Vragen over onbeantwoorde vragen blijven ook onbeantwoord. Dus: nog meer vragen

AMERSFOORT De fractie van Amersfoort2014 is onthutst omdat een serie schriftelijke vragen niet is beantwoord. Schriftelijke vragen van raadsleden aan het college van b & w dienen binnen twintig dagen te worden beantwoord, zo staat in het reglement van de gemeenteraad. Deze termijn wordt in Amersfoort gewoonlijk overschreden. Maar daar blijft het niet bij. De betreffende serie vragen gingen over een trend in de Amersfoortse politiek: het niet of te laat beantwoorden van schriftelijke vragen.

Jeroen de Valk

Ben Stoelinga (Amersfoort2014) constateerde hierin dat van de ingediende vragen in 2018 slechts dertig procent op tijd werd beantwoord en in 2019 zelfs maar twintig. Op veel antwoorden kwam bovendien een ontwijkend antwoord. Hij vroeg zich af wat er in vredesnaam aan de hand is met het college en het ambtenarenapparaat. Wat denkt het college te ondernemen om verbetering aan te brengen in deze situatie?  

Aangezien deze vragen-over-vragen - ingediend op 18 december - ook tot dusverre onbeantwoord zijn gebleven, heeft Stoelinga op 4 februari een volgende serie vragen ingediend. Volgens Stoelinga is er sprake van een 'structureel falende en minachtende beantwoordingscultuur'. Zonder tijdig te worden geïnformeerd, kunnen volksvertegenwoordigers immers niet 'de controlerende taak' vervullen waarvoor ze zijn gekozen.

'PROFILEREN' Aan werkdruk kan dit niet liggen, zo vindt Stoelinga. ,,Er worden steeds minder schriftelijke vragen ingediend. In 2013 waren het er 230, in 2019 maar 151.'' Stoelinga maakte zich al eerder druk over het grote aantal externe, dure krachten dat in het stadhuis rondloopt. Dat zou per jaar miljoenen aan gemeenschapsgeld kosten. Maar, één voordeel: daartussen zouden toch vast een paar professionals te vinden zijn die zich over de vragen kunnen bekommeren.

En die vragen, daar hamert Amersfoort2014 op, worden niet louter ingediend door naar media-aandacht hunkeren raadsleden die zich willen 'profileren'. Zo makkelijk laat de oppositie zich niet terzijde schuiven. Hij merkt ook op dat vooral oppositiepartijen de vragen indienen. Coalitiepartijen lijken de wethouders op hun blauwe ogen te vertrouwen. Dit is in tegenspraak met het 'dualistisch stelsel', dat voorziet in een scheiding van het college en de raad.

Het is nu wachten op een antwoord op deze vragen-over-vragen-over-vragen.