Zes Amersfoortse voetballers kwamen om in Tweede Wereldoorlog

AMERSFOORT Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen meer dan tweeduizend voetballers die lid waren van voetbalbond KNVB om het leven. Zes van hen kwamen uit Amersfoort. Al hun namen staan op een monument, dat deze week precies zeventig jaar geleden werd onthuld. Sporthistoricus Jurryt van de Vooren bracht voor het eerst al deze voetballers in kaart.

In 1949 onthulde de KNVB een monument met daarop de namen van alle omgekomen voetballers in bezettingstijd. Het ging om 2.212 spelers, waarvan een groot aantal Joods, die lid waren van ruim 430 verschillende clubs uit 225 plaatsen verspreid over het land. 

ZWAAR GETROFFEN Amsterdam werd tijdens de oorlogsjaren het zwaarst getroffen: 491 omgekomen KNVB-leden kwamen uit de hoofdstad. De drie Joodse clubs uit die tijd – AED, HEDW en WV - telden gezamenlijk meer dan 350 omgekomen voetballers. Den Haag volgt met ruim 200 slachtoffers. Daarvan speelde meer de helft bij de Joodse club de Ooievaars. Van de negen complete teams die de club in 1940 had, overleefden slechts vier mensen de oorlog. Ook kleinere plaatsen als Deventer (58 slachtoffers), Winschoten (20), Zutphen (17) en Tegelen (16) vallen op door een betrekkelijk hoog aantal verloren spelers.

Een deel van de voetbalclubs die tijdens de Tweede Wereldoorlog spelers verloren zijn bestaat nog steeds. Onder meer Wilhelmina Vooruit-HEDW (gezamenlijk 246 slachtoffers) en AFC (15) uit Amsterdam, en Feyenoord (17) en Sparta (53) uit Rotterdam vallen op. Ook clubs als Kampong uit Utrecht (26), UD uit Deventer (24) en Quick 1888 uit Nijmegen (14) verloren tientallen spelers.