net als hij hadden zijn broers hun vaders koopmansgenen, en ook Nathan gaf die handelsdrift weer door aan zijn zonen.

APWC Naast zijn werk was Nathan zeer actief in het Amersfoortse maatschappelijk leven. Hij zat in de Oranjevereniging, was actief in voetbalvereniging APWC (Amersfoort Paars Wit Combinatie) en zette zich in voor de belangen van marktkooplui en straatventers. Hij was medeoprichter van een fonds waar marktlieden bij ziekte voor steun konden aankloppen en oprichter van de Amersfoortse straatventersvereniging Ons Belang. Volgens historicus Jan H. Lodewijks, die uitgebreid onderzoek deed naar Nathan Hilversum en over hem publiceerde, was hij sociaal en had hij graag mensen om zich heen. 

Nathan was een humorvolle, zeer extroverte, licht-dominante man

,,Hij had een grote betrokkenheid bij mensen en praatte met iedereen. De man hield van aanpakken, was zeer handig, fysiek en geestelijk sterk, een echte ‘regelaar’, nam zitting in een bestuur en voerde gemakkelijk (en waarschijnlijk graag) het woord op een bijeenkomst. Hij kende veel mensen in de stad en velen kenden hem. Nathan was een humorvolle, zeer extroverte, lichtdominante man.” Een betrokken man dus die warmliep voor het joodse geloof, voor het koningshuis en voor sport in het algemeen, en voetbal in het bijzonder. Zo was hij ook nauw betrokken bij de oprichting van de Amersfoortsche Zaterdag Middag Competitie (AZMC), in 1920.

De oorlog maakte aan alles een eind. Nathan Hilversum en zijn vrouw Jentje werden net als bijna alle Amersfoortse joden gedwongen naar Amsterdam te verhuizen en daar trokken zij in bij zijn broer Levie. Eind 1942 doken zij onder, in een zijstraat van de Weesperzijde. Zij overleefden de oorlog, maar Jentje was zo verzwakt dat ze twee maanden na de bevrijding overleed. Zij is op de joodse begraafplaats aan de Soesterweg begraven. Hun zes zonen, zes schoondochters en veertien kleinkinderen kwamen allemaal tijdens de oorlog om. Ook een broer en zus van Nathan Hilversum, twee schoonzussen en een zwager, 25 neven en achterneven, 32 nichten en achternichten kwamen om tijdens de oorlog. Alleen zijn kleindochter Rosa Jenny, de dochter van Levi Israël en Sara Querido, overleefde de oorlog. Na de oorlog keerde Nathan helemaal alleen terug naar Amersfoort, de stad die hem toch op praktisch elke straathoek met zijn pijnlijke herinneringen confronteerde. 

Pijnlijk of niet, hij was er blijkbaar de man niet naar om bij de pakken neer te gaan zitten

VOOR DERDE KEER WEDUWNAAR Pijnlijk of niet, hij was er blijkbaar de man niet naar om bij de pakken neer te gaan zitten. Over de oorlog praatte hij nooit. In januari 1946, hij was 73 jaar, hertrouwde hij en ging hij met zijn echtgenote Johanna Sophia Hartog in de Snouckaertlaan wonen. In 1948 begon hij opnieuw een taxibedrijf, vanuit de Snouckaertlaan. De chauffeurs reden in Chevrolet-taxi’s. Een jaar daarna, in 1949, was Nathan na het overlijden van zijn tweede vrouw, hertrouwd met Sara Groenheijm. Zij overleed in 1955 en Nathan werd voor de derde keer weduwnaar. Meteen na de oorlog werd Nathan Hilversum ook weer actief in het maatschappelijk leven van zijn oude stad. Binnen het begrafenisgenootschap van de joodse gemeente, bij de Bond van Ouden van Dagen en opnieuw bij voetbalvereniging APWC.

Voor joodse bejaarden en invaliden organiseerde hij ieder jaar een autotocht naar de Veluwe en in de Bond van Ouden van Dagen behartigde hij, inmiddels zelf bejaard, de belangen van de Amersfoortse bejaarden. Van APWC was hij voorzitter en erelid. De receptie voor zijn tachtigste verjaardag in ‘Van Ouds de Wapenroem’ werd door zowel vooraanstaande leden van de joodse gemeente als door leden van APWC druk bezocht. Op 15 december 1959 overleed Nathan Hilversum na een ziekbed van twee maanden. 

Zijn kleindochter Rosa Jenny had hem tijdens zijn ziekte elke dag bezocht en was bij hem toen hij zijn laatste adem uitblies. Twee dagen later werd hij onder grote belangstelling begraven op de joodse begraafplaats aan de Soesterweg. Diezelfde week werd er voor aanvang van de wedstrijd APWC tegen NSC uit Nijkerk een minuut stilte voor hem gehouden. Ook in de synagoge werd Nathan Hilversum met een minuut stilte herdacht. Met Nathan Hilversum, van wie zes zonen, zes schoondochters en veertien kleinkinderen vermoord werden en die drie echtgenotes overleefde, verloor Amersfoort een bijzondere man die altijd positief bleef en altijd had klaargestaan om andere mensen te helpen.

Jolanda Woltjer
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie