AJO-dirigent Rolf Buijs: Dirigeren is delegeren van vertrouwen

13 juni 2012 om 00:00 Achtergrond

AMERSFOORT - ,,Vertrouwen geven en faciliteren zijn belangrijke stappen op weg naar samen musiceren.” Deze woorden van de Amersfoortse dirigent Rolf Buijs (51) zie ik werkelijkheid worden tijdens het Amersfoort Jazz festival. Het Amersfoorts Jeugd Orkest (AJO) verzorgt samen met de gypsy violist Tim Kliphuis een optreden in de Observant. Met een glimlach en een brede armbeweging draagt Buijs de leiding van zijn orkest van jeugdige musici tijdelijk over aan de violist. Kliphuis is vol vuur voorganger in de jazzy juweeltjes die opklinken in de goed gevulde binnenplaats.

door Herma Klein Kranenberg

Rolf Buijs lijkt geruisloos van het toneel verdwenen: op sierlijke wijze heeft hij zich klein weten te maken ten gunste van zijn collega. Bijna onopgemerkt zit hij op zijn hurken op de bok om even later soepeltjes te herrijzen en het dirigeerstokje weer ter hand te nemen. ,,Als een slangenbezweerder het mandje in en uit”, zo omschrijft hij deze manoeuvre. Hier kronkelt in plaats van de slang de slangenbezweerder zélf uit zijn mandje omhoog. Illustreert deze verspreking van Buijs onbewust zijn opvatting over de rol van dirigent? De dirigent als dienende magiër die met zijn elektrificerende krachten de boel onder spanning zet en tot grote hoogten weet op te zwepen? Die met zichtbaar plezier ruimte geeft aan solist en orkest?

Een paar weken later, thuis bij Rolf Buijs in Vathorst. In een hoekje van de woonkamer staat het miniharpje van zijn dochtertje. Zoonlief lijkt geschikt voor de trompet: ,,Hij kan goed lange scheten laten met zijn mond. Perfecte basis voor een trompettist.” Zelf begon Rolf als jongetje met de viool om na de lerarenopleiding alsnog de stap te zetten naar het conservatorium en zijn latere liefde: het dirigeren van ensembles. Van docent tot dirigent. Een minder grote stap dan het lijkt. Raakvlakken genoeg immers, aldus Buijs.,,Ik was erg gevoelig voor pedagogische aanwijzingen. Niet zo gek dus dat dit punt altijd mijn belangstelling heeft behouden, zeker bij jeugdorkesten.”

Dienende magiër

De term magiër koppelt Buijs intuïtief aan de beroemde Russische dirigent Gergiev bij wie hij masterclasses volgde. ,,Gergiev zet de ruimte onder spanning, het is alsof alle orkestleden als botsautootjes aan dat elektriciteitsnet bovenin worden gekoppeld. Je voelt je bij hem voortdurend aangesloten op dat spanningsveld. Fascinerend.”

Onvergelijkbaar met de enigszins zwaarmoedig getinte Bernard Haitink met wie Buijs naar eigen zeggen is opgegroeid. ,,Als student zag ik hem veel dirigeren. Een echte kleier die met zijn veelzeggende manier van lucht kneden ervoor zorgt dat het complete orkest in zijn kleiobject past.” Harnoncourt heeft een speciale plek in het muzikale hart van Buijs. ,,Als pleitbezorger van de authentieke uitvoeringspraktijk heeft hij de barok en de klassieken flink afgestoft en opgepoetst.” Facilitator, magiër, kleier, het is een greep uit de stroom van associaties die al pratend opkomt als het zijn vak betreft. Centraal hierbij is het begrip dienend leiderschap.

Buijs vertelt hoezeer dirigeren in feite niets anders is dan loslaten en ruimte geven. ,,Bij amateurorkesten, hoe goed ook, moet je in eerste instantie directief zijn. Vervolgens probeer ik dat zo snel mogelijk los te laten. Nodig ik ze uit zelf op elkaar te spelen en te luisteren. Ze krijgen prikkels van mij, vanuit hun medespelers. Vaak slaat dan de onzekerheid toe.” Vrijelijk improviserend met jazzmusicus Kliphuis was vast doodeng voor de jeugdige musici? Rolf beaamt het lachend. ,,Spannend was het. Petje af dat ze het toch hebben gedurfd. Zo’n muzikaal uitstapje brengt je uit je comfortzone. Je leert ervan. Niet alleen lekker spelen wat er op je lessenaar staat, maar je spel afstemmen op je omgeving.”

In die afstemming ligt een belangrijke taak voor hem als dirigent. ,,Het moet een eenheid worden. Met een kruiwagen vol kikkers kan ik niets. Luisteren en op elkaar afgestemd raken, dat is de kunst van het samenspel.”Klinkt logisch, maar hoe doe je dat? ,,Veel orkestleden houden van duidelijke aanwijzingen vanaf de bok. Maar als iedereen alleen naar mij kijkt, werkt het niet. De lol is dat het uiteindelijk allemaal samen komt; hun spel, de omgeving, mijn aanwijzingen. Wie de initiatiefnemer is, doet er niet toe. Het resultaat telt. Kwestie van durven loslaten en spelen.”

Carel Kraayenhof

De volgende uitdaging staat voor de deur. Ter ere van het gouden jubileum gaat het AJO op 23 juni met bandoneonist Carel Kraayenhof de Argentijnse tango te lijf. De repetities zijn in volle gang. Buijs’ doel? ,,Een knettergoed en loepzuiver optreden verzorgen. De notatie, dat zijn maar spinnenpoepjes. Iedere noot is namelijk even zwart. Muziek is wat er tússen die noten zit. Vergelijk het met een boek. Het gaat niet om de woorden, maar om het verhaal dat tussen de regels door wordt verteld. Dát wil ik overbrengen.”

Afhankelijk van de situatie varieert hij in zijn aanpak. ,,Geef je vanuit rust aanwijzingen of sta je streng zwaaiend met de knoet op de bok. Het gekke is: soms wíllen mensen geslagen worden. Moet de gesel erover en vragen ze of ik duidelijk de slag wil slaan.” Stampend met een stok op zijn voet á la dirigent Jean-Baptiste Lully die nota bene door zijn opmerkelijke maatvoering koudvuur ontwikkelde en zijn werkwijze met de dood moest bekopen. Een andere collega, Daniel Turk, zwaaide zo driftig met zijn dirigeerstok dat hij de kroonluchter boven hem raakte en door glasscherven werd bedolven. Voorwaar een gevaarlijk beroep!

Wenkbrauwen

Rolf lacht, hij kent de voorbeelden. ,,Ik kan met mijn wenkbrauwen dirigeren als het moet.” De tijdgeest en veranderende leiderschapsstijlen hebben hun invloed ook op de bok doen gelden. ,,Een agressieve leider die zijn wil oplegt aan het orkest, dat wordt niet meer gepikt in de huidige orkestcultuur.” Communicatieve vaardigheden zijn onontbeerlijk, meent Buijs, die zich op dit terrein blijft ontwikkelen. Zijn cv vermeldt een keur aan uiteenlopende activiteiten. Een verrassende lijst. Los van muzikaal getinte verdieping beoefent Buijs Tai chi, volgde hij een cursus gebarentaal en een training ‘zuiver communiceren’. ,,Ik vind dat je altijd open moet blijven staan voor nieuwe inzichten. Tai chi bijvoorbeeld heeft mijn innerlijke kracht verstevigd en geeft me rust. Musici kunnen door stress nogal eens verkrampen. Te kunnen ontspannen op de momenten dat het er toe doet, is een vereiste om vrij te musiceren.”

Zuiver communiceren is zijn nieuwste verworvenheid. ,,Aannamevrij een gesprek voeren, bewust van je eigen oordelen gewoon je mond houden en luisteren; hoeveel mensen kunnen dat?” Eh ja, inderdaad. Tijd voor een neutrale ontwikkelvraag in combinatie met een actieve luisterhouding. Wat is dirigeren voor jou? Buijs lacht voluit. ,,Daar praten we al twee uur over dus het betekent heel veel.” Na een korte stilte: ,,Dirigeren is samenvallen. Dat in één magisch moment alles samenvalt met het publiek als getuige. Alle neuzen één kant op, eenieder dienstbaar aan de muziek. Mijn taak is mensen zover te krijgen dat ze dit doen.”

Dienstbaarheid en zuiver communiceren zijn kernwoorden in zijn betoog. Het dempen van het ego past daarin, niet alleen van de dirigent (,,Ik haat het als een dirigent koket alle eer naar zich toe trekt”), maar ook van de orkestleden. ,,Je ego loslaten is een noodzakelijke voorwaarde voor goed samenspel.” De beloning is zoet want: ,,Je voelt je boven jezelf uitgetild, deel uitmakend van een groter geheel. Die ervaring is zo prachtig, die wens ik iedereen toe.”

Muziek als medicijn

Buijs is zichtbaar ontroerd wanneer hij vertelt hoezeer muziek hem kan raken. ,,Als jong kind heb ik het niet altijd makkelijk gehad.” Spelend bij het Hofstads Jeugd Orkest vond hij troost en vreugde in de muziek. Zo diep ging dit dat het zich amper in woorden laat uitdrukken. ,,Muziek als medicijn, zo heb ik het ervaren. Het is de genezende bron van waaruit ik leef en werk. Het zaadje te planten van wat muziek je kan bieden, als musicus maar ook als toehoorder, dat is mijn drijfveer.'' Het woord passie krijgt hij bijna zijn strot niet uit (‘zo’n uitgehold begrip’) maar hij gebruikt het toch om zijn bevlogenheid te benoemen.

Nog een keer schiet hij vol als hij vertelt over een speciaal optreden met het Ricciotti Ensemble in de VS. ,,Bizar was het. Voor een zaal met dove acteurs stonden we met hart en ziel te spelen, wetende dat zij er niets van konden hóren. Via hun blote voeten op de grond en door ballonnen in hun handen konden ze de trillingen voelen. Wat we overbrachten was de onderstroom die niks met decibellen te maken heeft. Dat was zo’n moment waarop het puur gaat om het verhaal dat achter de noten verscholen ligt.” Ik zwijg, op mijn beurt geroerd door het verhaal. Dirigeren voor doven als memorabel moment in een loopbaan. Buijs heeft gelijk. Het gaat niet om de noten, maar om datgene wat je wilt overbrengen. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd.

Zie voor kaarten voor het concert: www.deflint.nl

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie