Het standbeeld van de jonge Johan van Oldenbarnevelt dat in 2010 is gemaakt door Ingrid Mol. Het staat in de tuin van het huis Bollenburg.
Het standbeeld van de jonge Johan van Oldenbarnevelt dat in 2010 is gemaakt door Ingrid Mol. Het staat in de tuin van het huis Bollenburg.

De jonge jaren van Johan van Oldenbarnevelt

15 juni 2019 om 15:00 lokaal

AMERSFOORT Johan van Oldenbarnevelt hoort zonder twijfel tot de top drie van beroemdste Amersfoorters. Naast Mondriaan (en tegenwoordig ook Duncan Laurence) zal zijn naam als eerste genoemd worden wanneer je vraagt naar een bekende Amersfoorter. Mark Rutte noemde hem zelfs de grootste staatsman die Nederland ooit heeft gekend. Hij stond aan de wieg van de Nederlandse onafhankelijkheid en was meer dan dertig jaren de machtigste man van de jonge republiek. Dit jaar herdenken we zijn vierhonderdste sterfjaar.

Abe van der Veen

In Amersfoort erfde de jonge Johan van zijn familie tolerantie en arbeidsethos, maar ook koppigheid en de neiging om grote risico's te nemen. Het gaf hem een karakter dat hem tot grote hoogte bracht, maar hem uiteindelijk ook diep deed vallen. Johan werd geboren op 14 september 1547 in een huis aan de Kortegracht als de zoon van Gerrit van Oudenbarnevelt en Deliana van Weede. Gerrit was een hereboer en veehandelaar. Hij bezat ook de hoeve de Birkt. Hier hing boven de deur het motto van de familie: 'Nil scire tutissima fides' ('niets weten is het meest veilige geloof'). Dit verlichte standpunt heeft Johan later mogelijk tot een verdediger van de tolerantie in religieuze zaken gemaakt.

'STICHTELIJK POËET' Op zijn achtste verhuisde het gezin naar de Bollenburg in de Muurhuizen. Johan zat van zijn zevende tot zijn zestiende op de Latijnse school. Deze was destijds van een zeldzaam hoog niveau. De rector Nicolaas Edanus vond hem een goede leerling en noemde hem een 'stichtelijk poëet', zeg maar een vrome dichter. Verder was hij nog koorknaap in de sint-Joriskerk. In deze periode brak er twee keer de pest uit in Amersfoort, was er één keer een overstroming en één keer hongersnood.

VERBANNEN Zijn vader had als bijnaam Gerritje Slecht. Dit betekende simpel of onnozel. Hij was vaak dronken en raakte dan in gevechten verzeild. Meerdere malen werd hij daarvoor opgepakt. Hij spande zelf ook maar liefst 25 keer een proces aan, meestal ging het dan om ruzie over betalingen. De kans is groot dat Johan ook klappen van hem heeft gekregen. Toen gold nog het spreekwoord: 'wie zijn kind liefheeft, spaart de roede niet.' In 1568, toen Johan 21 was, maakte hij het al te bont: Gerrit had iemand doodgeslagen en was de duinen in gevlucht. Hij werd schuldig bevonden aan een 'lelijke doodslag' en verbannen uit Utrecht. Door bemiddeling van zijn zoon kon hij, na een jaar, terugkomen. In Amersfoort was de familie toen niet meer welkom en in 1575 verkochten ze de Bollenburg en verhuisden naar Utrecht.

SCHAAMTE Zijn moeder Deliana kwam uit een welgesteld geslacht die al eeuwen in het bestuur van Amersfoort zat. Ook was zij een verre nazaat van de Heren van Stoutenburg. Zij was de stabiele factor in het gezin en bleef bij Gerrit door dik en dun. Ze schonk hem zeven kinderen. Voor een aantal zal Johan zich mogelijk hebben geschaamd: Twee van zijn zussen belanden – volgens kwade tongen - in de prostitutie en een van hen had een onecht kind (dus buiten het huwelijk gekregen). Zijn broer Reyer zat in het Staatse leger als hopman, maar bakte daar niet veel van. 'Hij loopt lelijck ende kwijt hem niet' staat er over hem geschreven. Hij was lui en onhandelbaar dus. Alleen de jongste broer Elias deed het goed en werd pensionaris van Rotterdam. Johan noemt zijn familie uit Amersfoort nauwelijks. Hij zal zich voor hun hebben geschaamd. Hij kwam zelfs niet op de begrafenis van zijn vader in 1588.

BEELDENSTORM Op zestienjarige leeftijd verlaat Johan Amersfoort en in 1566 ging hij naar de universiteit van Leuven om daar rechten te studeren. Hij liet zich inschrijven als van Oldenbarnevelt in plaats van Oudenbarnevelt en noemde zich van adel. Hij deed zich zo wat voornamer voor dan hij werkelijk was. Hier kwam hij midden in de Beeldenstorm terecht. In 1568 vertrekt hij naar Heidelberg en in dit calvinistische bolwerk gaat hij over tot het protestantisme. Als laatste studeerde hij in Padua. Over die tijd wordt het smakelijke verhaal verteld dat hij - samen met twee vrienden - een waarzegster zou hebben ontmoet. Zij las hun horoscoop en deed een gruwelijke voorspelling. Ze keek van de ene naar de andere jongeman: u zult een gewelddadige dood sterven en u zult van schatrijk weer straatarm worden. Als laatste keek ze naar Johan: en u zult een groot staatsman worden, maar zal uw hoofd op het schavot verliezen! Dit zal gebeuren als de spiegel in de handen van het beeld van de godin van voorzichtigheid die op de gevel van uw huis staat zal breken. Twintig jaar later kwam een van deze vrienden Johan waarschuwen dat het precies zo gebeurd was als voorspeld. Ook de spiegel brak nog vlak voor zijn arrestatie, maar Johan sloeg alle waarschuwingen in de wind.

MARIA VAN UTRECHT In 1570 komt Johan terug en is dan afgestudeerd in de rechten, hij wordt advocaat in Delft. Daar trouwde hij in 1575 met Maria van Utrecht. Zij was huishoudster van de rijke regent Jacob van Utrecht. Maar zij was ook een bastaardkind van zijn zuster. Jacob was een van de rijkste mannen van Delft met wel vijf heerlijkheden in zijn bezit en hij had een zwak voor zijn nichtje, maar in die tijd erfden bastaardkinderen niets. De slimme Johan wist het echter zo te regelen dat een oude schipper onder ede zwoer dat hij de vader was van het meisje. Daarmee had zij plots toch recht op de erfenis. Ondertussen was de oom kinderloos dood gegaan en Maria werd als enige erfgenaam aangewezen. Natuurlijk trouwde Johan met haar en werd zo op slag schatrijk. Maria bleef haar leven lang een bescheiden, toegewijde huisvrouw. Kwaadsprekers zeiden dat de schipper meineed had gepleegd en dat zij het kind zou zijn uit incest van haar moeder met haar broer Jacob. Het was zeker verdacht dat hij juist op dat cruciale moment verscheen en zijn verklaring deed. Maria en Johan kregen vijf kinderen samen. Zijn ene dochter zou een echte feeks zijn en de andere een halve dwerg. Toch wist hij ze uit te huwelijken aan heren van lage adel. Dit was het summum van eer voor de zoon van een Amersfoortse veeboer. Johan kocht in 1594 het landgoed Stoutenburg. Dit deed hij omdat zijn moeder afstamde van dit adellijke geslacht. Zo kon hij zich voortaan heer van Stoutenburg noemen. Voor Johan was rijkdom niet genoeg, met een adellijke titel was hij pas echt geslaagd.

HET SCHAVOT Het verhaal over de carrière van Johan van Oldenbarnevelt, zijn ruzie met Maurits en zijn ondergang op het schavot hoort thuis in de Vaderlandse geschiedenis, maar zijn jonge jaren zijn van Amersfoort. Hier erfde hij van zijn familie tolerantie en arbeidsethos, maar ook koppigheid en de neiging om grote risico's te nemen. Het gaf hem een karakter dat hem tot grote hoogte bracht, maar hem uiteindelijk ook diep deed vallen.

[De schrijver Abe van der Veen zal op 21 augustus een wandeling over het leven van Johan van Oldenbarnevelt verzorgen speciaal voor kinderen. Zie museumflehite.nl en abedeverteller.nl.

Jolanda Woltjer
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie