PvdA & SP verzoeken in motie: Onderzoek de mogelijkheden van een basisbaan in Amersfoort

Onderzoek de mogelijkheden voor een basisbaan in Amersfoort is het verzoek van de PvdA en SP. Fractievoorzitter Harun Keskin van de Partij van de Arbeid en raadslid Judith van Zol van de SP dienen hiervoor een motie in. Zij constateren dat de groep mensen die langdurig in de bijstand zitten vaak niet zonder steun van de overheid een plaats op de arbeidsmarkt verwerven.

De PvdA en SP verzoeken het college in hun motie om te kijken naar de mogelijkheden van een basisbaan waarbij het minimumloon en de CAO van de overheid geldt. Dit betekent goede secundaire arbeidsvoorwaarden en pensioenopbouw. Belangrijk is dat de basisbaan niet tot verdringen van werkgelegenheid leidt.

Beiden constateren dat de belofte voor het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt voor deze groep niet is behaald middels de participatiewet. In Groningen is er momenteel al een basisbaan, zij hebben hier een aanpak voor ontwikkeld. Ook wordt er door politici, economen en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid steeds vaker gesproken over de invoering van een basisbaan voor mensen die niet op eigen kracht een betaalde baan kunnen bemachtigen.

Zoals dit landelijk geldt is er in Amersfoort altijd behoefte aan (ondersteunende) werkzaamheden in wijken, het onderwijs, de zorg en andere maatschappelijke Velden. Deze maatschappelijk waardevolle werkzaamheden worden te weinig opgepakt. Dit kent meerdere redenen, denk bijvoorbeeld aan geldgebrek maar ook belemmeringen in wet- en regelgeving. De basisbaan kan een oplossing zijn. Hierdoor worden deze werkzaamheden opgepakt en gaat een kwetsbare groep inwoners er ten opzichte van de uitkeringssituatie vaak financieel en maatschappelijk op vooruit.

Een basisbaan draagt dus bij aan levensgeluk, gezondheid en welvaart van deze kwetsbare inwoners. Het college beschikt over de instrumenten en middelen om deze basisbanen vorm te geven. Daarom verzoeken de PvdA en SP het college de mogelijkheden te onderzoeken en hun bevindingen voor het de politieke meivakantie (meireces) te delen met de raad.