'Rijk betaalt te weinig voor opvang asielkinderen'

AMERSFOORT De gemeente Amersfoort vreest dat het te weinig geld ontvangt om voor jonge asielzoekers te zorgen. De stad krijgt tegenwoordig hiervoor een bedrag van het rijk. Deze zorg valt namelijk sinds 1 januari dit jaar onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

Jeroen de Valk

De kinderen en jongeren die verblijven in het Amersfoortse asielzoekerscentrum (azc) zijn echter geen doorsnee vluchtelingen; het azc in de stad (te vinden aan de Barchman Wuytierslaan) vangt gezinnen op die uitgeprocedeerd zijn. Wat in de regel betekent dat ze al talrijke stadia hebben doorlopen en wachten op terugkeer naar hun thuisland: vertrek uit eigen beweging of gedwongen uitzetting.

Wethouder Cees van Eijk schrijft aan de gemeenteraad in een raadsinformatiebrief: ,,Er bestaat het risico dat we  niet uitkomen met de door het rijk toegekende middelen.'' De kennelijk karige toelage vanuit Den Haag staat volgens Van Eijk 'op gespannen voet met de leefomstandigheden op het azc, de beperkte woonkwaliteit en de lange periode waarin mensen in onzekerheid verkeren'.

HUMAAN De bijdrage van het rijk bedraagt voorlopig 597,78 euro per kind. In het Amersfoortse azc is plek voor 301 opvangplaatsen. Er verblijven nu 152 kinderen. De bedragen zijn door het rijk vastgesteld aan de hand van gegevens uit 2017: het aantal kinderen dat in azc's verblijft en de gemiddelde verblijfsduur.

Specifieke bedragen worden verder niet genoemd. Maar Van Eijk laat wel weten dat de stad in de loop van dit jaar zal overleggen met andere gemeenten waar ook uitgeprocedeerde asielzoekers verblijven. Aan de hand van deze ervaringen zal worden bekeken wat nodig is voor 'humane' opvang en zorg.

Immers: 'vanuit het principe van gelijkheid en de universele rechten van het kind' dient de gemeente te zorgen voor adequate opvang, 'ook al zal hun toekomst zich hoogstwaarschijnlijk niet in Nederland afspelen'.

LILI EN HOWICK In discussies over asielzoekers staan vaker gemeenten en het rijk tegenover elkaar. De kwestie-Lili en Howick haalde de landelijke pers. De Armeense tieners mochten in september vorig jaar uiteindelijk tóch in Nederland blijven. De twee konden maandenlang rekenen op toenemende steun in de regionale politiek, maar staatssecretaris Mark Harbers ging pas op  het allerlaatste moment overstag.

Volgens de internationale organisatie Defence for Children bevinden zich zo'n vierhonderd kinderen in Nederland in een vergelijkbare situatie. Harbers benadrukte dat het 'kinderpardon' alleen in zeer uitzonderlijke situaties zal worden toegepast.

KINDERPARDON Astrid Janssen (GroenLinks) hield vorig jaar in een interview in deze krant een vurig pleidooi om dat kinderpardon vaker toe te passen. Ze verwees daarbij ook naar onveilige en/of armoedige situaties waarin kinderen na terugkeer terecht kunnen komen.

Janssen: ,,Ze kunnen in Den Haag wel van alles bedenken, maar wij zien die kinderen hier in de stad. Het is absurd dat er een negatief reisverbod geldt voor Afghanistan, maar dat vluchtelingen uit dat land wel worden teruggestuurd.'' Ze erkende dat het al dan niet uitzetten van asielzoekers een landelijke verantwoordelijkheid is. Maar niettemin: ,,We kunnen de staatssecretaris erop aanspreken.''