De Hooglandse roots van een portretfotograaf, schrijver en filmmaker Maarten Corbijn

18 juli 2012 om 00:00 Achtergrond

HOOGLAND - ,,Mag ik op de stoelen staan om een foto te maken?’ In de Hooglandse protestantse kerk waar zijn vader preekte, fotografeert Maarten Corbijn (52) met instemming van de kerkgangers het houten bord met daarop de namen van de voorgangers. Anton Corbijn van Willenswaard was dominee in Hoogland van 1966 tot 1972. Nadat het beeld is vastgelegd, haalt Corbijn een zakdoek uit zijn broekzak. Zorgvuldig veegt hij denkbeeldig vuil van de stoelen. ‘Vroeger hing het bord aan de andere kant’, wijst hij. ,,Vanuit onze vaste kerkbank hadden we zicht op de glas-in-loodramen. De lichtval herinner ik me heel goed. Dat knetterde naar binnen.’’

door Herma Klein Kranenberg

Portretfotograaf, schrijver en filmmaker Maarten Corbijn, beter bekend onder de naam Corbino, is op deze vroege zondagochtend terug in Hoogland. De plek van zijn jeugd waar, zo zegt hij, naar zijn idee de zon altijd scheen. Komend uit het streng christelijke Strijen in de Hoeksche Waard, streek het gezin Corbijn in 1966 opgelucht neer in de pastorie van Hoogland. Een flinke stap terug in traktement maar in een geloofsgemeenschap die vader Corbijn paste als een jas. ,,Mijn vader was een zielenherder in de ware zin van het woord. Ze hebben hier een goede tijd gehad. Niet voor niets zijn mijn ouders na zijn emeritaat teruggekeerd naar Hoogland.’’

Maarten is nummer drie in een rij van vier. Voor HP/De Tijd portretteerde Maarten in beeld en tekst een reeks van prominenten. De ‘Wekelijkse Beeldschets’ begon in 2009 met zijn (ex)zwager Martin Bril die Maartens werknaam Corbino bedacht. Voor de laatste aflevering in april 2012 belichtte hij zijn alom bekende broer en vakgenoot Anton Corbijn (57). ,,Een broederlijk eerbetoon’’, zo formuleerde hij het zelf.

Hij verhaalt over de zondagse rituelen. Hoe de koster voorafgaand aan de kerkdienst een stukje vloer van de kansel verwijderde zodat de boomlange dominee Corbijn letterlijk in een gat stapte. Zo paste hij met zijn twee meter lengte precies op de kansel. Hoe zijn moeder soms insprong bij afwezigheid van de organist. ,,Met wat gestommel verliet ze haar vaste stek naast ons om tijdelijk achter het orgel te kruipen.’’ Hoe de kinderen na afloop van de collecte de dubbeltjes en de kwartjes telden en de pepermuntjes er tussenuit visten. ,,Ik heb wel eens een duppie achterover gedrukt’’, bekent Maarten. Hij lacht er verontschuldigend bij terwijl hij met zijn hand over het fluweel van een oude collectezak strijkt.

Buiten is het een en al zonneschijn. Maarten neemt de omgeving scherp in zich op. ,,Onnoemelijk veel is er veranderd sinds die tijd. Achter de pastorie lagen uitgestrekte weilanden. Nu is alles bijna volgebouwd.’’ Het huis van de koster, naast de kerk en schuin tegenover de pastorie, doet tegenwoordig dienst als kinderdagverblijf. ‘Laat de kinderen tot mij komen’ in een moderne variant. De oude kastanjeboom waaronder de kinderen Corbijn ravotten, staat nog fier overeind, de bladeren ruisen in de wind. Corbijn kijkt, kijkt nog eens, loopt van de ene straathoek naar de andere, vertelt honderduit en maakt ondertussen foto’s. ,,Ooit hing ik uit het zolderraam, blies ik papieren pijltjes door een pijltjesgeweer naar buiten. Het grasveld voor de kerk lag bezaaid met papier. Mijn vader woest, moest ik het flink bezuren.’’ Als kinderen van een dominee werd er extra op hen gelet. ,,Er werd veel van ons verwacht. Allemaal onuitgesproken natuurlijk. Als een korset voelde het soms.’’ Maarten maakt een relativerend gebaar. ,,Het heeft me ook veel gebracht hoor. In creatieve zin heeft het me verrijkt. Overal in mijn werk vind je de sporen van mijn jeugd en de Bijbelse opvoeding.’’

Hij sliep op zijn vaders studeerkamer. ,,Mijn ouders verhuurden kamers voor wat extra inkomsten. Mijn onderwijzer woonde bij ons in.’ Omgeven door theologische en filosofische verhandelingen en met zijn leerkracht onder één dak groeide Maarten op. Een sensitief, slim jongetje dat ook toen al veel zag en in zich opnam. ,,Eén vriendje had ik, een buurjongetje waarmee ik veel speelde. Hij is net als ik in een creatief beroep gerold.’’ Toeval of moest het zo zijn? Corbino oogt nuchter, al lijkt hij wel gevoelig voor hoe door het lot dingen kunnen samenvallen. Zijn eerste boek, een coproductie met voormalig zwager en vriend Martin Bril, draagt als titel ‘Toeval bestaat niet’. Ik tover het tevoorschijn onderuit mijn rugzak. Maarten: ,,Wist je dat het een collectorsitem is? Het wordt zelfs uit bibliotheken gestolen en duur verkocht. Er is nooit een tweede druk verschenen, vandaar.’’ Verbluft kijk ik naar mijn exemplaar van de bieb. Blijkbaar heb ik met dit beduimelde boek goud in handen. Corbijn lacht en bestelt een kop koffie in de cafetaria op loopafstand van zijn vroegere ouderlijk huis. Het enige etablissement in de verre omtrek dat geopend is op dit tijdstip. Zondagsrust telt hier nog. ,,Deze snackbar was er vroeger ook al.’’

Tussen de koppen koffie door checkt hij even zijn telefoon op berichten en excuseert zich hiervoor. ,,Spoedklussen die af moeten. Regeldingetjes. Geploeter is het.’’ Weer die relativerende lach. ,,Ach, al te hoogdravend wil ik er niet over doen. Kwestie van gewoon uren maken, het heel vaak doen.’’ Maarre, het is toch geen toeval dat juist hij mensen zo indringend weet te portretteren? Wat is zijn geheim? ,,Er is geen geheim. Contact maken en vertrouwen winnen. De tijd nemen, kijken, geduld hebben, wachten. Vaak lukt het, soms ook niet.’’ Hij trekt een grimas en vertelt over een contactuele blunder die hem een desillusie van jewelste bezorgde. ,,Ik mocht mijn jeugdidool Lou Reed fotograferen. Eindelijk. Zei ik in al mijn nervositeit opeens: ‘Kun je nog wat bozer kijken, Lou?’ Floepte er zo uit. Foute move. Het was meteen klaar. Opgesodemieterd! Nog een keer afgedrukt en huilend terug naar huis.’’ Weer dat lachje. Ondanks de misser. ,,Als het niet lukt, komt dat door mij. Nobody else.’’ Zelf wordt hij liever niet geportretteerd. ,,Verschrikkelijk vind ik het.’’

Nog een greep in mijn rugzak. De Trouw van twee dagen terug met daarin een portret van nota bene mijn eigen zoon. Zijn kinderkopje licht gebogen, de blik strak gericht op de snaren van zijn driekwart gitaartje, is hij als een brok concentratie gevangen door de Amersfoortse fotograaf Bram Petraeus. Een lot uit de loterij van het toeval, deze foto van de jonge gitarist in actie. Uitgerekend in gesprek met Corbino, de man die bekend staat om de kunst van het geënsceneerde toeval. Die omstandigheden zo naar zijn hand tracht te zetten dat hetgeen waarvan hij hoopt dat het gebeurt, plaatsvindt. Maarten knikt goedkeurend: ,,Ja, mooi getroffen. Een goede foto maakt nieuwsgierig en nodigt uit. Wat is daar gebeurd? Dat roept deze foto op.’’ Hij legt Trouw op het tafeltje voor zich en neemt een slok koffie. Even later zie ik mijn blonde jochie donker kleuren en ik reik naar de krant. Nat! Maarten schrikt merkbaar. ,,Oh sorry. Leg de krant uitgespreid in je auto. Dan droogt-ie wel.’’ Zo gezegd, zo gedaan. Weer terug op het terras vraag ik plagend om een tegenprestatie. Eindelijk op de foto dan maar? Maarten blikt naar fotograaf René Dissel en grijnst: ,,Ik ben als was in zijn handen.’’

We rijden naar begraafplaats Coelhorst. Krap een uur eerder waren we hier ook al. Wandelden we langs het graf van zijn ouders. Maarten trok onkruid weg bij de steen, sprak over zijn vader en moeder. Vertelde hoe tijdens zijn vaders begrafenis vier jaar geleden, reeën te zien waren in het veld. Broer Anton ontwierp het grafmonument dat de vorm heeft van de letter C. ‘Vrede’ staat erop. En vredig is het op Coelhorst. De zon schijnt, de wind ruist, een enkele hardloper rent voorbij zonder ons op te merken. Het moment lijkt daar. Magisch bijna. De ene fotograaf wenkt de andere. Voorzichtig, haast onmerkbaar maar onmiskenbaar, nodigt Dissel Corbino uit achter de grafsteen van zijn ouders te knielen, zijn elleboog over de rand van de steen. ,,Bril op? Bril af?”Corbino geeft zich over, knielt en kijkt in de lens. Kwetsbaar. Ik wend mijn blik af. Het voelt te intiem om toe te kijken. Half mijn schouder wegdraaiend, registreer ik vanuit mijn ooghoeken wat er gebeurt tussen die twee. Is het overgave? Vertrouwen? Toeval bestaat niet. Dit moment valt ons toe.

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie