Voormalig melkboer Antoon van Loen actief in Hooglandse parochie

19 oktober 2011 om 00:00 Achtergrond

AMERSFOORT - Op een stralende septembermorgen opent Antoon van Loen (78) de voordeur van zijn huis in Hoogland. Vlak bij de St. Martinuskerk waarvoor hij zoveel vrijwilligerswerk doet dat hij bij Ravelijn is voorgedragen als ‘vrijwilliger van het jaar’. Op deze derde dinsdag in september spreekt de koningin in Den Haag de jaarlijkse Troonrede uit. Somberheid troef, zeker in economisch opzicht. Zo niet hier in huize Van Loen.

door Herma Klein Kranenberg

,,Rijkdom brengt niet altijd geluk hoor”, zo houdt de voormalig melkboer en actief vrijwilliger Antoon van Loen mij voor. ,,Gezondheid, een goede omgang met de mensen om je heen, dát geeft een mens geluk.”,,En rust. Als je geen haast hebt, beleef je meer.” Dat laatste is een plaagstootje naar mij. Gehaast, opgehouden door een telefoontje en ochtendlijke verkeersdrukte, struikelde ik over de drempel, om meteen deze wijze les in mijn oren te knopen. Van Loen vervolgt uitnodigend: ‘Kopje koffie? Met melk?”

Onthaasten in Hoogland: de levenslessen van een voormalig melkboer. Gestoeld op eigen ervaring, want, zo bekent hij ruiterlijk: ,,Vroeger was ik zo druk als een klein baasje. Zondagsmiddags wandelen met de kinderen? Eventjes, want er lag altijd wel wat te doen. Zat ik met een kind op schoot de administratie bij te werken.”

Vegen met hart en ziel

Al pratend aan de keukentafel wordt duidelijk hoezeer hij op zijn plek is in Hoogland, en ook dat hij in feite nog steeds een bezig baasje is. Het vrijwilligerswerk dat hij voor de kerk verricht, doet hij met hart en ziel. ‘Toon van Loen sterft nog eens voor de kerk’, grapte een vriend. Als zijn vrouw hem zoekt, weet ze hem in de buurt van de kerk altijd wel te vinden.

Met vlijt en een bewonderenswaardige volharding veegt hij met grote regelmaat de stoep en het plein van de kerk. ,,In het najaar ben ik altijd bang dat mensen uitglijden over de bladeren en de eikels, dus dat houd ik goed bij. Kleine moeite, groot plezier. Ik kan erg genieten van de bomenpracht, de verschillende tinten groen en de verkleuringen van het blad.”

Behalve het vegen van bladeren en het opruimen van zwerfvuil, onderhoudt hij de tuin van de kerk en de tuin van het nabijgelegen partycentrum ‘t Hoogh Landt. Bijkomend voordeel van zijn veelvuldige aanwezigheid is dat hij de omgeving nauwlettend in de gaten houdt. ,,Overal gebeurt wel eens wat. Ook hier in Hoogland. Laatst nog was er een aantal jongens dat vernielingen aanrichtte in de Mariakapel. Ik ken ze wel, maar ja, ik ben een beetje voorzichtig met wat ik zeg. Mooi vond ik het dat burgermeester Lucas Bolsius zelf hier kwam praten met die jongens en hun ouders. Kijk, zoiets werkt. Het is nu een stuk rustiger.” Zo draagt Van Loen indirect bij aan een prettiger leefomgeving voor de inwoners van Hoogland.

‘Klompenbuurt’

‘De klompenbuurt’ is een bijnaam uit vroeger tijden voor dit bijzondere stukje Amersfoort. De echte Hooglander is weliswaar inwoner van de Keistad, maar voelt zich in hart en nieren Hooglander. ,,Iedereen kent iedereen hier. Het scheelt natuurlijk dat ik voor mijn werk als melkboer overal kwam. Dan ben je vanzelf een bekend gezicht.”

Op de feesten in Hoogland wordt hij nog regelmatig aangesproken. ,,We missen je slagroom”, klinkt het dan. ,,Een kwart slagroom of een doos eieren gaf ik mijn klanten als er een baby was geboren. Je maakte alles mee natuurlijk. Geboorte, overlijden, bijzondere gebeurtenissen in een gezin. Heel wat verhalen heb ik aangehoord. Weet je, ik kan er wel langsheen vliegen, maar luisteren naar je klanten, daar gaat het om. Onderweg had ik zo m’n vaste koffiehuisjes.” Hij lacht breeduit. ,,Met alleen melk red je het niet. Er moet ook koffie in!”

De tijden van weleer zijn voorbij. Tijden waarin hij om vijf uur opstond, het ontbijt oversloeg, een pepermuntje in zijn mond stak voor de frisse smaak en zich per fiets, later per brommer, naar de spoelkamer in Amersfoort spoedde. Daar ontmoette hij collega’s en bereidde hij zich voor op zijn ronde door Kruiskamp en Hoogland. ‘s Avonds was hij druk met melkbussen schoonmaken en het doen van de administratie. ,,Mensen zetten de spullen op de stoep klaar met het geld erbij. Van sommige adressen had ik een loper zodat ik de boel binnen kon zetten. Onvoorstelbaar als je met de ogen van nu kijkt. Het bestaat gewoon niet meer. Best een gek idee om te merken dat je vak is uitgestorven. Ik geloof dat er op Achterveld nog een zelfbedieningswagen rondrijdt, die zal een van de laatsten zijn.”

Zelf stopte Van Loen eerder dan gedacht. Op zijn 62e, nadat een TIA het hem onmogelijk maakte zijn vak uit te oefenen. ,,Het was op een dinsdagochtend, 14 februari, om 11.00 uur ‘s ochtends, bij woonwinkel Piet Kok. Ik weet het nog precies. Opeens kon ik niet meer schrijven.” Zijn linkerhand kon de vereiste bewegingen niet meer maken op het notitieblokje waarop hij gegevens over levering aan klanten bijhield. De pen stokte. Een inderhaast opgeroepen oud-collega hielp hem met de bestellingen die dag. Zo goed en zo kwaad als het ging hield Antoon het vol. ,,Achteraf was het gekkenwerk. Ik kon de sleutel van de auto nauwelijks in het contact krijgen. Maar ik hield vol totdat mijn route gedaan was.”

De dag erop ging hij naar de dokter die hem meteen naar het ziekenhuis doorstuurde. Een serieuze TIA zo luidde de diagnose. Tien dagen duurde de opname, en vervolgens brak een tijd van intensieve revalidatie aan. De boodschap die hij aan het eind van zijn revalidatieperiode te horen kreeg was klip en klaar. ,,Stoppen met de melkkar. U loopt een grote kans nog eens zoiets krijgen en dan eindigt u wellicht in een rolstoel.” Flink slikken was het voor Van Loen, die stilletjes hoopte nog een aantal jaren zijn ronde te kunnen maken. ,,Het heeft me wel een traantje gekost want het was een mooi bestaan. 36 jaar melkboer geweest is niet niks.”

Terwijl hij nog eens koffie inschenkt, beschrijft hij hoe hij ooit dit vak inrolde. ,,Van huis uit hadden we een boerderij. Ik kwam bij wijze van spreken zo onder de koeien vandaan. De melk die kende ik wel, de handel eromheen te ontdekken, was nieuw voor me. Ik had er slag van, al zeg ik het zelf. Dat het werk me onder de mensen bracht, vond ik het allermooiste.”

Bernadette in gruzelementen

Het vrijwilligerswerk bij de St. Martinusparochie geeft hem behalve de gezelligheid van ‘onder de mensen te zijn’, ook de voldoening een nuttige bijdrage te leveren. ,,Ik heb nogal wat contacten, een voordeel als er eens iets geregeld moet worden. Toen de klok in de kerk kapot was, regelde ik dat de zoon van een ouwe klant van mij ‘m repareerde.”

Met carnaval werd ooit in een wooncentrum voor ouderen in Hoogland een groep Mariabeelden door vandalen omvergegooid. Een beeld van Bernadette lag in gruzelementen. Antoon van Loen bestelde bij een tuinder in Soest een nieuw beeld. Tevreden over die actie fietste hij nadien langs het appartementencomplex. Van Loen lacht smakelijk terwijl hij vertelt: ,,Ik kwam van mijn koorrepetitie. Ik zit al 57 jaar bij dat zangkoor dus de route kan ik wel dromen. Bernadette zat in mijn hoofd en ik dacht: ‘Effe kijken of dat koppie er nog op zit’.” Zo gefixeerd was hij op het beeld dat hij niet goed uitkeek. ,,Boink, ik kletter zo tegen de stoeprand met mijn fiets. Dat was een flinke smak kan ik je wel vertellen. Ik loop er nog mank van.”

Zo betrokken dus bij het wel en wee van het kerkelijk leven en alles wat daarmee samenhangt, dat Van Loen zelf bijna in gruzelementen lag. Een pijnlijke knie maakte intensieve fysiotherapie noodzakelijk. ,,Tja, Bernadette herinnert me nog iedere dag aan die val. Ik zou er bijna om naar Lourdes afreizen.” Bijna? Wat houdt hem tegen? ,,Nou nee, mijn vrouw en ik zijn niet van die reizigers. Laat ons maar fijn in eigen land. Een weekendje fietsen naar Apeldoorn waar mijn zoon woont, is al ver genoeg.’ Van Loen voegt eraan toe: ,,En dan komt mijn zoon ons al tegemoet rijden. Hij denkt natuurlijk, twee van die oudjes door de bossen, is dat wel vertrouwd? Ha ha.” Ik haal een uitspraak van schrijver Godfried Bomans aan: ,,Als je aan vakantie toe bent, heb je je leven niet goed georganiseerd.” Instemmend geknik van Van Loen. ,,Precies, zo is het. Laat mij hier maar mijn gang gaan en het kerkplein schoonvegen. Ik heb het uitstekend naar mijn zin in Hoogland.”

Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie