'Ik was geen juf en kon het niet zo goed uitleggen als de juf, zei hij. Juf zijn, in zijn geval op speciaal onderwijs, is een vak, een vak waar ik niet voor heb geleerd.'
'Ik was geen juf en kon het niet zo goed uitleggen als de juf, zei hij. Juf zijn, in zijn geval op speciaal onderwijs, is een vak, een vak waar ik niet voor heb geleerd.' Henk Hutten
Column

Verlangen naar meer

14 mei 2020 om 13:00 Column Columns Bianca van der Linden-Snel

De scholen zijn weer deels open, ja, daar ben ik echt blij om. Blij omdat ik merkte dat ik geen juf ben. Ik ben een moeder van twee heerlijke zonen.

Mijn jongste zoon zei het me dagelijks, als ik hem probeerde te helpen met zijn huiswerk. Hij wilde knuffels tijdens de les, maar luisteren naar juf mama…? Dat ging toch minder. Ik was geen juf en kon het niet zo goed uitleggen als de juf, zei hij. Juf zijn, in zijn geval op speciaal onderwijs, is een vak, een vak waar ik niet voor heb geleerd. Ik heb een ander vak. Twee vakken tegelijk uitoefenen werkte niet, heb ik ontdekt. En dus was ik erg blij dat de scholen weer open gingen. Ik ben moe van die hectische weken. Ik gaf hem wat chocolade mee voor de juffen. Fijn dat ze er zijn! Fijn dat er hier weer wat rust komt en ik me weer volledig kan richten op mijn eigen vak.

Mijn ene zoon gaat twee om drie dagen naar school, mijn jongste elke dag. De jongste vindt dat niet eerlijk. Ik zet hem af bij een, voor het oog, verlaten school. De kinderen worden op verschillende tijden gebracht. Ik krijg toch een triest gevoel als ik hem vraag hoe het gaat met het afstand houden tot de juf: ,,Gaat goed hoor, eigenlijk zit iedereen uit elkaar”.

Twee vakken tegelijk uitoefenen werkte niet, heb ik ontdekt. En dus was ik erg blij dat de scholen weer open gingen

Kinderen zijn flexibel. Ik hoop dat ze beseffen dat dit niet normaal is. Dat compassie gepaard gaat met knuffels geven, een aanraking, een arm om je heen. Een troostend handje van de juf als je bent gevallen. We hebben het allemaal zo nodig. Hoe lang gaat dit allemaal nog duren?

Een vraag die niemand kan beantwoorden. We verlangen naar meer. Er is grote behoefte op een vooruitzicht. Wanneer kan ik mijn vriendinnengroepje weer zien zonder dat ik bang ben dat ons samenkomst wordt bestempeld als samenscholing? Wanneer voelt het boodschappen doen weer goed aan? Wanneer hoef ik niet bang te worden van iets dat ik aanraak ? Wanneer kan ik, zonder vervelend gevoel, mijn broer, die in de risicogroep zit, weer (binnen) ontmoeten? Of mijn collega’s? Wanneer kunnen we weer gezellig met vrienden uit eten en naast elkaar zitten? Kan ik op vakantie? De vakantie, waar ik nu, nog meer dan anders, zo aan toe ben? Mijn zoon vraagt of hij zijn verjaardag met familie en vriendjes kan vieren in juni? Wanneer kunnen we weer naar de sportschool? Wanneer kunnen we het leven weer echt vieren? Hossen, naar een concert of een festival? Wanneer mag ik weer iemand vastpakken, knuffelen en troosten?

Wat is het moeilijk als ik mijn schoonmoeder van 86 jaar zie huilen. Intens verdriet en ik kan haar niet eens omhelzen. Ik sprak een kennis in de supermarkt. Ze brak na een vraag die ik haar stelde. We veroorzaakten een, niet gewaardeerde, opstopping. Ik zag de tranen, maar buiten wat opbeurende woorden, kon ik verder niets doen. Een aanraking zegt zoveel meer. Ik voelde me hulpeloos. Het is onmenselijk, nog steeds onwerkelijk en het voelt hard.

Wat is het moeilijk als ik mijn schoonmoeder van 86 jaar zie huilen. Intens verdriet en ik kan haar niet eens omhelzen

Ik weet het, we zijn gezond en ik heb een baan. Al is deze dan wel niet cruciaal en niet altijd maatschappelijk gewaardeerd maar het is nu wel drukker. Daarnaast hebben we eten en zitten we niet volledig opgesloten. Soms lukt relativeren gewoonweg niet. Ik weet dat ik me moet richten op de positieve dingen, de dingen die wel kunnen. Maar we mogen best af en toe even lekker klagen. Daar ben ik zeker niet de enige in, merk ik om me heen. Ik zie de irritaties toenemen. Soms best begrijpelijk, sommige groepen worden nog meer geraakt. De verschillen worden zichtbaar, tussen rijk en arm, tussen oud en jong, tussen kwetsbaar en niet kwetsbaar. Verschillen in banen en de waardering hiervoor. Verschillen die soms niet altijd even tactisch worden aangestipt. Iedereen is anders en ervaart deze tijd anders. Al proberen we samen te zijn, er is en blijft een afstand.

Ik leeg mijn hoofd sinds de crisis door een stuk te gaan fietsen. Ik heb, net als velen, een racefiets aangeschaft en probeer nu een plekje tussen alle andere fietsers te veroveren. Heerlijk, de wind in je haar, even rust. Ook fijn zijn die kleine momentjes, het kletspraatje met mijn slager en groenteman. Een vriendin appt mij; ,,Wanneer gaan we tennissen?” Yes, het mag weer! Mijn man sprong gewoon juichend op toen hij hoorde dat hij weer naar de kapper mocht.

Die kleine stapjes worden zo gewaardeerd… maar ooohh wat verlangen, smachten, we naar meer.

Bianca van der Linden-Snel.


BDU Media

Bart Belterman
Deel dit artikel via:
advertentie
advertentie